Een vlakke uitwerking van een boeiend onderwerp
De Amerikaanse Pam Jenoff is naast schrijfster ook juriste en hoogleraar. Tijdens haar stationering op het consulaat in Krakau werd haar interesse in de Pools-Joodse verhoudingen en de Holocaust gewekt. Inmiddels zijn er meerdere historische romans van haar hand verschenen en is de Tweede Wereldoorlog een onderwerp dat ze veelvuldig in haar boeken gebruikt. Zo ook in De verdwenen meisjes uit Parijs, echter heeft Jenoff er ditmaal voor gekozen een minder bekend aspect aan te halen.
De inspanningen van de vrouwelijke divisie van de Britse geheime dienst, de SOE (Special Operations Executive), is zelfs tot ver na de oorlog onopgemerkt gebleven. In De verdwenen meisjes uit Parijs dicht Jenoff deze vrouwen een heldenrol toe door een mogelijk scenario te schetsen waarin de spionnen in Frankrijk worden gestationeerd om de Duitsers te saboteren. Gedurende de missies lopen de vrouwen groot gevaar en wanneer zij niet huiswaarts keren, begint een zoektocht naar de verdwenen meisjes.
In De verdwenen meisjes uit Parijs lezen we afwisselend vanuit de perspectieven van drie vrouwen. Grace vindt kort na de oorlog een koffer met daarin twaalf foto’s van jonge vrouwen, Eleanor richt in haar eentje de vrouwenafdeling van de SOE op en Marie is een van de gerekruteerde vrouwen die naar Frankrijk vertrekt. De lezer wordt getrakteerd op een divers beeld van de oorlog. Niet alleen wordt inzichtelijk hoe het er bij de geheime dienst en in het oorlogsgebied aan toeging, maar door de verhaallijn van Grace wordt ook duidelijk wat de naoorlogse gevolgen waren. Als Amerikaanse werkzaam bij een advocatenkantoor heeft Grace dagelijks te maken met vluchtelingen, wezen en een grote papieren puinhoop. Dat wordt nog eens extra duidelijk wanneer zij de gevonden koffer aan de rechtmatige eigenaar wil teruggeven.
De driedeling in de plot zorgt ervoor dat de zwaarte van het boek minder ligt op de gebeurtenissen tijdens de oorlog. De aandacht moet immers worden gedeeld met de inrichting van de SOE en de zoektocht naar de verdwenen meisjes. Enerzijds maakt dit het geheel divers en afwisselend, anderzijds zorgt het er ook voor dat er minder ruimte is om onderdelen goed uit te werken. Jenoff neemt bijvoorbeeld veelvuldig de tijd om het coderen van geheime boodschappen uit te leggen. Daarentegen krijgt de dropping van Marie boven bezet gebied weinig aandacht. Bij spannende passages is Jenoff zuinig met details en ook als het gaat om de uitwerking van emoties laat Jenoff het afweten. De personages zijn hierdoor soms moeilijk te doorgronden en het lijkt alsof ze abrupt en zonder enige twijfel van mening veranderen. De interne dialogen zijn kort. Juist de stukken waar met personages meegeleefd kan worden, zijn hierdoor te snel voorbij en ook de echte gruwelijkheden van de oorlog zijn achterwege gelaten terwijl die de plot juist aangrijpender hadden kunnen maken.
Toch doet dat niets af aan het feit dat de individuele verhalen van de vrouwen door de prettige schrijfstijl goed te volgen en bovenal interessant zijn om over te lezen. In het nawoord vertelt Jenoff dat ze tijdens het onderzoek voor haar boek stuitte op het verhaal van Vera Atkins, die tijdens de WOII vrouwelijke spionnen onder haar hoede had. Hoewel De verdwenen meisjes uit Parijs geïnspireerd is op ware feiten, blijft het een fictief verhaal. Desondanks zet het geschetste scenario aan tot denken. Hoever mag een land gaan om een oorlog te beëindigen, wat is geoorloofd? Zou de uitgedachte mogelijkheid over de onderschepte gecodeerde berichten en het op het spel zetten van de levens van meerdere SOE-agenten, waarheid kunnen zijn?
De verdwenen meisjes uit Parijs is boeiend en anders dan de meeste romans in dit genre vanwege het weinig bekende onderwerp. Het boek is een ode aan de vrouwelijke helden van de Tweede Wereldoorlog, maar laat ook zien dat iedere vrouw een held kan zijn. Helaas zal door het ontbreken van diepgang op essentiële punten in de verhaallijn De verdwenen meisjes uit Parijs je niet met een brok in de keel achterlaten.
Reageer op deze recensie