Zeker weten!
We kennen Herman Pleij als een soort positieve Maarten van Rossem. Iemand die op basis van een ooit in het verleden afgeronde studie een mening over van alles in het heden en zelfs het mogelijke voor de toekomst weet te formuleren die op het eerste gezicht ook nog eens heel redelijk overkomt. De grondige kennis die hij heeft opgedaan van de middeleeuwse letterkunde biedt ook ruim voldoende basis voor een mening over het leven van vandaag de dag. De vaagheid van het begrip middeleeuwen zelf is ook nu herkenbaar. Daar waar voor de een de wereld volkomen helder en logisch is, is voor de ander alles aan twijfel onderhevig. Vaste waarden worden ofwel volledig geaccepteerd ofwel verworpen.
Het uitgangspunt, moet kunnen, blijkt niet alleen typisch Nederlands te zijn, het blijkt zelfs zo ongeveer het meest kenmerkende element van de Nederlandse aard te zijn. Daar waar Pleij dit uitgangspunt nog wel eens wil terugvormen naar een ‘drang naar de middelmaat’ geeft hij tegelijk aan dat juist door de oneindige mogelijkheden van het credo uit die middelmaat ontsnapt kan worden.
De Nederlandse volksaard is er een van opstandigheid en zelfstandigheid. Volgens de pedagoog Langeveld was het doel van de opvoeding dan ook ‘zelfverantwoordelijke zelfbepaling’. We moeten als zelfstandig individu onze weg vinden in de maatschappij. En tegelijk vormen we die maatschappij mede. Dat leidt onherroepelijk tot het beeld van naar de buren kijkende mensen die van alles doen om maar de lieve vrede te bewaren. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Maar doe het wel op je eigen manier. Wanneer er al sprake zou kunnen zijn van een typisch Nederlandse identiteit is het wel die samenhang in onafhankelijkheid. Op het moment dat er ergens een bestuurder of held of specialist opstaat om de richting aan te wijzen waarin we ons moeten ontwikkelen, weten we zeker dat de massa dus de andere kant op zal trekken. Slechts op het moment dat er meerdere verschillende richtingen aangewezen worden, door verschillende voorgangers, zien we dat er coherente groepen gaan ontstaan die zich dan weer tegen elkaar kunnen afzetten. Op deze manier verklaart Pleij niet alleen de gang van zaken binnen de politiek en de sport van dit moment. Hij toont ook aan dat keuzes uit het verleden bepalend geweest zijn voor ontwikkelingen naar het heden. De strijd tegen het water, de neutraliteit ten opzichte van gebeurtenissen in het omringende buitenland, de rol van godsdienst en het voortdurend aanwezige vermogen om positieve ontwikkelingen te relativeren vormen een volk met een hang naar het gemiddelde, het rustige en het vertrouwde. De zesjescultuur is een sprekende weergave van deze instelling. Genoeg is genoeg en doe nou maar gewoon zoals het hoort.
Toch vinden we in Nederland naast de grote massa relatief veel grote denkers, ontdekkers en wereldkampioenen. En juist die neiging het beste uit jezelf te halen wordt gebaseerd op het ‘moet kunnen’-idee. Natuurlijk moet je het wel kunnen, maar wanneer je de basale vaardigheden hebt, ga er dan vooral iets mee doen (maar denk niet dat je daardoor beter bent dan de rest!). Pleij is erin geslaagd een leuk en leesbaar boek te maken met veel herkenbare zaken. Eigenlijk zou het door iedereen gelezen moeten worden. Maar wanneer je het niet wil, even goede vrienden. Moet kunnen!
Reageer op deze recensie