Hebban recensie
Mindgames
Franck Thilliez begint met een instructie aan de lezer om de tijdsaanduidingen aan het begin van elk hoofdstuk goed in de gaten te houden. Dat is cruciaal voor het begrip van het verhaal, zo zegt hij in zijn voorwoord. Een wonderbaarlijke waarschuwing, zo aan het begin van een thriller, maar wel een die cruciaal blijkt te zijn, want in dit kunstig geconstrueerde verhaal draait alles om tijd.
Om half zeven s ochtends op 3 mei 2007 schrikt Stéphane wakker uit een gruwelijke droom. Voor het eerst in zijn leven kan hij zich die droom ook herinneren. Dat is niet bepaald iets om blijer van te worden, want het lijkt in zijn droom of hij een gruwelijke daad op zijn geweten heeft. In de volgende nachten droomt hij verder en wordt het gruwelverhaal vervolgd. Als stukje bij beetje gedeelten van zijn dromen waarheid blijken te worden, wordt Stéphane dan ook bevlogen door angst. Hij moet alles op alles zetten om te voorkomen dat zijn dromen uitkomen. Maar in hoeverre is dat wat te gebeuren staat voorbeschikt? Is hij in staat de toekomst nog te veranderen?
Terwijl Stéphane worstelt met zijn gruwelijke dromen, wordt in een ander deel van Parijs de piepjonge politieagent Vic Marchal bij zijn eerste moordzaak geroepen. Het is meteen een bizarre en bloederige zaak, die hem op een wel heel macaber spoor zet. Terwijl Vic worstelt met de druk van zijn nieuwe baan, zijn pesterige collegas en zijn protesterende zwangere vrouw, probeert hij wijs te worden uit de weinige aanwijzingen.
Na een aantal hoofdstukken kruisen de wegen van Stéphane en Vic zich, en vanaf dat punt is het vrijwel onmogelijk meer over het boek te vertellen zonder de crux te verklappen. Op het moment dat duidelijk wordt welke truc de auteur uithaalt met zijn personages, maar ook met de lezer, begint het verhaal echt interessant te worden. Want vanaf dat punt gaat het niet slechts om het spannende verhaal en de speurtocht naar de oplossing, maar ontstaat er een diepere laag.
Juist die diepere laag houdt je tijdens het lezen aan het puzzelen, en na het dichtslaan van het boek blijft de filosofische vraag die Thilliez opwerpt nog wel even rondzingen in je hoofd. Dat is knap gedaan. Daarnaast is het knap dat Thilliez toch ook het thrillerelement vast weet te houden en niet verzandt in gedachte-experimenten. Wel is dat thrillerelement op zichzelf niet ijzersterk. De uiteindelijke dader komt wat onverwacht om de hoek zeilen en de speurtocht volgt niet altijd de meest logische route.
Was De ring van Möbius alleen een thriller geweest, dan had hij wellicht net aan drie sterren gekregen. Maar juist omdat het plot in dienst staat van de mindgames die de auteur met de lezer speelt, wordt dit een sterker verhaal. Mocht het begin wat traag lijken (wat het ook is) en de flaptekst iets te horrorachtig overkomen: kijk daar doorheen en speel de mindgame van Thilliez met hem mee. Je houdt er in elk geval genoeg food for thought aan over.
Om half zeven s ochtends op 3 mei 2007 schrikt Stéphane wakker uit een gruwelijke droom. Voor het eerst in zijn leven kan hij zich die droom ook herinneren. Dat is niet bepaald iets om blijer van te worden, want het lijkt in zijn droom of hij een gruwelijke daad op zijn geweten heeft. In de volgende nachten droomt hij verder en wordt het gruwelverhaal vervolgd. Als stukje bij beetje gedeelten van zijn dromen waarheid blijken te worden, wordt Stéphane dan ook bevlogen door angst. Hij moet alles op alles zetten om te voorkomen dat zijn dromen uitkomen. Maar in hoeverre is dat wat te gebeuren staat voorbeschikt? Is hij in staat de toekomst nog te veranderen?
Terwijl Stéphane worstelt met zijn gruwelijke dromen, wordt in een ander deel van Parijs de piepjonge politieagent Vic Marchal bij zijn eerste moordzaak geroepen. Het is meteen een bizarre en bloederige zaak, die hem op een wel heel macaber spoor zet. Terwijl Vic worstelt met de druk van zijn nieuwe baan, zijn pesterige collegas en zijn protesterende zwangere vrouw, probeert hij wijs te worden uit de weinige aanwijzingen.
Na een aantal hoofdstukken kruisen de wegen van Stéphane en Vic zich, en vanaf dat punt is het vrijwel onmogelijk meer over het boek te vertellen zonder de crux te verklappen. Op het moment dat duidelijk wordt welke truc de auteur uithaalt met zijn personages, maar ook met de lezer, begint het verhaal echt interessant te worden. Want vanaf dat punt gaat het niet slechts om het spannende verhaal en de speurtocht naar de oplossing, maar ontstaat er een diepere laag.
Juist die diepere laag houdt je tijdens het lezen aan het puzzelen, en na het dichtslaan van het boek blijft de filosofische vraag die Thilliez opwerpt nog wel even rondzingen in je hoofd. Dat is knap gedaan. Daarnaast is het knap dat Thilliez toch ook het thrillerelement vast weet te houden en niet verzandt in gedachte-experimenten. Wel is dat thrillerelement op zichzelf niet ijzersterk. De uiteindelijke dader komt wat onverwacht om de hoek zeilen en de speurtocht volgt niet altijd de meest logische route.
Was De ring van Möbius alleen een thriller geweest, dan had hij wellicht net aan drie sterren gekregen. Maar juist omdat het plot in dienst staat van de mindgames die de auteur met de lezer speelt, wordt dit een sterker verhaal. Mocht het begin wat traag lijken (wat het ook is) en de flaptekst iets te horrorachtig overkomen: kijk daar doorheen en speel de mindgame van Thilliez met hem mee. Je houdt er in elk geval genoeg food for thought aan over.
1
Reageer op deze recensie