Zoetwateroesters en prehistorische krokodillen
Het oog van de krokodil is een kort verhaal dat zich afspeelt in de wereld van De onzichtbare maalstroom, een serie van Jasper Polane. Chronologisch gezien ligt het tussen het tweede en derde deel, maar het is bedoeld als iets wat los van de serie gelezen kan worden.
Een kort verhaal schrijven dat zich afspeelt in de wereld van een grotere serie maar dat tegelijkertijd los van die serie staat is niet makkelijk. Het verhaal moet een afgerond, op zichzelf staand geheel zijn; de geschiedenis van de wereld en de achtergrond van de karakters moeten erin doorwerken, maar zonder het verhaal te overweldigen. Het moet boeiend en begrijpelijk zijn voor nieuwkomers, maar ook voor mensen die de serie al kennen. En wat betreft plot- en karakterontwikkeling bevinden dergelijke verhalen zich in een soort niemandsland. In het korte verhaal mag niets gebeuren wat van wezenlijk belang is voor de serie, omdat een auteur er niet van uit mag gaan dat lezers van zijn boeken ook het korte verhaal zullen lezen (en dat ze de juiste volgorde zullen aanhouden). De gebeurtenissen in het verhaal moeten interessant zijn, maar tegelijkertijd irrelevant.
Het is een lastig evenwicht om te vinden, en Polane slaagt er helaas niet in. De wereld van De onzichtbare maalstroom biedt genoeg mogelijkheden voor verhalen. In verschillende dimensies bestaan verschillende versies van dezelfde stad, en er zijn een aantal manieren bekend om tussen deze steden te reizen (mechanisch, magisch, via dromen). Sommige mensen hebben dubbelgangers, die bijzondere vermogens hebben. Maar in Het oog van de krokodil is deze achtergrond weinig meer dan een excuus om een verhaal te vertellen over een mooie, blonde vrouw (Edison – een karakter dat ook in de boeken voorkomt) die tot slavin wordt gemaakt door een primitieve, Afrikaans aandoende stam.
Maar los van het feit dat Polane de mythologie van zijn wereld niet echt gebruikt, heeft het verhaal een aantal problemen. Het eerste is dat de plot te afhankelijk is van toeval en invloeden van buitenaf. Te veel belangrijke plotwendingen komen niet voort uit beslissingen of (gebrek aan) handelingen van de karakters of uit hun samenleving. In plaats daarvan volgt de ene onwaarschijnlijke gebeurtenis de andere op (in de woorden van Edisons bewaker: ‘dit is nog nooit eerder gebeurd’). Misschien bestaat hier ergens in het Maalstroom-universum een verklaring voor, maar binnen het verhaal wordt die niet gegeven.
Het tweede – verwante – probleem is dat Edison Mary Sue-trekken heeft. Edison is niet het meest interessante karakter uit de Maalstroom-serie, maar daar is haar competentie nog redelijk geloofwaardig, en heeft ze een persoonlijkheid. In Het oog van de krokodil is ze eenvoudig overal goed in, ook in dingen die ze nog nooit eerder gedaan heeft, en ze lijkt haar gevangenschap eerder te beschouwen als een irritant oponthoud dan als iets wat gevaarlijk zou kunnen zijn. Haar bewaker valt onmiddellijk voor haar blonde haren en ‘stralende glimlach’ (een omschrijving die niet vier keer in drie pagina’s terug zou moeten komen). De natuur zelf lijkt aan haar kant te staan. Pas tegen het eind van het verhaal komt de lezer (die de serie niet kent) iets te weten over haar achtergrond, maar dat komt te laat en het is te gehaast verteld.
Al met al doet Het oog van de krokodil gehaast en onaf aan. Als los verhaal is het oppervlakkig en niet goed afgerond, en het is ook geen goede introductie op de serie. De Maalstroom-boeken zijn niet perfect, maar wel een stuk interessanter en gelaagder dan ‘blonde schoonheid wordt gekidnapt door slavenhouders’.
Reageer op deze recensie