De personages zijn alledaags, en toch onvergetelijk
Bram Dehouck had in 2010 de primeur: hij won als eerste auteur de dubbel. Voor De minzame moordenaar nam hij de Gouden Strop voor de beste Nederlandstalige misdaadroman én de Schaduwprijs voor het beste debuut in ontvangst. Niet alleen was er een hoop commotie over de toekenning van twee prijzen voor een en hetzelfde boek (dat kon toch niet de bedoeling zijn), het boek werd ook nog eens uitgegeven door de volledig onbekende uitgeverij Van Halewyck. Het zal waarschijnlijk bij deze ene keer blijven, maar het leverde Dehouck veel aandacht en uiteindelijk een overstap naar uitgeverij De Geus op.
Een zomer zonder slaap uit 2011 is zijn tweede misdaadroman en behoort tot een van de kanshebbers voor de Gouden Strop. Dehouck is een van de vijf Vlaamse misdaadauteurs op de longlist. Niet onbegrijpelijk, want met Een zomer zonder slaap weet Bram Dehouck zijn aparte status in de Nederlandstalige misdaadliteratuur goed vast te houden.
Het drama in Blaashoek begon zoals alle grote drama's: met een onbenulligheid en Eigenlijk begon alle ellende ongeveer bij iedereen gelijktijdig, maar laten we voor de overzichtelijkheid nu ook maar met de slager beginnen. De eerste en de laatste zin van de proloog. Na het lezen ervan weet je als lezer dat je geen standaard misdaadroman in handen hebt. De moraal van het verhaal zit besloten in die ene eerste zin. Hoe kleine onbeduidende beslissingen soms kunnen leiden tot niet te overziene dramas. In Blaashoek begint het allemaal met de plaatsing van tien windmolens op een steenworp afstand van het gehucht. Het onschuldige project voor groene stroom, waarmee de burgervader van het slaapdorpje vooral aanstuurde op persoonlijke roem, blijkt een zeer negatieve uitwerking op de inwoners te hebben. Naast energie zorgen de windmolens namelijk vooral voor problemen. De slapeloosheid van slager Herman Bracke, in de wijde omtrek bekend om zijn niet te versmaden paté, is slechts een voorbeeld, maar wel eentje met onverwachte, verstrekkende gevolgen.
Bram Dehouck heeft een bijzondere line-up gekozen voor de cast van zijn boek. Een slager, een apotheker, een vluchteling, een overspelige echtgenote, een zielige eenling, een verliefde puber, een doodgewone postbode. Het is bijzonder knap hoe de auteur van uitermate gewone en vooral alledaagse mensen onvergetelijke personages heeft gemaakt met af en toe karikaturale trekken.
Ondanks de aanwezige spanningsboog is het boek geen voer voor de rechttoe rechtaan thrillerlezer. De spanning zit besloten in de structuur van het verhaal, de ontwikkeling van de personages en het gebruik van precies de juiste woorden en heeft veel minder van doen met een nagelbijtend spannende plot. Na het rustig opzetten van alle verhaallijnen werkt Dehouck toe naar een verrassende ontknoping die het meest te vergelijken is met het bekende domino-effect. In een razendsnel tempo laat hij zien tot welke persoonlijke drama's een paar windmolens kan leiden.
Schrijvers als Bram Dehouck, Elvin Post (Roomservice) en Suzanne Hazenberg (Obstructie) laten zien dat het Nederlandstalige misdaadgenre echt volwassen is geworden en dat er ook ruimte is voor 100% personage-gedreven plots. Petje af!
Reageer op deze recensie