Hebban recensie
Geen houvast
Misschien komt het doordat de verwachtingen hooggespannen zijn bij een topauteur als Patricia Cornwell, maar deze korte thriller is een behoorlijke tegenvaller. Wanneer je als lezer na dik tachtig van de slechts hondertachtig pagina’s nog steeds niet de noodzaak voelt om door te lezen, is er iets behoorlijk mis.
Wat het vooral lastig maakt om door dit verhaal gegrepen te worden, is dat je nergens houvast krijgt, nergens heb je een punt waaraan je jezelf het verhaal in kunt trekken. Meestal vormt het plot, of in elk geval het begingegeven, zo’n aangrijppunt, of anders een interessante, aansprekende hoofdpersoon. Wanneer dat niet zo is, is soms de schrijfstijl een reden om door te lezen en lekker ‘in’ het verhaal te komen. Helaas biedt Cornwell in Het front niets van dit alles, waardoor je als lezer blijft ploeteren om grip te krijgen.
Om te beginnen is de schrijfstijl niet erg aantrekkelijk. Natuurlijk, dat is heel persoonlijk, maar toch. Het hele boek is in de tegenwoordige tijd geschreven, en op de een of andere manier doet dat de spanningsopbouw weinig goed. Daarnaast is er (wellicht hierdoor?) weinig onderscheid tussen wat verteld wordt over personages, wat door personages gedacht wordt en wat door hen gezegd wordt.
Die personages doen ook weinig moeite om de lezer te pakken te krijgen. Hoofdpersoon is Win Garano, een rechercheur die door zijn baas, de openbaar aanklager Monique Lamont, een oude zaak in zijn schoenen krijgt geschoven. Win is waarschijnlijk best een sympathieke vent, maar er blijft te veel vaag. Hij lijkt mysterieus te willen zijn wanneer hij een vrouw verovert, maar diezelfde mysteries blijven niet alleen voor de betreffende vrouw onopgehelderd. Ook als lezer krijg je geen antwoord op de vragen die deze dame over Win stelt. Je verwacht dat deze zwarte plekken in de loop van het verhaal zullen worden ingevuld, maar niets blijkt minder waar. Wie Win is en wat zijn drijfveren zijn, blijft onduidelijk.
Ook de andere personages blijven slechts een vage schets, en worden nauwelijks ingekleurd. Aanklager Lamont is een vrouw met grote politieke ambities, die blijkbaar over lijken gaat in haar drang de top te bereiken, maar wat ze dan precies uitspookt is ook na het dichtslaan van het boek nog uitermate onduidelijk.
De enige bijfiguur die veel kleur krijgt, is de oma van Win, die met veel overgave allerlei wicca en tovenarij beoefent. Het koosjere zout, de achthoekige spiegels en pentagrammen vliegen je om de oren, maar dragen niets bij aan het verhaal.
Dat verhaal is overigens ook dunnetjes. Lamont vraagt Win om een zaak van veertig jaar geleden te heropenen, omdat ze het idee heeft dat dit haar carrière vooruit zou kunnen helpen. Win ziet het nut er eigenlijk niet van in, maar doet wat hem verteld wordt. Hij bladert wat in oude dossiers, praat eens met een bejaarde arts en komt dan ineens met een theorie. Zo moet het gegaan zijn. Klaar. Ondertussen speelt er buiten Win en Lamont om nog een onderzoek, waarbij Lamont lijdend voorwerp is. Maar ook dat is flinterdun.
Kortom, stijl, personages noch plot geven de lezer houvast in deze korte thriller. Ik had veel verwacht van Cornwell, juist ook omdat ze haar vaste personages uit de Kay Scarpetta-thrillers even heeft losgelaten, maar deze verwachtingen werden nergens waargemaakt. Dit boekje kun je beter laten liggen.
Wat het vooral lastig maakt om door dit verhaal gegrepen te worden, is dat je nergens houvast krijgt, nergens heb je een punt waaraan je jezelf het verhaal in kunt trekken. Meestal vormt het plot, of in elk geval het begingegeven, zo’n aangrijppunt, of anders een interessante, aansprekende hoofdpersoon. Wanneer dat niet zo is, is soms de schrijfstijl een reden om door te lezen en lekker ‘in’ het verhaal te komen. Helaas biedt Cornwell in Het front niets van dit alles, waardoor je als lezer blijft ploeteren om grip te krijgen.
Om te beginnen is de schrijfstijl niet erg aantrekkelijk. Natuurlijk, dat is heel persoonlijk, maar toch. Het hele boek is in de tegenwoordige tijd geschreven, en op de een of andere manier doet dat de spanningsopbouw weinig goed. Daarnaast is er (wellicht hierdoor?) weinig onderscheid tussen wat verteld wordt over personages, wat door personages gedacht wordt en wat door hen gezegd wordt.
Die personages doen ook weinig moeite om de lezer te pakken te krijgen. Hoofdpersoon is Win Garano, een rechercheur die door zijn baas, de openbaar aanklager Monique Lamont, een oude zaak in zijn schoenen krijgt geschoven. Win is waarschijnlijk best een sympathieke vent, maar er blijft te veel vaag. Hij lijkt mysterieus te willen zijn wanneer hij een vrouw verovert, maar diezelfde mysteries blijven niet alleen voor de betreffende vrouw onopgehelderd. Ook als lezer krijg je geen antwoord op de vragen die deze dame over Win stelt. Je verwacht dat deze zwarte plekken in de loop van het verhaal zullen worden ingevuld, maar niets blijkt minder waar. Wie Win is en wat zijn drijfveren zijn, blijft onduidelijk.
Ook de andere personages blijven slechts een vage schets, en worden nauwelijks ingekleurd. Aanklager Lamont is een vrouw met grote politieke ambities, die blijkbaar over lijken gaat in haar drang de top te bereiken, maar wat ze dan precies uitspookt is ook na het dichtslaan van het boek nog uitermate onduidelijk.
De enige bijfiguur die veel kleur krijgt, is de oma van Win, die met veel overgave allerlei wicca en tovenarij beoefent. Het koosjere zout, de achthoekige spiegels en pentagrammen vliegen je om de oren, maar dragen niets bij aan het verhaal.
Dat verhaal is overigens ook dunnetjes. Lamont vraagt Win om een zaak van veertig jaar geleden te heropenen, omdat ze het idee heeft dat dit haar carrière vooruit zou kunnen helpen. Win ziet het nut er eigenlijk niet van in, maar doet wat hem verteld wordt. Hij bladert wat in oude dossiers, praat eens met een bejaarde arts en komt dan ineens met een theorie. Zo moet het gegaan zijn. Klaar. Ondertussen speelt er buiten Win en Lamont om nog een onderzoek, waarbij Lamont lijdend voorwerp is. Maar ook dat is flinterdun.
Kortom, stijl, personages noch plot geven de lezer houvast in deze korte thriller. Ik had veel verwacht van Cornwell, juist ook omdat ze haar vaste personages uit de Kay Scarpetta-thrillers even heeft losgelaten, maar deze verwachtingen werden nergens waargemaakt. Dit boekje kun je beter laten liggen.
1
Reageer op deze recensie