Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

'Eerlijk zijn'

Sanne van der Meij 02 december 2014

“ ’Ben je soms van plan een boek over me te schrijven?’
‘Misschien, als je wat minder liegt.’
Ze lachte schamper. ‘Hoor wie het zegt.’ ”

Adriaan van Dis’ moeder wil dood. En eindelijk begint ze te vertellen. Maar voor niets gaat de zon op: in ruil voor haar verhalen wil ze pillen, rust, een zachte dood. Ze vertelt met horten en stoten, soms een heel verhaal, soms alleen een flard. Over haar leven in Zeeland en in Indië, de oorlog, eenzaamheid, het kamp, haar eerste Just en haar tweede Just, over Van Dis’ drie halfzusjes en over hemzelf, het bastaardkind ("gebruiken als geuzennaam"). Van Dis maakt aantekeningen die hij later verwerkt tot boek en geeft haar zo "een papieren leven, […] of nog beter: een nieuw leven."

Het boek is een prachtig geschreven tragikomedie over het leven van een moeder, toen en nu: oud, verschrompeld en afhankelijk (zoon Van Dis moet bijvoorbeeld iedere week bonbons en amandelkrullen meenemen), maar tegelijkertijd eigenwijs en zelfstandig ("doe ik zelf"). De verteller beseft hoe sterk hij is gevormd door zijn moeder, in plaats van door zijn vader, wat hij altijd dacht. Waar zijn moeder tot nu toe slechts in de marge van Van Dis’ romans verscheen, is ze dit keer het onderwerp van schrijven. De verteller neemt geen blad voor de mond: zijn moeder is een boosaardige vrouw. Zij en haar verhalen worden onder de loep genomen, wat resulteert in een rijke biografie, waarin je ook het nodige te weten komt over Adriaan van Dis zelf en de eigenaardige relatie die hij tijdens haar leven met zijn moeder onderhield.

Je vraagt je af of de verteller en de schrijver dezelfde persoon zijn. Ze hebben veel gemeen: vader uit Indië, overleden, Hollandse moeder, zat in een jappenkamp, drie bruine halfzusjes, twee overleden, hij woonde in Parijs en heeft nu een houten huis in de Achterhoek. Van Dis (de schrijver) vertelt (in interviews etc.) over zijn eigen moeder alsof het dezelfde moeder is als in zijn boek. Maar Van Dis (schrijver en verteller) blijft ook vraagtekens plaatsen bij die waarheid. De auteur in een interview met de Volkskrant (8 november 2014):

“We leven in een tijd van realityshows die volledig gescript zijn, maar waarvan we toch willen dat het allemaal waar is. O wee als je de mensen teleurstelt en zegt dat het níet allemaal waar is! Ik wil natuurlijk dat het waar is als je het léést. Deze hele roman gaat over waar en onwaar. Hoe vertel ik een verhaal?”

Adriaan van Dis geeft toe dat hij ook de verteller is, maar: “wie ‘ik’ schrijft en zich die ‘ik’ iets laat herinneren, die liegt al”, aangezien je niet weet wat de herinneringen van een kind van tien zijn.

De verteller Van Dis schrijft ook over zijn nog te schrijven boek: de uitgever vraagt steeds hoe het staat met zijn nieuwe boek, maar hij is er nog niet aan begonnen, terwijl we er in feite natuurlijk in zitten te lezen. Er ontstaat een interessant spel tussen fictie en non-fictie, tussen waarheid en verzinsels en toevoegingen, of leugens, zoals Van Dis (de verteller en de schrijver) het zelf noemt. Hij legt er in het boek voortdurend de nadruk op, al in het motto valt te lezen:

“You must sacrifice your family on the altar of fiction”
David Vann

Het spel tussen waarheid en verzinsels houdt je aandacht tot de laatste bladzijde vast en laat je steeds nadenken over wat een verhaal is en hoe een verhaal zich ontwikkelt. Waar ligt de grens tussen waarheid en leugen eigenlijk?


Reageer op deze recensie

Meer recensies van Sanne van der Meij