Moord en brand
M.J. Arlidge gaat als een trein. De Britse thrillerschrijver publiceerde in 2014 zijn debuut en heeft inmiddels al vijf Engelstalige boeken op de markt gebracht. Vier hiervan zijn inmiddels vertaald: Klikspaan is de meest recente. Net als in de eerste drie boeken heeft inspecteur Helen Grace de hoofdrol, een personage dat hij zelf beschrijft als de volwassen versie van Lisbeth Salmander uit de Millennium-reeks van Stieg Larsson.
Southampton staat in brand. De stad wordt opgeschrikt als er niet één, maar zes huizen binnen vierentwintig uur in de lichterlaaie staan. Inspecteur Helen Grace vermoedt al snel dat er meer aan de hand is dan een pyromaan die zomaar wat panden uitkiest; er vallen meerdere doden en gewonden. Het team staat echter voor een raadsel als het moeilijk blijkt verbanden te vinden tussen de slachtoffers. Tegelijk voelt Helen de druk steeds groter worden, want iedere dag worden er nieuwe branden aangestoken en iedereen kijkt mee, bang om wakker te worden in een zee van vuur.
Ondertussen heeft Helen het ook op persoonlijk vlak niet al te gemakkelijk. Ze probeert zich op haar gemak te voelen bij haar nieuwe sekspartner en moet wennen aan haar nieuwe baas. Gelukkig is Charlie weer helemaal terug bij de politie, waardoor ze in ieder geval haar vriendin heeft om op te steunen.
Klikspaan begint als een speer. Je wordt direct middenin de actie gegooid. Arlidge moet gedacht hebben: die lezers wil ik meteen op het puntje van hun stoel hebben. Dat lukt hem goed. Je nagels krijgen wat te verduren terwijl je hoofdstuk na hoofdstuk verslindt om te kijken hoe het toch afloopt met die arme jongen uit het eerste hoofdstuk. Arlidge weet dan ook goed hoe hij spanning op moet bouwen en de lezer om de tuin moet leiden.
De korte hoofdstukken en perspectiefwisselingen werken hierbij versterkend. Dit laatste element is helaas tegelijk ook een valkuil. Arlidge introduceert veel personages, waardoor het soms lastig is om bij te houden wie wie ook alweer is en wat hun rol precies is. Sommige personages hebben niet eens echt een toegevoegde waarde, zoals de journaliste, maar lijken in het boek gestopt te zijn omdat ze in vorige delen ook verschenen.
Daarnaast stoort het dat als we bijvoorbeeld een hoofdstuk vanuit Helen lezen, we tussen neus en lippen door beschreven krijgen hoe Charlie zich voelt. Dat kan Helen helemaal niet weten en dat soort inconsistenties in de verteltechniek storen. Dit geldt ook voor de puzzelstukjes die af en toe wat geforceerd in het overkoepelende plaatje geduwd worden. Zo zijn er situaties waarin het vreemd is dat Helen geen vraagtekens plaatst bij wat getuigen haar vertellen. Als de lezer al sceptisch is, dan zou een inspecteur dat zeker moeten zijn.
Als je hier doorheen kijkt levert Arlidge, zoals we gewend zijn, een thriller met een hoge spanningsboog af. Dat is knap als je je bedenkt dat hij zo’n twee boeken per jaar aflevert. Toch doet dit gegeven afvragen: wat kan hij bereiken als hij iets meer de tijd neemt en eens een jaar achter zijn bureau gaat zitten om echt een meesterwerk af te leveren? Want dat Arlidge goed kan schrijven, daar valt niet over te twisten.
Reageer op deze recensie