Lezersrecensie
Mijn belevenissen met Opreis door de Algarve met Arthur van Amerongen.
Een paar jaar geleden repte ik mij na het verkrijgen van Het Grote Foute Jongens boek van Arthur van Amerongen en Rob Hoogland richting hun illustrator en vroeg hem om een handtekening.
Zo’n handtekening van Gabriël Kousbroek is een belevenis op zich, want terwijl ik toekeek maakte hij in mijn boek een piepklein zelfportretje. “Wat is je naam?” vroeg dhr. Kousbroek
“Sandra,” antwoordde ik.
“Welke Sandra?”
“Sandra Straatman.”
En toen sprak hij de gevleugelde woorden:
“O, dié Sandra…”
Een beetje verbluft keek ik toe hoe het signeren werd afgerond met een tekst in een tekstballon.
De tekst luidde: Voor Sandra -Van Gabriël – Neem ’t getekende met een korrel zout! – xxx!
Dat ‘o, díe Sandra’ en de intens afkeurende blik van de kunstenaar – die hij onderwijl stoïcijns op zijn werk gericht hield – kwamen natuurlijk niet uit de lucht vallen. Op het grote boze Facebook was tussen Kousbroek en mij eens een misverstand ontstaan doordat ik op dat moment de waarde van het gebruik van de emoticons nog niet goed wist in te schatten.
Er kwam rond de feestdagen op Facebook een tekening van Kousbroek voorbij van een tafereel waarop een orgie plaatsvond die zich in een volmaakte cirkel afspeelde. “Wanneer was dat?” grapte ik enthousiast “Met kerst? En wie is wie? En wie hield er zijn bergschoenen en zijn sokken aan? Dhr. van Amerongen?”
Terwijl Arthur van Amerongen de zaken vrolijk nog wat erger maakte dan ze al waren reageerde dhr. Kousbroek, kennelijk netter opgevoed dan ik vermoedde, zeer gepikeerd op mijn tekst en antwoordde dat het om een illustratie ging, die niets van doen had met wiens kerstdiner dan ook en dat ik niet alles serieus moest nemen wat hij tekende. Vanaf dat moment gooi ik op de sociale media iedereen waar ik op reageer dood met emoticons, gifs en afbeeldingen, uit een diepgewortelde angst dat ik anderen net zo doodongelukkig maak als Gabriël Kousbroek in dat kille najaar van 2016.
Je vraagt je na zo’n enorm verhaal over Kousbroek waarschijnlijk af wat dit nu eigenlijk allemaal te maken heeft met het nieuwste geesteskind van Arthur van Amerongen, maar het is logischer dan je denkt:
‘Op reis door de Algarve met Arthur van Amerongen’ – een verzameling van columns rond dhr. van Amerongens huidige land van herkomst die rijkelijk voorzien is van bijpassende illustraties van dhr. Kousbroek – schrijft de schrijver namelijk dat hij geen fantasie heeft. Maar fantasie of niet, Arthur van Amerongen heeft wél het enorme creatieve talent om de wegen, de waarheden en het leven zodanig te beschrijven dat het eigenlijk niet te doen is om precies uit te zoeken waar de humor begint en waar de ellende eindigt. Al lezend word je meegesleept – en dan niet in de negatieve zin van het woord – door de Algarve en tussen de regels door lees je precies waar je wel of niet naartoe moet, wat er wel of niet te doen is en waarom het er wel of niet leuk is om heen te gaan. Of je al die dingen dan ook wel of juist niet moet bezichtigen of bezoeken laat hij door zijn innemende manier van schrijven volledig aan de lezer over, de lezer wellicht in blijde verwarring achterlatend. En daarom roept dit boek bij mij de herinnering op aan de arme Gabriël Kousbroek, die mij hopelijk inmiddels heeft vergeven.
Ik heb ‘Op reis door de Algarve met Arthur van Amerongen’ nog lang niet uit – en gelukkig maar, want ik geniet me echt een slag in de rondte. Ik vind het een boek voor een rijkgeschakeerde groep lezers: Mensen die onder geen enkele voorwaarde naar Portugal willen vinden er een bevestiging dat ze er niets te zoeken hebben, terwijl mensen die er al jaren met heel veel plezier komen, wonen of overwinteren er een bevestiging in vinden van hun overtuiging dat de hele wereld gelukkiger zou zijn als de voltallige mensheid naar de Algarve zou emigreren.
Het is een heerlijk boek voor mensen die gek zijn op de onnavolgbare schrijfstijl van Arthur van Amerongen en het is absoluut een kado-idee waar je menig jarige blij mee maakt (al zou ik wel voorzichtig zijn met de tere ziel van je oude tante in de Bijbelbelt, want daarbij zou van Amerongen wel eens nét iets te veel emoties kunnen oproepen). Als iemand niet van lezen houdt dan is nog steeds een lust voor het oog vanwege de prachtig geïllustreerde kaft. Zelfs als je het boek ondersteboven op het bureau van je puberende kleinzoon legt zou hij er nog heel veel plezier aan kunnen beleven.
Dus op de vraag ‘Moet ik dat boek nu wel voor mezelf/de buurvrouw/Ome Erik/mijn collega kopen, of niet?’ zou ik uit het diepst van mijn hart antwoorden: Ja, doe maar. Het is echt de moeite waard!
