Hebban recensie
Verwarring
Een lekker dik boek met een mooi, dreigend, omslag, geschreven door een auteur die in het verleden de Zweedse Gouden Strop heeft gewonnen: het is gemakkelijk om op het eerste gezicht door de knieën te gaan voor Het huis der dwazen. Degene die verwacht zich vervolgens te installeren met een fijne thriller, wordt behoorlijk teleurgesteld.
Karin Fossum heeft ditmaal het thrillergenre helemaal losgelaten. Ze vertelt in deze psychologische roman het verhaal van Hajna, die opgenomen wordt in Het Baken, een instelling voor psychiatrische patiënten van zestien tot veertig jaar. Hajna ziet het leven helemaal niet meer zitten, en in een wanhopige poging om opgenomen te worden stort ze zich midden in de nacht door een winkelruit. Dat werkt: als ze weer bij haar positieven komt bevindt ze zich op de gesloten afdeling van Het Baken.
Daar leert ze haar medepatiënten kennen: suïcidale Odin, een psychiater die eruitziet als een oude zeebonk en Iejoor met zijn droeve glimlach en zijn smetvrees. Hajna probeert hun verhalen te leren kennen, terwijl ze bezig is met haar project: zichzelf doodhongeren. Na een tijdje wordt ze overgeplaatst naar de open afdeling, waar veel meer bewoners zijn. Rekenwonder Formule die denkt dat zijn schedeldak ontbreekt, gefrustreerde Stormcentrum die om het minste of geringste losbarst, de verslaafde Morfie die om de paar maanden weer opduikt in Het Baken, en vele andere lotgenoten. Ook hun verhalen zijn voer voor speculatie voor de depressieve Hajna, en door haar ogen maken we kennis met de bewoners en het personeel van het psychiatrische ziekenhuis.
Het is een mooi gegeven voor een roman die een inkijkje biedt in de logica van geesteszieke mensen. Helaas moet je behoorlijk doorbijten om te wennen aan de vertelstijl, die enorm overheerst. Je maakt letterlijk deel uit van Hajnas gedachten; ze vertelt het verhaal niet alsof ze het opschrijft, maar we zitten in haar hoofd. Daardoor spring je met haar mee van de hak op de tak, zie je haar onafgemaakte observaties en ben je getuige van haar onsamenhangende gesprekken met De Dood. Niet gemakkelijk lezen dus.
Voeg daaraan toe dat de logica van de patiënten bepaald niet de meest logische is, en je kunt je voorstellen dat dit een roman voor de liefhebber is. Wanneer je niet bang bent voor uitgebreide omschrijvingen en lange, weliswaar mooie, maar ook warrige zinnen en daarnaast een fascinerende, zelfs verwarrende blik wilt werpen op mensen die anders in elkaar zitten, dan moet je de tijd nemen voor deze roman. Maar wanneer je op zoek bent naar een spannende Scandinavische thriller, moet je dit boek laten voor wat het is.
Karin Fossum heeft ditmaal het thrillergenre helemaal losgelaten. Ze vertelt in deze psychologische roman het verhaal van Hajna, die opgenomen wordt in Het Baken, een instelling voor psychiatrische patiënten van zestien tot veertig jaar. Hajna ziet het leven helemaal niet meer zitten, en in een wanhopige poging om opgenomen te worden stort ze zich midden in de nacht door een winkelruit. Dat werkt: als ze weer bij haar positieven komt bevindt ze zich op de gesloten afdeling van Het Baken.
Daar leert ze haar medepatiënten kennen: suïcidale Odin, een psychiater die eruitziet als een oude zeebonk en Iejoor met zijn droeve glimlach en zijn smetvrees. Hajna probeert hun verhalen te leren kennen, terwijl ze bezig is met haar project: zichzelf doodhongeren. Na een tijdje wordt ze overgeplaatst naar de open afdeling, waar veel meer bewoners zijn. Rekenwonder Formule die denkt dat zijn schedeldak ontbreekt, gefrustreerde Stormcentrum die om het minste of geringste losbarst, de verslaafde Morfie die om de paar maanden weer opduikt in Het Baken, en vele andere lotgenoten. Ook hun verhalen zijn voer voor speculatie voor de depressieve Hajna, en door haar ogen maken we kennis met de bewoners en het personeel van het psychiatrische ziekenhuis.
Het is een mooi gegeven voor een roman die een inkijkje biedt in de logica van geesteszieke mensen. Helaas moet je behoorlijk doorbijten om te wennen aan de vertelstijl, die enorm overheerst. Je maakt letterlijk deel uit van Hajnas gedachten; ze vertelt het verhaal niet alsof ze het opschrijft, maar we zitten in haar hoofd. Daardoor spring je met haar mee van de hak op de tak, zie je haar onafgemaakte observaties en ben je getuige van haar onsamenhangende gesprekken met De Dood. Niet gemakkelijk lezen dus.
Voeg daaraan toe dat de logica van de patiënten bepaald niet de meest logische is, en je kunt je voorstellen dat dit een roman voor de liefhebber is. Wanneer je niet bang bent voor uitgebreide omschrijvingen en lange, weliswaar mooie, maar ook warrige zinnen en daarnaast een fascinerende, zelfs verwarrende blik wilt werpen op mensen die anders in elkaar zitten, dan moet je de tijd nemen voor deze roman. Maar wanneer je op zoek bent naar een spannende Scandinavische thriller, moet je dit boek laten voor wat het is.
1
Reageer op deze recensie