Lezersrecensie
Beklemmend en somber
De Zwitserse auteur Charles-Ferdinand Ramuz (1878–1947) schreef ‘La grande peur dans la montagne’ al in 1926. Pas in 2019, bijna honderd jaar later, is dit boek voor het eerst in het Nederlands vertaald door Rokus Hofstede onder de titel ‘De grote angst in de bergen’.
Tot 2019 was Ramuz in Nederland slechts in heel kleine kring bekend, maar in Zwitserland behoort hij al decennia tot de grotere schrijvers. In de jaren 30 van de vorige eeuw kreeg hij de status van nationaal schrijver en deze waardering werd vijftig jaar na zijn overlijden, in 1997, opnieuw bevestigd door een afgedrukte afbeelding van Ramuz en een handgeschreven fragment (uit ‘Souvenir sur Igor Stravinsky’) op het bankbiljet van de tweehonderd Zwitsere frank (inmiddels is bestaat dit biljet niet meer).
Waar de Zwitsers Ramuz omarmen, werd hij binnen de Franse literatuur niet door iedereen gewaardeerd vanwege zijn dwarse schrijfstijl. Ramuz hield zich niet aan het klassieke Franse ideaal van harmonieus en helder taalgebruik. Ramuz schreef in zijn verhalen veel over het boerenleven en hij maakte gebruik van de ritmes en klanken op de spreektaal van de boeren.
Het verhaal speelt zich af in het bergdorp Sasseneire aan het begin van de 20e eeuw. Twintig jaar geleden is de alpenweide onder de gletsjer voor het laatst gebruikt. Wegens economische redenen zou het gunstig zijn als deze weide opnieuw in gebruik kan worden genomen en dat het vee er weer kan grazen. Er volgt een dorpsstemming. De ouderen stemmen tegen, zij zijn bang dat deze weide is vervloekt aangezien er twintig jaar geleden veel onheil over het dorp kwam, waaronder ziektes. De jongere generatie wil graag proberen om weer vee te drijven op de alm. Een groep van vijf mannen gaat vrijwillig (tegen een aantrekkelijke financiële vergoeding) naar boven om in drie maanden tijd de weide, de stallen en de berghut klaar te maken voor gebruik. En al snel gebeurt waar het halve dorp bang voor was: de eerste koeien sterven aan een raadselachtige ziekte, de mannen op de alm moeten in quarantaine en mogen het dorp niet meer in, uit angst dat ze de ziekte en het onheil mee zullen nemen. De angst wordt overal gevoeld. In het dorp en op de alm. Het verhaal beschrijft vooral hoe de mannen op de alm en de dorpsbewoners omgaan met deze plagen, onzekerheid en angst.
Ramuz maakt gebruik van veel herhalingen die niet storend werken, maar eerder de nadruk of urgentie ervan willen weergeven. De vertelperspectieven wisselen elkaar regelmatig af, soms zelfs middenin een zin. Dit geldt ook voor de werkwoordsvormen en verleden tijd of tegenwoordige tijd. Dit lijkt rommelig, maar het heeft mij nergens gestoord. Het zorgde er wel voor dat ik soms een stukje terug moest lezen omdat ik pas enkele alinea’s later doorhad vanuit welk perspectief er nu werd verteld.
Ramuz heeft met ‘De grote angst in de bergen’ een onheilspellend verhaal geschreven. Ik voelde de dreiging en voelde mij ook als lezer nietig tegenover de berg. Het lezen bezorgde een beklemmend gevoel door alle donkerte en somberheid in het verhaal.
Ik ben blij dat dit boek nu ook in het Nederlands is uitgegeven zodat ik kennis kon maken met Charles-Ferdinand Ramuz
Tot 2019 was Ramuz in Nederland slechts in heel kleine kring bekend, maar in Zwitserland behoort hij al decennia tot de grotere schrijvers. In de jaren 30 van de vorige eeuw kreeg hij de status van nationaal schrijver en deze waardering werd vijftig jaar na zijn overlijden, in 1997, opnieuw bevestigd door een afgedrukte afbeelding van Ramuz en een handgeschreven fragment (uit ‘Souvenir sur Igor Stravinsky’) op het bankbiljet van de tweehonderd Zwitsere frank (inmiddels is bestaat dit biljet niet meer).
Waar de Zwitsers Ramuz omarmen, werd hij binnen de Franse literatuur niet door iedereen gewaardeerd vanwege zijn dwarse schrijfstijl. Ramuz hield zich niet aan het klassieke Franse ideaal van harmonieus en helder taalgebruik. Ramuz schreef in zijn verhalen veel over het boerenleven en hij maakte gebruik van de ritmes en klanken op de spreektaal van de boeren.
Het verhaal speelt zich af in het bergdorp Sasseneire aan het begin van de 20e eeuw. Twintig jaar geleden is de alpenweide onder de gletsjer voor het laatst gebruikt. Wegens economische redenen zou het gunstig zijn als deze weide opnieuw in gebruik kan worden genomen en dat het vee er weer kan grazen. Er volgt een dorpsstemming. De ouderen stemmen tegen, zij zijn bang dat deze weide is vervloekt aangezien er twintig jaar geleden veel onheil over het dorp kwam, waaronder ziektes. De jongere generatie wil graag proberen om weer vee te drijven op de alm. Een groep van vijf mannen gaat vrijwillig (tegen een aantrekkelijke financiële vergoeding) naar boven om in drie maanden tijd de weide, de stallen en de berghut klaar te maken voor gebruik. En al snel gebeurt waar het halve dorp bang voor was: de eerste koeien sterven aan een raadselachtige ziekte, de mannen op de alm moeten in quarantaine en mogen het dorp niet meer in, uit angst dat ze de ziekte en het onheil mee zullen nemen. De angst wordt overal gevoeld. In het dorp en op de alm. Het verhaal beschrijft vooral hoe de mannen op de alm en de dorpsbewoners omgaan met deze plagen, onzekerheid en angst.
Ramuz maakt gebruik van veel herhalingen die niet storend werken, maar eerder de nadruk of urgentie ervan willen weergeven. De vertelperspectieven wisselen elkaar regelmatig af, soms zelfs middenin een zin. Dit geldt ook voor de werkwoordsvormen en verleden tijd of tegenwoordige tijd. Dit lijkt rommelig, maar het heeft mij nergens gestoord. Het zorgde er wel voor dat ik soms een stukje terug moest lezen omdat ik pas enkele alinea’s later doorhad vanuit welk perspectief er nu werd verteld.
Ramuz heeft met ‘De grote angst in de bergen’ een onheilspellend verhaal geschreven. Ik voelde de dreiging en voelde mij ook als lezer nietig tegenover de berg. Het lezen bezorgde een beklemmend gevoel door alle donkerte en somberheid in het verhaal.
Ik ben blij dat dit boek nu ook in het Nederlands is uitgegeven zodat ik kennis kon maken met Charles-Ferdinand Ramuz
2
Reageer op deze recensie