On the road
"Ik heb gewoon een dyslectisch hart. Ik voel het allemaal wel en iedereen legt het me ook heel vaak uit, maar ik krijg het goede plaatje er niet bij". Zie hier het probleem van de hoofdpersoon Anna van Veen. Gelukkig komt zij in het ziekenhuis op één kamer te liggen met Vandersteen en nog een Anna, die haar probleem herkennen. Samen vormen zij in deze tweede roman van Hanneke Hendrix de 'dyslectische-hartenclub'. In 2012 debuteerde de schrijfster met haar roman De Verjaardagen, die genomineerd werd voor de Academica Literatuurprijs en de Dioraphte Literatuurprijs.
De dyslectische-hartenclub bestaat voor een groot deel uit dialogen tussen drie vrouwen die alle drie vanwege brandwonden in het ziekenhuis belanden. Alle drie hebben hun redenen om niet meteen alles over hun leven te vertellen en als lezer kom je de achtergronden van de drie vrouwen dan ook maar langzaam te weten. Anna van Veen, de ik-persoon, is een vrouw van middelbare leeftijd, getrouwd maar erg op zichzelf. Als kind was ze al altijd alleen, had geen vrienden, maar dagdroomde. "Ik verzon een verhaal dat ik net zo lang gebruikte tot het me begon te vervelen en dan verzon ik een nieuw. Ik herinner me ze nog precies. Alsof het echt was gebeurd. Zo hoorde het te zijn. Nooit vond ik in het echte leven wat bij dat gevoel hoorde. Nooit, tot ik bij Vandersteen en Anna in het ziekenhuis belandde".
Vandersteen (op de radio wordt zij als Anna V. betiteld) is al wat ouder en weet op alles raad, zij is de meest communicatieve van de drie en neemt het meeste initiatief. De derde Anna is het meest verminkt, de rustigste van de drie en ze weigert in het ziekenhuis haar naam te noemen waardoor ze in de media 'De Derde Vrouw' wordt genoemd.
"En toen ging het mis" staat als enige tekst op pagina 68. De vrouwen voelen zich niet meer veilig in het ziekenhuis, ondanks de bewaking van een politieagent voor de deur, en besluiten te vluchten. Ze stelen auto's, krijgen onderdak of eisen onderdak en het boek neemt de vorm aan van een spannende ‘roadmovie’. Het doel is een idyllisch houten huisje op een eiland dat Anna van Veen van haar ouders geërfd heeft en waar ze veilig zullen zijn. Als lezer weet je eigenlijk al vanaf het begin dat dit niet goed kan gaan.
De toon in de dialogen is humoristisch, soms zelfs hilarisch, ondanks alles wat de vrouwen meemaken. Tijdens flashbacks lezen we wat de vrouwen vroeger meegemaakt hebben en is de toon serieuzer en zwaarmoediger. Belangrijke motieven zijn het platteland waar de vrouwen zich prettig en veilig voelen en truckers die hen helpen omdat ze de vrouwen bewonderen vanwege hun rebelse gedrag.
De roman eindigt zoals hij begint: Anna van Veen ligt alleen op een kamer in een ziekenhuis met een politieagent voor de deur. "De dyslectische-hartenclub bestaat nog wel, maar ik ben de enige" bedenkt Anna. "Anna en Vandersteen. Soms lijkt het of ze nooit echt bestaan hebben". Dat zijn precies de vragen die bij de lezer achterblijven na het lezen van deze roman: wat was echt en wat niet? Waren er drie Anna's of toch maar één?
Reageer op deze recensie