Hebban recensie
Een luguber sprookje
James Patterson, bekend om zijn actiethrillers met Alex Cross in de hoofdrol, maakt af en toe een uitstapje naar een op zich zelf staand verhaal. Hoor de wind waait is zon uitstapje - in Nederland in 2000 verschenen - en is op zijn minst een bijzondere Patterson te noemen. Niet alleen is geen rol weggelegd voor Alex Cross, hij neemt in dit verhaal ook nog eens een loopje met geloofwaardigheid. Persoonlijk vind ik dit jammer en het duurt bij mij dan ook verschrikkelijk lang voordat ik in het verhaal zit.
FBI-agent Kit Harrison (eigenlijk Tom Brennan) zet, buiten de duidelijke opdracht van het Bureau om, zijn onderzoek naar een een geheim genetische onderzoeksinstituut voort. Terwijl hij op vakantie wordt geacht te zijn, strijkt hij neer in de blokhut van dierenarts Frannie ONeill, wiens overleden echtgenoot waarschijnlijk deel uitmaakte van dit instituut. Het verhaal komt op gang wanneer Frannie in de bossen een wonderlijk wezen tegen het lijf loopt: een prachtig mooi meisje met vleugels. Hierover vertelt ze tegen Kit en de link is gelegd. Samen gaan ze op onderzoek uit.
Op zijn eigen vertrouwde wijze kruipt Patterson in de huid van de verschillende karakters in het boek. Maar het lukt hem slechts een enkele keer om de spanning redelijk op te voeren. Het grootste gedeelte van het verhaal is nog het meest te vergelijken met een sprookje, wel een behoorlijke lugubere. De held tegenover een misdadig slecht brein - vliegende engeltjes incluis - net allemaal even too much. Een goed plot waar zeker meer mee mogelijk was, zonder te af te dwalen in allerlei situaties met vliegende kinderen en heldhaftig stuntwerk.
FBI-agent Kit Harrison (eigenlijk Tom Brennan) zet, buiten de duidelijke opdracht van het Bureau om, zijn onderzoek naar een een geheim genetische onderzoeksinstituut voort. Terwijl hij op vakantie wordt geacht te zijn, strijkt hij neer in de blokhut van dierenarts Frannie ONeill, wiens overleden echtgenoot waarschijnlijk deel uitmaakte van dit instituut. Het verhaal komt op gang wanneer Frannie in de bossen een wonderlijk wezen tegen het lijf loopt: een prachtig mooi meisje met vleugels. Hierover vertelt ze tegen Kit en de link is gelegd. Samen gaan ze op onderzoek uit.
Op zijn eigen vertrouwde wijze kruipt Patterson in de huid van de verschillende karakters in het boek. Maar het lukt hem slechts een enkele keer om de spanning redelijk op te voeren. Het grootste gedeelte van het verhaal is nog het meest te vergelijken met een sprookje, wel een behoorlijke lugubere. De held tegenover een misdadig slecht brein - vliegende engeltjes incluis - net allemaal even too much. Een goed plot waar zeker meer mee mogelijk was, zonder te af te dwalen in allerlei situaties met vliegende kinderen en heldhaftig stuntwerk.
1
Reageer op deze recensie