Koning der Wrake weet de lezer te betoveren
‘Glinsteren. Dat is nog eens een woord. Zilveren kettingen aan heilige bomen, lippen die glanzen voor een kus, dauw op spinnenwebben, zweet op borsten. Glinsteren, glinster in het duister, luister. Zeg het tot alle betekenis is weggebloed. Zelfs onbetekenend blijft het waar.’
Nee, dit is geen passage van een beroemde dichter, dit zijn de gedachten van Koning Jorg in Koning der Wrake, het tweede deel van de donkere fantasytrilogie van Mark Lawrence wiens duistere glans de lezer andermaal weet te betoveren.
Prins der Wrake eindigde met de 15- jarige Jorg die na een vurig gevecht koning werd van Renar. In dit vervolg zit Jorg, inmiddels 19 jaar en net getrouwd, op de verschroeide restanten van Spookslot waar een ware veldslag woedde. We kijken met hem terug naar de gebeurtenissen van de afgelopen vier jaar. Prins Pijl heeft zijn zinnen gezet op het keizerschap van alle rijken en Jorg zou Jorg niet zijn wanneer hij zomaar voor een ander zou buigen. Bovendien belooft hij ons in het eerste boek dat hij voor zijn twintigste jaar keizer zal zijn. Belofte maakt schuld dus zal onze Jorg niets nalaten om deze na te komen. Hij gaat met zijn boevenbende op pad om medestanders te vinden. Het grootste obstakel vormt de macht van de magiërs die als een soort droomwandelaars in de gedachten van mensen wroeten en ze aanzetten tot huiveringwekkende daden. Ze willen Pijl op de troon en Jorg is een doorn in hun oog. Gelukkig heeft Jorg een mysterieus en magisch kistje. ‘Maak dat kistje nooit open’, luidt de opdracht. Kan hij de verleiding weerstaan?
Het handige kaartje behorend bij het boek laat een wat verwrongen Europa zien. Het koninkrijk Renar lijkt in de huidige Vogezen te liggen. De stippellijntjes stellen de reis voor die Jorg ondernam om bondgenoten te vinden.
Aan de hand van flashbacks vertelt de schrijver over de escapades van Jorg. Heden en verleden wisselen elkaar af en brengen ons stukje bij beetje naar de dag van vandaag, waar alle lijnen samenkomen. Het verhaal leest niet bepaald vlot. Elk hoofdstuk is een klein puzzelstukje dat nodig is om het verhaal te kunnen volgen. De kleinste dingen zijn van belang dus alertheid is geboden. De onvoorspelbaarheid van Jorg en het gemanipuleer van de magiërs zorgen voor vele onverwachte wendingen die je ademloos weten te boeien.
Het meest interessant is de ontwikkeling van zijn karakter. Koesterde de lezer in het vorige boek de hoop dat hij toch niet zo duister was, nu lijkt deze wens uit te komen. De bloederige moorden waaraan Jorg zich eerder verlustigde zijn plotseling niet meer zo aantrekkelijk. Hij hoopt de vernietigende razernij die in hem huist te overwinnen. ‘Als Gog dat wat hem van binnen opvrat de baas kon, dan kan ik dat misschien ook’, zegt hij. Zijn innerlijke bespiegelingen zijn minstens zo belangrijk als de plot. De hoop die Jorg koestert, zijn intelligentie, moed, eerlijkheid en zijn creativiteit, maken hem sympathiek ondanks zijn duistere daden. De fraaie zinnen strelen de geest van de lezer en smaken naar meer. Jorgs duistere daden zijn echter niet geschikt voor tere zieltjes.
‘Er is een duistere tijd op komst.
Mijn tijd.
Neem je daar aanstoot aan?
Zie maar dat je me tegenhoudt.‘
Met deze uitdagende woorden besluit Jorg het verhaal en daagt ons uit om ook het laatste deel te lezen. Helaas is dit niet in het Nederlands vertaald. We zullen het voorlopig met de Engelstalige versie moeten doen.
Reageer op deze recensie