Een detective om je vingers bij af te likken
'Het lijdt geen twijfel (...) dat de uitgeefwereld momenteel een periode van snelle veranderingen en nieuwe uitdagingen doormaakt. Maar een ding geldt vandaag de dag nog evenzeer als honderd jaar geleden: het gaat om de inhoud.' De speechende uitgever in Zijderups vat het hiermee haarfijn samen. Uiteindelijk gaat het niet om de verpakking of de auteur, maar om het verhaal. Niet vreemd, dat zo'n uitspraak uit de pen komt van Robert Galbraith, oftewel de onder pseudoniem schrijvende J.K. Rowling. Ze lijkt het de lezer, of misschien wel de uitgeefbranche, nog eens te willen inwrijven: het gaat niet om mijn naam, het gaat om het verhaal.
En inderdaad, hoewel er ongetwijfeld behoorlijk wat mensen zijn die dit tweede boek van Galbraith oppakken vanwege de sticker op het omslag, die verklapt dat het hier eigenlijk om Rowling gaat, hoef je deze thriller niet slechts om zijn beroemde auteur te waarderen. Het boek verkoopt zichzelf: de inhoud regeert, want die is ijzersterk.
Zijderups is het tweede Cormoran Strike-mysterie. Het is niet storend wanneer je het eerste boek (nog) niet gelezen hebt, en het is een Brits detectiveverhaal om je vingers bij af te likken. Strike is een privédetective, en sinds hij zijn vorige zaak zo succesvol oploste, heeft hij genoeg werk. Op andere vlakken loopt z'n leven wat minder soepel: hij is nog aan het bijkomen van de breuk met zijn vriendin, hij woont op de tochtige zolder boven zijn kantoortje en bij tijd en wijle heeft hij erge last van zijn beenprothese. Strike zit echter niet bij de pakken neer, hij wil vooral van de goede tijden gebruikmaken en zo veel mogelijk zaken aannemen waar hij flink mee kan verdienen, zodat hij onder anderen zijn assistente Robin beter kan gaan betalen.
Het is dan ook niet erg logisch dat hij de zaak van Leonora Quine aanneemt - het ziet er niet naar uit dat de echtgenote van een zeer matig verkopende auteur een privédetective kan betalen om haar vermiste man op te sporen. Toch neemt Strike de zaak aan, en hij gaat op zoek naar Owen Quine. Die zoektocht neemt al snel een lugubere wending, als Strike het lichaam van Quine vindt, inclusief gruwelijke verwijzingen naar diens laatste manuscript. Dat manuscript lijkt de sleutel te bevatten tot het vinden van de moordenaar, en Strike maakt het tot zijn taak om uit te zoeken wie dat is.
Daarmee stort hij zich in het wereldje van de Londense literatuur. Agenten, uitgevers, redacteuren, marketeers – er zijn aardig wat mensen die Quines manuscript in handen gehad hebben, en allemaal zijn ze verdacht, want Quine portretteerde flink wat mensen die hij kende op een erg onplezierige manier. Strike praat met een lange stoet aan verdachten en getuigen, en gaandeweg krijg je een interessant inkijkje in het uitgeefwereldje. Leuk is het om je af te vragen of er mensen in de Londense uitgeverij zijn die zichzelf wellicht ook herkennen in Galbraiths boek, zoals de personages zichzelf herkennen in Quines boek.
Klein minpuntje is dat de lange serie verhoren van mogelijke verdachten of getuigen soms de vaart een beetje uit het verhaal haalt. Hetzelfde geldt voor de vele beschrijvingen van de omgeving. Galbraith schetst Londen heel treffend en plezierig, maar soms wordt het wat veel. Toch zijn dit slechts kleine bezwaren. Uiteindelijk wil je vooral heel graag tijd doorbrengen met de hoofdpersonen. Natuurlijk kennen we het gegeven van de solitaire speurder en zijn sidekick maar al te goed, maar de invulling van dat vertrouwde gegeven is ijzersterk gedaan. Je gaat vanzelf hopen dat er nog een hoop Cormoran Strike-mysteries zullen volgen.
Reageer op deze recensie