Een verhaal vol wonderen
Kun je het je voorstellen? Je bent bezig met dat wat je zo vaak doet, net als op andere dagen. Ineens voel je iets kriebelen bij je borst. Eerst heel licht, maar het wordt steeds heviger en even denk je dat je ziek wordt. Een hartaanval? Wat is dat voor gefladder? Wanneer je in het borstzakje van je overhemd kijkt, zie je daar een wezentje. Een heel klein jongetje met een wit jurkje, een bos gouden krullen en… vleugels! Is dit hoe engelen eruitzien?
Dat overkomt Bert Brown wanneer hij aan het werk is als buschauffeur. Hij is onderweg met dezelfde bus als altijd, over dezelfde wegen als altijd en met dezelfde passagiers als altijd. Bert besluit het engeltje mee te nemen naar huis. Bert en zijn vrouw Betty noemen de engel Angelino en behandelen hem alsof het hun eigen zoon is. Ook op de school waar Betty werkt, wordt Angelino door de kinderen warm onthaald. Maar als je zo bijzonder bent als Angelino, ligt er gevaar op de loer, want iedereen wil wel zo’n mooi schepseltje hebben.
David Almond is schrijver van jeugdboeken en romans. Vaak hebben zijn verhalen een filosofische insteek en werkt hij met uitersten. Het verhaal van Angelino Brown is zoals de titel al zegt ‘wonderlijk’. Het is een verhaal dat je niet elke dag zult meemaken. Almond schetst met zijn woorden een hele gekke situatie over een engel die ineens opduikt en meedraait in de gewone wereld. Hij eet en slaapt net als jij en ik, maar als avondmaaltijd eet hij brood, jam en fruithartjes en hij slaapt in een schoenendoos. Dat is gek! Daarnaast hebben de personages in het boek de vreemdste namen zoals die van de agenten Grond en Buil en buschauffeur Bob Bleekintsop. Toch zijn de gebeurtenissen voor de kinderen in het boek de gewoonste zaak van de wereld en daarmee ook voor de lezer. Het wonderlijke verhaal van Angelino Brown laat zien dat het niet uitmaakt als je anders bent, iedereen hoort erbij. Zélfs wanneer je er stiekem heel graag bij wilt horen en daardoor rare dingen doet of als je al volwassen bent.
‘“Ik wil eigenlijk geen waarnemend hoofd meer zijn,” zegt juffrouw Mol heel zacht. “Dat geeft niks, juf,” zegt Alice. “U hoeft niets te zijn wat u niet zijn wil.”’
Eenmaal gestart in Het wonderlijke verhaal van Angelino Brown maakt de lezer van alles mee. De geschreven tekst is een sprint van wonderbaarlijkheden. De zinnen zijn lang, maar tevens hilarisch, gek en spannend. Dit zorgt ervoor dat de aandacht niet verslapt. Ook houdt Brown de aandacht vast door de korte hoofdstukken af te sluiten met een cliffhanger. Je wilt weten wie die mysterieuze jongen in het zwart is. Waarom wil hij Angelino afpakken en voor wie?
Toch lijkt de creatieve woordenstroom naarmate het verhaal vordert zijn kracht te verliezen. De pit verdwijnt waardoor het sprankelende vuur zachtjes uitdooft. De clou van het verhaal is dan ook minder veelbelovend dan je aan het begin zou verwachten, maar desondanks is het een bijzonder verhaal.
Naast dat het boek is gevuld met een wonderlijk verhaal, is het ook rijkelijk gevuld met wonderlijke afbeeldingen. De Britse Alex T. Smith (1985) is illustrator én schrijver van jeugdboeken. Hij weet het verhaal perfect met beeld te ondersteunen. De grijze schetsen illustreren in één eenvoudig plaatje de gelezen tekst, maar zijn toch verre van simplistisch. Ze zijn erg gedetailleerd en daardoor een lust voor het oog. Een verrijking van het boek, je blijft kijken.
Het verhaal is lief, met een vleugje spanning. Door de lange zinnen is het boek geschikt voor de gevorderde lezer vanaf een jaar of negen. Maar juist door de lange spelende zinnen is dit ook een erg leuk verhaal om voor te lezen, zeker voor (beginnende) lezers die aan het einde van de dag geen energie over hebben om zelf te lezen. De voorlezer kan veel met snelheid en intonatie spelen en door de korte hoofdstukken is het gemakkelijk afgebakende stukken voor te lezen.
Het wonderlijke verhaal van Angelino Brown is wonderlijk in woord en beeld. Een creatieve uitspatting over anders zijn en ergens bij willen horen.
Reageer op deze recensie