Update: dhr. Kousbroek heeft mij schriftelijk geadviseerd om dat wat hij zégt ook maar met een korreltje zout te nemen en er is inmiddels een tweede boek over de Algarve in de maak!
Zo’n handtekening van Gabriël Kousbroek is een belevenis op zich, want terwijl ik toekeek maakte hij in mijn boek een piepklein zelfportretje. “Wat is je naam?” vroeg dhr. Kousbroek
“Sandra,” antwoordde ik.
“Welke Sandra?”
“Sandra Straatman.”
En toen sprak hij de gevleugelde woorden:
“O, dié Sandra…”
Een beetje verbluft keek ik toe hoe het signeren werd afgerond met een tekst in een tekstballon.
De tekst luidde: Voor Sandra -Van Gabriël – Neem ’t getekende met een korrel zout! – xxx!
Dat ‘o, díe Sandra’ en de intens afkeurende blik van de kunstenaar – die hij onderwijl stoïcijns op zijn werk gericht hield – kwamen natuurlijk niet uit de lucht vallen. Op het grote boze Facebook was tussen Kousbroek en mij eens een misverstand ontstaan doordat ik op dat moment de waarde van het gebruik van de emoticons nog niet goed wist in te schatten.
Er kwam rond de feestdagen op Facebook een tekening van Kousbroek voorbij van een tafereel waarop een orgie plaatsvond die zich in een volmaakte cirkel afspeelde. “Wanneer was dat?” grapte ik enthousiast “Met kerst? En wie is wie? En wie hield er zijn bergschoenen en zijn sokken aan? Dhr. van Amerongen?”
Terwijl Arthur van Amerongen de zaken vrolijk nog wat erger maakte dan ze al waren reageerde dhr. Kousbroek, kennelijk netter opgevoed dan ik vermoedde, zeer gepikeerd op mijn tekst en antwoordde dat het om een illustratie ging, die niets van doen had met wiens kerstdiner dan ook en dat ik niet alles serieus moest nemen wat hij tekende. Vanaf dat moment gooi ik op de sociale media iedereen waar ik op reageer dood met emoticons, gifs en afbeeldingen, uit een diepgewortelde angst dat ik anderen net zo doodongelukkig maak als Gabriël Kousbroek in dat kille najaar van 2016.
Je vraagt je na zo’n enorm verhaal over Kousbroek waarschijnlijk af wat dit nu eigenlijk allemaal te maken heeft met het nieuwste geesteskind van Arthur van Amerongen, maar het is logischer dan je denkt:
‘Op reis door de Algarve met Arthur van Amerongen’ – een verzameling van columns rond dhr. van Amerongens huidige land van herkomst die rijkelijk voorzien is van bijpassende illustraties van dhr. Kousbroek – schrijft de schrijver namelijk dat hij geen fantasie heeft. Maar fantasie of niet, Arthur van Amerongen heeft wél het enorme creatieve talent om de wegen, de waarheden en het leven zodanig te beschrijven dat het eigenlijk niet te doen is om precies uit te zoeken waar de humor begint en waar de ellende eindigt. Al lezend word je meegesleept – en dan niet in de negatieve zin van het woord – door de Algarve en tussen de regels door lees je precies waar je wel of niet naartoe moet, wat er wel of niet te doen is en waarom het er wel of niet leuk is om heen te gaan. Of je al die dingen dan ook wel of juist niet moet bezichtigen of bezoeken laat hij door zijn innemende manier van schrijven volledig aan de lezer over, de lezer wellicht in blijde verwarring achterlatend. En daarom roept dit boek bij mij de herinnering op aan de arme Gabriël Kousbroek, die mij hopelijk inmiddels heeft vergeven.
Ik heb ‘Op reis door de Algarve met Arthur van Amerongen’ nog lang niet uit – en gelukkig maar, want ik geniet me echt een slag in de rondte. Ik vind het een boek voor een rijkgeschakeerde groep lezers: Mensen die onder geen enkele voorwaarde naar Portugal willen vinden er een bevestiging dat ze er niets te zoeken hebben, terwijl mensen die er al jaren met heel veel plezier komen, wonen of overwinteren er een bevestiging in vinden van hun overtuiging dat de hele wereld gelukkiger zou zijn als de voltallige mensheid naar de Algarve zou emigreren.
Het is een heerlijk boek voor mensen die gek zijn op de onnavolgbare schrijfstijl van Arthur van Amerongen en het is absoluut een kado-idee waar je menig jarige blij mee maakt (al zou ik wel voorzichtig zijn met de tere ziel van je oude tante in de Bijbelbelt, want daarbij zou van Amerongen wel eens nét iets te veel emoties kunnen oproepen). Als iemand niet van lezen houdt dan is nog steeds een lust voor het oog vanwege de prachtig geïllustreerde kaft. Zelfs als je het boek ondersteboven op het bureau van je puberende kleinzoon legt zou hij er nog heel veel plezier aan kunnen beleven.
Dus op de vraag ‘Moet ik dat boek nu wel voor mezelf/de buurvrouw/Ome Erik/mijn collega kopen, of niet?’ zou ik uit het diepst van mijn hart antwoorden: Ja, doe maar. Het is echt de moeite waard!
Update: dhr. Kousbroek heeft mij schriftelijk geadviseerd om dat wat hij zégt ook maar met een korreltje zout te nemen en er is inmiddels een tweede boek over de Algarve in de maak!
1
Reageer op deze recensie