Jacht op uitkeringstrekkers
Jussi Adler-Olsen is op dreef. Zijn serie over afdeling Q scoort internationaal goed en dus is er geen reden om afscheid te nemen van Carl, Assad en Rose. Sterker nog, in het zevende deel, Selfies krijgen we meer inzicht in een van de hoofdpersonages: Rose.
Houd je hoofd er goed bij, want in Selfies krijgt afdeling Q meerdere zaken voor de kiezen. Carl Mørck, brigadier van de afdeling, wordt door zijn oude chef Marcus gebeld. Een nieuwe moordzaak zou namelijk opvallend veel gelijkenissen vertonen met een oude zaak. Carl kan echter niet zomaar zijn tanden in de nieuwe zaak zetten, want Rose blijkt de afgelopen maanden haar werk niet goed te hebben gedaan, waardoor het politiekorps de afdeling op wil schorten. Als hij Rose hier opheldering over wil vragen, blijkt ze haar spullen hebben gepakt: ze heeft het kantoor verlaten. De zaak in boek zes is haar niet in de koude kleren gaan zitten en ze belandt dan ook in een neerwaartse spiraal.
Ondertussen is Anne-Lise Svendsen (Anneli) boos. De bijstandsconsulente is ziek, ernstig ziek. Maar waarom kan er aan haar leven een vervroegd einde komen als het gespuis van de aarde mag blijven? Iedere dag komt ze ze weer tegen: jonge, knappe meisjes in merkkleding die alleen maar aan zichzelf denken - en van een uitkering leven. Anneli besluit niet bij de pakken neer te gaan zitten en zoveel mogelijk van die meiden mee te nemen in haar ondergang.
Jussi Adler-Olsen blijft een koning in zijn genre. Interessant aan zijn thrillers is dat het eigenlijk zelden echt de vraag is wie ‘het’ heeft gedaan: we volgen naast afdeling Q immers ook de moordenaar en de slachtoffers. Een vast recept voor zijn boeken en dat werkt. In Selfies heeft Adler-Olsen een situatie gepakt die niet geheel ondenkbaar is: een vrouw die zich ontzettend stoort aan uitkeringstrekkers. De vrouw noch haar slachtoffers zijn sympathiek, maar toch gaan de hoofdstukken in sneltreinvaart voorbij. Je wilt per se weten wat Anneli’s volgende stappen zijn, of de meisjes doorkrijgen dat ze doelwitten zijn en natuurlijk of - en hoe - afdeling Q op het juiste spoor beland.
Fijn aan dit boek is dat we meer te zien krijgen van de trouwe sidekicks van Carl. Tenminste, van Rose. Adler-Olsen heeft sinds het allereerste deel puzzelstukjes geplaatst over dit personage. Dat maakte haar interessant, maar ook wat ongrijpbaar: want waarom deed ze soms alsof ze een van haar zussen was? En had ze dat zelf wel door, of dacht ze écht dat ze veranderde in iemand anders? In dit boek laat Adler-Olsen het gehele plaatje zien. En dat is goed, want dat geeft Rose veel meer diepte. Tegelijk wekt dat de vraag wanneer we meer over Assad krijgen te lezen. Hij is er ook al sinds het eerste boek bij, maar eigenlijk is zijn achtergrond nog net zo mysterieus als toen hij er net was.
Enig minpuntje aan Selfies is dat de stappen in de plot soms wat onlogisch zijn. Af en toe komt het kruimelspoor wat gekunsteld over, zoals een blad van een boom dat drie weken op een grasveld lag en zonder blikken of blozen als potentieel bewijs gezien werd.
In ieder geval is dit boek een waardige opvolger in de reeks. Laten we hopen op een Assad-gecentreerd deel acht!
Reageer op deze recensie