Vijfde deel in de Frieda Klein-serie
Hier en daar is er vast nog een Nederlandse crime-liefhebber die nog geen pagina gelezen heeft in de Frieda Klein-serie van Nicci French. Mensen die een serie liever op volgorde lezen, maar er dan niet aan toe komen om bij Blauwe maandag te beginnen. Van uitstel komt soms ook gewoon afstel… Wanneer je dan toch, nieuwsgierig, Denken aan vrijdag oppakt, het vijfde deel in de serie, kan het zomaar gebeuren dat de flaptekst je overtuigt om toch maar midden in de serie in te stappen. Er wordt tenslotte expliciet gemeld dat de delen goed los van elkaar te lezen zijn.
De lezer die zijn volgorde-obsessie opzij schuift, wordt meteen het verhaal ingezogen met een beeldende introductie, die je bijna als een filmscène voor je ziet. Vervolgens maak je al snel kennis met Frieda Klein, psychotherapeute en ex-vriendin van de overleden man die in de introductiescène uit de Theems is gevist.
De rechercheurs die de zaak onderzoeken, beschouwen haar al snel als verdachte – helemaal als duidelijk wordt dat Klein achtervolgd lijkt te worden door moord en doodslag. Al snel is het politiekorps ervan overtuigd dat Klein schuldig is. In plaats van zich te melden en haar onschuld te bewijzen, duikt Klein onder. Ze verdwijnt van de radar, regelt met behulp van een vriend een tijdelijk onderkomen en besluit haar eigen onderzoek naar de dood van Sandy, haar ex, te beginnen. Ze probeert uit te vogelen wat hij gedaan heeft na hun break-up, met wie hij het heeft aangelegd en waarom hij haar de laatste tijd zo hardnekkig probeerde te bereiken. Ze gaat als het ware undercover om de waarheid te achterhalen.
Als je nog niet eerder had kennisgemaakt met Frieda Klein, komt dit over als een hele typische beslissing. Waarom zou je weglopen van de politie en je eigen onderzoek beginnen? Als je Klein niet kent, kun je haar beweegredenen niet goed volgen, ga je het niet echt geloven. Doordat daarnaast steeds vrij veel terugverwezen wordt naar de voorgaande delen, heb je ook steeds het gevoel dat je iets hebt gemist, dat je Klein ook helemaal niet kunt leren kennen, omdat je de eerdere boeken niet gelezen hebt. Daar waar zaken uit vorige delen worden uitgelegd, halen ze het tempo uit het verhaal, en op andere punten moet je het zonder uitleg doen. Al met al blijft Frieda Klein daardoor heel erg op afstand, en kun je je als ‘nieuweling’ niet erg in het verhaal inleven.
Toch heeft Denken aan vrijdag ook heel aardige punten. Zo wordt een geweldig beeld van Londen neergezet. De scènes waarin de stad beschreven wordt, zijn filmisch en voelen heel dichtbij. Dat maakt de tegenstelling met de afstand die je tot Klein voelt nog groter. Wat ook leuk is, is de manier waarop Klein met kinderen omgaat. Blijkbaar, zo leren we uit een enkele bijzin, is het heel bijzonder dat ze vrij veel tijd met enkele jonge kinderen doorbrengt. Toch doet ze dit met verve, en de nuchtere manier waarop ze peuter-crises bezweert, is vermakelijk.
Al met al is dit vijfde deel in de serie voor de liefhebbers die deel een tot en met vier hebben gelezen, waarschijnlijk best plezierig. Maar de bewering op de flaptekst, dat dit deel ook zelfstandig goed te lezen is, klopt niet. Kortom: als je nog wilt kennismaken met Frieda Klein, begin dan gewoon met het eerste deel, Blauwe maandag, en leg dit vijfde deel nog even opzij.
Reageer op deze recensie