Lezersrecensie
Geloof het, of niet.....
Als ik aan een nieuw boek begin, maak ik soms de keuze om me in de auteur te verdiepen. Dat heb ik bij dit boek ook gedaan. De auteur heeft dit boek geschreven in 1960. En als je het internet afstruint zie je veel lovende kritieken, en hoe dit boek levens heeft veranderd en diepe inzichten heeft gegeven door mystieke kennis uit het oude Egypte te onthullen.
Mijn verwachtingen waren dus hooggespannen. Tot ongeveer de helft van het boek was ik enthousiast. Af en toe met taaie stukken, waar de auteur mij even kwijtraakte, maar zeker boeiend. Ik begrijp uit mijn verdieping dat de auteur ervan overtuigd is dat zij echt priesteres is geweest, en dat respecteerde ik. Maar het gedetailleerd opschrijven betekent nog niet dat het waar is. Je gelooft haar of niet.
Er zaten zeker lezenswaardige inzichten in, maar die waren voor mij niet verrassend of nieuw. De auteur heeft een gedetailleerd eigen beeld van het oude Egypte, maar kon mij daarin niet overtuigen. Zware rotsblokken werden gedematerialiseerd waardoor ze zo licht als veertjes werden, en zo waren de pyramides in het echt gebouwd. Het gedachtenexperiment kan ik waarderen, maar het ook geloven……
In het volgende stuk begeeft de auteur zich op het vlak van de Egyptische sterrenkunde en de astrologie. Ik heb dat niet snel, maar ik vond dit stuk niet te volgen. Vooral door de link met het religieuze. Om dit toe te lichten: dat de driehoeksvorm van de heilige piramiden het getal drie bevat en dat in het geloof van de auteur wordt gesproken over een drie-eenheid van de Kenner, het Gekende en het Kennen kan ik volgen, maar bewijst de overeenkomst dit geloof?
Daarnaast lijdt het boek wat mij betreft aan anachronisme. De auteur legt in een disclaimer op blz 144 uit dat het een bewuste keuze is om hedendaagse termen te gebruiken. Helder, maar toch leest het verwarrend als in het oude Egypte de auteur een geur omschrift met een term die pas in 1840 aan deze geur is gegeven (ozon).
En dat iemand in deze tijd een visioen herbeleeft uit de Egyptische tijd en in die tijd voorspellingen doet van dingen die ze nu kent, werkt ook niet mee om het boek als waargebeurd te bestempelen.
Mijn beeld is dat de auteur zich het hele boek verheven voelde boven de niet-ingewijden, ook omdat zij af zou stammen van godenzonen. Ik had daar moeite mee. En op het einde werd dat nog erger door de anti-climax die uit de Bouquetreeks lijkt te komen. Met als klapstuk een stukje dat in deze tijd zou worden bestempeld als racistisch. Maar hé, het was wel 1960….
Blijf ik achter met de vraag of ik fictie of non-fictie heb gelezen. Ik zou zeggen fictie, de auteur en haar aanhangers gaan voor non-fictie. Trek vooral je eigen conclusie. Ik heb, op de wetenschappelijk bedoelde onderdelen na, het boek toch geboeid gelezen.
Mijn verwachtingen waren dus hooggespannen. Tot ongeveer de helft van het boek was ik enthousiast. Af en toe met taaie stukken, waar de auteur mij even kwijtraakte, maar zeker boeiend. Ik begrijp uit mijn verdieping dat de auteur ervan overtuigd is dat zij echt priesteres is geweest, en dat respecteerde ik. Maar het gedetailleerd opschrijven betekent nog niet dat het waar is. Je gelooft haar of niet.
Er zaten zeker lezenswaardige inzichten in, maar die waren voor mij niet verrassend of nieuw. De auteur heeft een gedetailleerd eigen beeld van het oude Egypte, maar kon mij daarin niet overtuigen. Zware rotsblokken werden gedematerialiseerd waardoor ze zo licht als veertjes werden, en zo waren de pyramides in het echt gebouwd. Het gedachtenexperiment kan ik waarderen, maar het ook geloven……
In het volgende stuk begeeft de auteur zich op het vlak van de Egyptische sterrenkunde en de astrologie. Ik heb dat niet snel, maar ik vond dit stuk niet te volgen. Vooral door de link met het religieuze. Om dit toe te lichten: dat de driehoeksvorm van de heilige piramiden het getal drie bevat en dat in het geloof van de auteur wordt gesproken over een drie-eenheid van de Kenner, het Gekende en het Kennen kan ik volgen, maar bewijst de overeenkomst dit geloof?
Daarnaast lijdt het boek wat mij betreft aan anachronisme. De auteur legt in een disclaimer op blz 144 uit dat het een bewuste keuze is om hedendaagse termen te gebruiken. Helder, maar toch leest het verwarrend als in het oude Egypte de auteur een geur omschrift met een term die pas in 1840 aan deze geur is gegeven (ozon).
En dat iemand in deze tijd een visioen herbeleeft uit de Egyptische tijd en in die tijd voorspellingen doet van dingen die ze nu kent, werkt ook niet mee om het boek als waargebeurd te bestempelen.
Mijn beeld is dat de auteur zich het hele boek verheven voelde boven de niet-ingewijden, ook omdat zij af zou stammen van godenzonen. Ik had daar moeite mee. En op het einde werd dat nog erger door de anti-climax die uit de Bouquetreeks lijkt te komen. Met als klapstuk een stukje dat in deze tijd zou worden bestempeld als racistisch. Maar hé, het was wel 1960….
Blijf ik achter met de vraag of ik fictie of non-fictie heb gelezen. Ik zou zeggen fictie, de auteur en haar aanhangers gaan voor non-fictie. Trek vooral je eigen conclusie. Ik heb, op de wetenschappelijk bedoelde onderdelen na, het boek toch geboeid gelezen.
2
Reageer op deze recensie