Onzekerheid en morele dilemma’s in ambitieuze fantasy
Meaghun is de zoon van de godin Margal en een commandant in haar leger. Het is zijn taak om wisselaars – mensen die de gedaante van een dier aan kunnen nemen, en die een verbond met Margals boosaardige tweelingbroer gesloten zouden hebben – op te sporen en uit te roeien. Nakomelingen van deze wisselaars worden ‘gezuiverd’ en als ze dociel genoeg lijken naar de hoofdstad gebracht. Maar als Meaghun gewond raakt tijdens een gevecht, wordt hij bang dat hij zelf geïnfecteerd is en in een monster zal veranderen. Tegelijkertijd lopen de spanningen in de hoofdstad steeds verder op omdat er geen ruimte is voor alle nieuwe inwoners, en omdat de priesters overal vijanden zien. Meaghun begint zich meer en meer te realiseren dat de wereld niet zo zwart-wit is als hij denkt.
Jager is het eerste deel uit een tweeluik (het tweede deel, Prooi, verschijnt in 2015 bij Zilverspoor). Het verhaal speelt zich af in dezelfde wereld als de eerder verschenen Lilith-trilogie, maar een paar decennia eerder. Het is een ambitieus boek. Kim ten Tusscher probeert een complexe wereld neer te zetten met een hoofdpersoon die in naam van ‘het goede’ monsterlijke dingen doet, en een samenleving die verscheurd wordt door angst en bijgeloof. Het is een interessante opzet. Maar zoiets werkt alleen als een schrijver die benauwde, angstige sfeer ook echt op weet te roepen. En Ten Tusscher slaagt daar helaas maar gedeeltelijk in.
Het grootste probleem is dat er vrijwel direct grote afstand ontstaat tussen Meaghun en de lezer. Meaghun heeft het grootste deel van het boek nodig om zich te realiseren dat angst en onwetendheid zijn ware vijanden zijn. Maar als lezer besef je dat bijna meteen. Al na een paar pagina’s – lang voordat ‘halfbloedjes’ verplicht worden witte lapjes stof op hun kleren te dragen en gevangenen in een arena verscheurd worden door roofdieren – zie je Meaghun en zijn soldaten overwonnen dorpelingen martelen en executeren. Alle willing suspension of disbelief van de wereld is niet genoeg om te geloven dat deze mensen werkelijk gevaarlijk zijn, of dat Meaghun en zijn leger iets goeds doen.
En dat is de bedoeling ook niet. Ten Tusscher creëert de scheiding met opzet – ze wil haar lezers laten zien dat Meaghun gelooft in wat hij doet, maar ook hoever hij ernaast zit. Maar die keus maakt de lezer tot toeschouwer. Je beleeft Meaghuns geestelijke ontwikkeling en zijn groeiende twijfels en angst niet met hem mee. In plaats daarvan sta je als lezer vanaf het begin van het boek aan het eindpunt, en moet je wachten tot Meaghun je eindelijk bereikt.
Een ander probleem is dat de wereld en veel van de bijfiguren in Jager vrij vlak overkomen. Voor een deel komt dat misschien doordat Jager een prequel is, en Ten Tusscher veronderstelt dat details over religie en geschiedenis bekend zijn. Maar ook karakters en gebeurtenissen zijn soms niets meer dan plotpunten – details en individualiteit ontbreken. Zo heeft Meaghun een aantal goede jeugdvrienden, die geïntroduceerd worden met het generieke ‘hij wilde een gewone jongen zijn … [en] zij behandelden hem als een gelijke’. Daarna verdwijnen ze weer tot ze nodig zijn voor de plot. Een bruiloft die bedoeld is om de ‘gezuiverden’ in de hoofdstad te laten zien dat ze volledig geaccepteerd zijn duurt vijf minuten. En Margal – die in de vijftig moet zijn, minstens tien zwangerschappen heeft voldragen en ondanks haar goddelijke status geen bijzondere krachten heeft – lijkt het lichaam van een twintigjarige te hebben. Juist het contrast tussen haar status als godin en haar ouder wordende, onvermijdelijk aftakelende lichaam had de thema’s van Jager kunnen benadrukken. Maar het komt zelden ter sprake.
Een laatste probleem is het taalgebruik. Af en toe gebruikt Ten Tusscher moderne, populaire uitdrukkingen. ‘Knallende koppijn’, bijvoorbeeld, of ‘ergens tegenaan knallen’, ‘afrossen’ of ‘hoi’. Het haalt je uit het verhaal, en het boek had nog een redactieslag kunnen gebruiken om die eruit te halen.
Ondanks dat alles is Meaghuns ontwikkeling interessant om te volgen. Het verhaal is ambitieus, de karakters die een perspectief krijgen zijn meestal voldoende uitgewerkt (al is Margal een gemiste kans), en hoe meer Meaghun gaat twijfelen, hoe meer je met hem meeleeft. Het had alleen makkelijk zo veel beter kunnen zijn.
Reageer op deze recensie