Aan een Napolitaanse keukentafel
In mijn boekenkast staan hele rijtjes boeken van Amerikaanse dames die naar het beloofde land Italië trekken om daar een tweede, dolce leven te beginnen. De bekendste zijn Frances Mayes, die in de buurt van Cortona een romantische ruïne omtoverde tot een rustiek thuis, en Elizabeth Gilbert, die op zoek naar zichzelf een week lang in Rome van restaurant naar ijssalon slentert.
De droom is herkenbaar; ik zou ook wel elke week mijn buikje rond willen eten in Rome (en gelukkig doe ik dat ook zo nu en dan) of willen schrijven op een terras waar het enige uitzicht een rij cipressen is. De sfeer die in deze romans geschetst wordt, is er een om in te lijsten – maar dat maakt het meteen ook vaak zo’n ver-van-je-bed-show.
Het échte leven in Italië is heel anders. Intenser, in positieve én negatieve zin. Bij een verblijf inil belpaese, hoe kort ook, word je om je oren geslagen met tal van tradities, vooroordelen, bijgeloof, adviezen en recepten. Italiaanse kennissen of vrienden – om van hun familieleden nog maar te zwijgen – bemoeien zich het liefst met elk aspect van je leven. De hele dag door.
Nu houd ik daar wel van – die intensiteit van Italië is me liever dan de voorkomendheid in Nederland – maar dit aspect mist vaak in de té romantische romans over Italië. De Amerikaanse Katherine Wilson vertelt in Aan de keukentafel van mijn schoonmoeder gelukkig hoe het er écht aan toe gaat, als je halsoverkop ineens in de keuken van je toekomstige schoonmoeder belandt.
Katherine kiest dan ook allereerst al voor een niet zo voor de hand liggende bestemming. Ze reist niet naar Florence, Venetië of Rome, maar naar Napels, waar ze stage gaat lopen op het Amerikaanse consulaat. Ze kent er bijna niemand, maar via via maakt ze een afspraak met Salvatore – die niet alleen twintig minuten te laat arriveert als ze voor het eerst afspreken, maar haar in zijn Fiat 500 ook nog eens rechtstreeks naar de keuken van zijn moeder brengt.
Daar, onder het toeziend oog van de hele familie, leert Katherine haar eerste Napolitaanse levenswijsheid: nóóit aan de korst beginnen als de rest van de pizza nog niet op is. Tijdens elke lunch en elk diner voelt Katherine zich meer thuis en gaat ze de Napolitaanse keuken en cultuur steeds meer waarderen.
Vanaf de eerste pagina volg je Katherine op haar Napolitaanse ontdekkingsreis, met de keuken van Raffaella als epicentrum. Ze vertelt hoe het er écht aan toe gaat in zo’n Italiaanse familie. Ze laat je meekijken in haar leven en geeft letterlijk en figuurlijk een kijkje in de keuken van haar schoonfamilie.
Ook haar liefde voor Salvatore groeit – en daarmee komen er ook andere cultuurverschillen aan bod. Dat is voor Katherine zeker niet altijd even makkelijk, maar ze doet steeds open en eerlijk verslag van haar integratie in het Napolitaanse leven. Haar op-en-top Napolitaanse schoonmoeder opent Katherines hart voor de culturele en culinaire rijkdom van Napels – een geschenk dat Katherine op haar beurt doorgeeft aan haar lezers.
Aan het einde van haar boek heb je er niet alleen een familie bij, maar ook ongelooflijk veel trek in sartù di riso of een van de andere Napolitaanse specialiteiten. Gelukkig staan er een paar recepten achter in het boek, zodat je je honger kunt stillen en je nog even in Raffaella’s keuken kunt wanen…
Reageer op deze recensie