Hebban recensie
Uitmuntend begin van nieuwe serie
De vrouw in de kooi heeft alles in zich om een bestseller te worden: een gekwelde hoofdpersoon, een intrigerend raadsel, een tot de verbeelding sprekend slachtoffer en een grappige sidekick. Tel daarbij op dat het uitstekend geschreven is en wegleest als een trein, en het is niet gek dat de uitgever het aandurft om deze Deense thriller te vergelijken met Stieg Larssons supersellers.
Om te beginnen die gekwelde hoofdpersoon: Carl Mørck was ooit een ambitieuze en bevlogen politieman, maar sinds hij bij een schietpartij gewond raakte is hij het vuur kwijt. Een van zijn maten is dood, de ander ligt verlamd in het ziekenhuis en zelf worstelt hij met de zin van zijn werk. Voor elke crimineel die hij pakt staan er tien anderen op. Mørck was nooit de makkelijkste man om mee samen te werken, maar sinds die fatale dag is hij helemaal onmogelijk.
In een poging om van Mørck af te zijn en zich tegelijkertijd politiek in de kijker te spelen, richt Mørcks baas een nieuwe afdeling op, afdeling Q. De bedoeling is dat deze afdeling zich bezig gaat houden met grote, opvallende zaken uit het verleden die vastgelopen zijn. En Mørck mag de afdeling leiden. Dat klinkt mooier dan het is, want de afdeling bestaat alleen uit hemzelf.
Mørck vindt het allemaal wel best. Hij krijgt een kamer alleen in de kelder en kan de hele dag al rokend en duttend met zijn benen op het bureau zitten. Maar als hij in de gaten krijgt dat het politiebureau een behoorlijk bedrag ontvangt om zijn afdeling te financieren, bedingt hij dat hij in elk geval een dienstauto en een assistent krijgt.
Dat had hij beter niet kunnen doen, want deze wonderlijke assistent, de vluchteling Assad, moet wel aan het werk gehouden worden. Als de kelder schoongemaakt is en alle klusjes gedaan zijn, schuift Mørck Assad wat dossiers toe, om hem zoet te houden. Maar al snel komt Assad met een interessant dossier op de proppen, waar de mannen zich van lieverlee in verdiepen.
Het gaat om de zaak van jonge politica Merete Lynggaard, die vijf jaar geleden spoorloos verdwenen is. Iedereen is er van uit gegaan dat ze overboord gevallen is tijdens een overtocht met een veerboot, maar nu duiken er toch aanwijzingen op dat er iets anders aan de hand is.
De zoektocht van Mørck en zijn assistent wordt afgewisseld met fragmenten waaruit steeds duidelijker wordt wat er echt met Lynggaard is gebeurd, waardoor je als lezer steeds dieper in het verhaal gesleurd wordt. Enerzijds voel je Mørcks tegenzin om aan het werk te gaan met zon saaie oude zaak, anderzijds wordt je gegrepen door de fragmenten en kun je niet wachten tot de twee lijnen bij elkaar komen in de spannende laatste hoofdstukken.
Jussi Adler-Olsen heeft met De vrouw in de kooi een uitstekende thriller afgeleverd. Hij schrijft pakkend en nodigt doorlopend uit om verder te lezen, tot je uiteindelijk baalt dat zo snel door de 380 paginas heen gevlogen bent. Gelukkig kondigt uitgeverij Prometheus meteen aan dat de volgende twee delen in de Serie Q dit jaar nog verschijnen, in juli en oktober. Als de volgende delen net zo uitmuntend zijn als dit eerste deel, gaan we nog heel veel plezier beleven aan deze Deense auteur.
Om te beginnen die gekwelde hoofdpersoon: Carl Mørck was ooit een ambitieuze en bevlogen politieman, maar sinds hij bij een schietpartij gewond raakte is hij het vuur kwijt. Een van zijn maten is dood, de ander ligt verlamd in het ziekenhuis en zelf worstelt hij met de zin van zijn werk. Voor elke crimineel die hij pakt staan er tien anderen op. Mørck was nooit de makkelijkste man om mee samen te werken, maar sinds die fatale dag is hij helemaal onmogelijk.
In een poging om van Mørck af te zijn en zich tegelijkertijd politiek in de kijker te spelen, richt Mørcks baas een nieuwe afdeling op, afdeling Q. De bedoeling is dat deze afdeling zich bezig gaat houden met grote, opvallende zaken uit het verleden die vastgelopen zijn. En Mørck mag de afdeling leiden. Dat klinkt mooier dan het is, want de afdeling bestaat alleen uit hemzelf.
Mørck vindt het allemaal wel best. Hij krijgt een kamer alleen in de kelder en kan de hele dag al rokend en duttend met zijn benen op het bureau zitten. Maar als hij in de gaten krijgt dat het politiebureau een behoorlijk bedrag ontvangt om zijn afdeling te financieren, bedingt hij dat hij in elk geval een dienstauto en een assistent krijgt.
Dat had hij beter niet kunnen doen, want deze wonderlijke assistent, de vluchteling Assad, moet wel aan het werk gehouden worden. Als de kelder schoongemaakt is en alle klusjes gedaan zijn, schuift Mørck Assad wat dossiers toe, om hem zoet te houden. Maar al snel komt Assad met een interessant dossier op de proppen, waar de mannen zich van lieverlee in verdiepen.
Het gaat om de zaak van jonge politica Merete Lynggaard, die vijf jaar geleden spoorloos verdwenen is. Iedereen is er van uit gegaan dat ze overboord gevallen is tijdens een overtocht met een veerboot, maar nu duiken er toch aanwijzingen op dat er iets anders aan de hand is.
De zoektocht van Mørck en zijn assistent wordt afgewisseld met fragmenten waaruit steeds duidelijker wordt wat er echt met Lynggaard is gebeurd, waardoor je als lezer steeds dieper in het verhaal gesleurd wordt. Enerzijds voel je Mørcks tegenzin om aan het werk te gaan met zon saaie oude zaak, anderzijds wordt je gegrepen door de fragmenten en kun je niet wachten tot de twee lijnen bij elkaar komen in de spannende laatste hoofdstukken.
Jussi Adler-Olsen heeft met De vrouw in de kooi een uitstekende thriller afgeleverd. Hij schrijft pakkend en nodigt doorlopend uit om verder te lezen, tot je uiteindelijk baalt dat zo snel door de 380 paginas heen gevlogen bent. Gelukkig kondigt uitgeverij Prometheus meteen aan dat de volgende twee delen in de Serie Q dit jaar nog verschijnen, in juli en oktober. Als de volgende delen net zo uitmuntend zijn als dit eerste deel, gaan we nog heel veel plezier beleven aan deze Deense auteur.
2
Reageer op deze recensie