Niets is wat het lijkt in vijfde deel van De Dwergen
Na een pauze van acht jaar is het vijfde deel van de epische fantasyserie De Dwergen van auteur Markus Heitz dit jaar verschenen. Boek vijf, getiteld De Triomf van de Dwergen gaat verder waar zijn voorganger is geëindigd.
Aan het eind van deel vier dachten we nog dat Tungdil het land der levenden voorgoed verlaten had. Niets blijkt minder waar te zijn. Wanneer nieuwe monsters opduiken met kokertjes met dwergenrunen aan hun lijf, nota bene geadresseerd aan Woestling, koesteren de dwergen nieuwe hoop. Zou de Professor nog leven? En is hij dan een wezen van het Kwaad of is hij toch Goed? Is het wel de echte Tungdil?
Ondertussen is er aan Gene Zijde een meisje, genaamd Shataï, gevonden. Zij wordt meegenomen naar het Veilige Land en door Koningin Mallenia als pleegkind aangenomen. De dwergen wantrouwen haar echter omdat ze alleen alfs sprak toen ze haar vonden. Tegelijkertijd vestigen zich steeds meer elfen in het Veilige Land. Zij hebben zo hun eigen plannen over hoe het verder moet in het rijk. Een aanslag op de vorsten en koningen van het Veilige Land door een Alf doet vermoeden dat het gevaar nog niet helemaal geweken is. Ondertussen meldt zich een onbekend en zeer gevaarlijk monster bij de Poorten van de dwergen. Een ultimatum wordt gesteld. Wordt het weer oorlog?
In de vorige delen verlustigden de dwergen zich in het afslachten van orcs en trollen en keerden ze zich zelfs tegen elkaar. Nu echter heerst er een relatieve vrede onderling en in het Veilige Land. Toch blijft het verhaal een aaneenschakeling van acties waarbij intriges een grotere rol spelen dan voorheen. Nieuwe monsters doen hun intrede en oude bekenden duiken weer op.
Aan het begin van elk hoofdstuk staan grappige recepten voor dwergkruidenbier of amusante dwergenwijsheden zoals bijvoorbeeld: 'Een dwerg die met een zwaard vecht, houdt ook van verdund bier'. Soms worden historische aantekeningen vermeld die zijn opgetekend door een bekende van Tungdil. Deze geven aanwijzingen over wat er in het land gebeurd is en wat onze held de afgelopen 200 cycli gedaan heeft. Deze voorschriften werken verhelderend voor het begrip van het verhaal.
Hoewel het boek prima zelfstandig te lezen is, zou het voor de echte fans prettig zijn geweest wanneer Heitz een samenvatting vooraf had laten gaan. Acht jaar pauze is een lange tijd en niet iedereen wil de hele serie weer opnieuw lezen. Wat ook ontbreekt is een plattegrondje van het Veilige Land, het Land van Gene Zijne en van Phondrason, het onderaardse rijk.
Het verhaal wordt chronologisch verteld. Dat maakt het makkelijk bij te houden wat er gebeurt. Wel wordt er erg vaak gesprongen van scène naar scène. Het wekt soms enige irritatie. Het geheel blijft echter tot het einde spannend. Niets is wat het lijkt. Tungdil blijkt toch nog meer geheimen te hebben dan wij al vermoeden.
De laatste zin van het boek: ‘Alsof het sieraad iemand riep die het moest vinden en oprapen’, doet vermoeden dat er nog een vervolg zal komen op de Dwergen. En in de epiloog schrijft Heitz: ‘ik ben er zeker van dat het verder gaat en dat het niet weer zeven jaar gaat duren tot dat moment’.
We kijken er naar uit.
Reageer op deze recensie