Lezersrecensie
Prachtige en belangrijke jeugdroman
Ludwig Volbeda, illustrator, debuteert nu met een prachtige jeugdroman.
“Oever is mijn beste vriend. Was mijn beste vriend. Is. Was. Ik weet het niet.”
Tijdens de meivakantie moet Jip een zelfportret maken. Stenen, een kever, een paardenbloem komen tot in de fijnste details op papier. Waarom is het dan toch zo moeilijk voor Jip om zichzelf te tekenen? Ludwig Volbeda laat Jip gedurende tien dagen aan het woord in Oever. Het dagdagelijkse leven, een kijkje op het klasgebeuren, bezoekjes aan Oma, een feestje,… en Oever. Dit korte relaas is een prachtig en intens inkijkje in het leven van een jongere, op zoek naar zichzelf.
Door de duidelijke bladspiegel en de korte hoofdstukken is Oever zeer aangenaam om te lezen. Maar de kracht vooral zit in de prachtige schrijfstijl van Ludwig Volbeda én de illustraties. Voor de liefhebbers van mooie woorden en zinnen is Oever een feestje! In al dit moois is er aandacht voor de natuur, een vleugje kunst, brieven die nooit worden verstuurd, schemerdromen, vriendschap en verliefdheid. Ook mooi hoe Oma een rol in Oever krijgt en de trui van Jip een terugkerend thema blijkt te zijn.Het alledaagse wordt bijzonder, het bijzondere wordt alledaags. Op een subtiele en ingetogen manier wordt er zoveel blootgelegd in Oever.
“Ik vind het niet erg dat ze het niet rechtstreeks aan mij vragen, ben je een jongen of een meisje. Ik weet toch niet wat ik moet antwoorden. Kun jij je daar iets bij voorstellen? Ik denk het niet.”
Als lezer blijf je ook lange tijd in het ongewisse. Wie is Jip? Dit past zo perfect bij het verhaal, bij de zoektocht naar geaardheid. Zowel de strubbelingen van Jip als de reactie van de omgeving komen zeer duidelijk tot uiting, soms confronterend maar vaak ook zacht en speels.
Oever is een belangrijke en fijne jeugdroman voor lezers vanaf ongeveer 15 jaar, zeker als ze een mooi taalgebruik weten te appreciëren. En absoluut ook een aanrader voor volwassenen! Zo blij dat ik Jip heb leren kennen.
“Ik zette mijn fiets in de garage. De donkerblauwe wol van mijn trui zat vol met pluisjes van paardenbloemen van het veldje. Er was zomaar een klein sterrenstelsel meegelift.”
“Oever is mijn beste vriend. Was mijn beste vriend. Is. Was. Ik weet het niet.”
Tijdens de meivakantie moet Jip een zelfportret maken. Stenen, een kever, een paardenbloem komen tot in de fijnste details op papier. Waarom is het dan toch zo moeilijk voor Jip om zichzelf te tekenen? Ludwig Volbeda laat Jip gedurende tien dagen aan het woord in Oever. Het dagdagelijkse leven, een kijkje op het klasgebeuren, bezoekjes aan Oma, een feestje,… en Oever. Dit korte relaas is een prachtig en intens inkijkje in het leven van een jongere, op zoek naar zichzelf.
Door de duidelijke bladspiegel en de korte hoofdstukken is Oever zeer aangenaam om te lezen. Maar de kracht vooral zit in de prachtige schrijfstijl van Ludwig Volbeda én de illustraties. Voor de liefhebbers van mooie woorden en zinnen is Oever een feestje! In al dit moois is er aandacht voor de natuur, een vleugje kunst, brieven die nooit worden verstuurd, schemerdromen, vriendschap en verliefdheid. Ook mooi hoe Oma een rol in Oever krijgt en de trui van Jip een terugkerend thema blijkt te zijn.Het alledaagse wordt bijzonder, het bijzondere wordt alledaags. Op een subtiele en ingetogen manier wordt er zoveel blootgelegd in Oever.
“Ik vind het niet erg dat ze het niet rechtstreeks aan mij vragen, ben je een jongen of een meisje. Ik weet toch niet wat ik moet antwoorden. Kun jij je daar iets bij voorstellen? Ik denk het niet.”
Als lezer blijf je ook lange tijd in het ongewisse. Wie is Jip? Dit past zo perfect bij het verhaal, bij de zoektocht naar geaardheid. Zowel de strubbelingen van Jip als de reactie van de omgeving komen zeer duidelijk tot uiting, soms confronterend maar vaak ook zacht en speels.
Oever is een belangrijke en fijne jeugdroman voor lezers vanaf ongeveer 15 jaar, zeker als ze een mooi taalgebruik weten te appreciëren. En absoluut ook een aanrader voor volwassenen! Zo blij dat ik Jip heb leren kennen.
“Ik zette mijn fiets in de garage. De donkerblauwe wol van mijn trui zat vol met pluisjes van paardenbloemen van het veldje. Er was zomaar een klein sterrenstelsel meegelift.”
2
Reageer op deze recensie