Voor als je (weer) wil gaan tekenen, maar niet weet hoe
Siegfried Woldhek is vooral bekend van zijn getekende portretten, die hij al sinds 1976 tekent voor onder andere het NRC Handelsblad. De lessen die in dit boek staan, zijn ook in die krant verschenen als de rubriek "Tekenen op vakantie". Woldhek heeft zelf geen tekenopleiding gevolgd, maar een opleiding biologie. Toen hij afstudeerde, was er echter geen werk te vinden als bioloog. Hij vond tekenen leuk, maar had daarvoor nog amper een tekening afgemaakt. Hij besloot toen om tien tekeningen van schrijvers te maken en ging daarmee naar Vrij Nederland. Vanaf 1976 werden zijn tekeningen daar gepubliceerd en vanaf dat moment begon Siegfried Woldhek het tekenen ook pas echt te leren.
Het boek Lekker tekenen bevat 24 korte hoofdstukken om als volwassene (weer) te leren tekenen. Het gaat er niet om dat je iets natuurgetrouw na kan tekenen, maar hoe je iets kunt bekijken en dat op een persoonlijke manier kan vastleggen. Woldhek legt in korte alinea's duidelijk uit wat het doel is van elke les. De opdrachten zijn niet heel specifiek, maar laten de lezer de keuze om verschillende dingen uit te proberen en ook zelf wat te bedenken.
Woldhek vindt het leuk om met verschillende materialen te werken en dat blijkt ook uit dit boek. De lessen beginnen met het ontdekken van verschillende materialen, zoals verf en potlood, maar ook verschillende soorten papier (gladder of juist niet). Hij begint met snelle oefeningen om het materiaal, maar ook het tekenen zelf te leren kennen, zonder dat je er al te veel bij na moet denken of iets nou "goed" of "fout" is. Daarna gaat hij in op de vormen van dingen en het gebruik van licht en donker. Omdat het tegenwoordig heel gemakkelijk is om iets precies vast te leggen door middel van een foto, gaat Woldhek ook in op hoe je op een persoonlijke manier gelijkende tekeningen kan maken zonder alles helemaal precies na te tekenen. Hij legt ook uit hoe je diepte en perspectief in je tekeningen kan creëren zonder het gebruik van verdwijnpunten en perspectieflijnen.
Zijn onderwerpen zijn afwisselend: portretten, dieren, mensen, landschappen, bloemen, schoenen, etc. Hierdoor zal er voor iedereen wel iets bij zitten wat hij of zij leuk vindt om te tekenen, maar zijn ook niet alle lessen voor iedereen even interessant. Woldhek laat regelmatig een tekening van hetzelfde onderwerp zien, maar dan gemaakt met verschillende materialen of getekend op ander papier. Omdat deze tekeningen naast elkaar staan, is het duidelijk te zien wat voor invloed de materialen hebben op de sfeer van een tekening.
Voor mensen die meer verhalende tekeningen maken, zoals strips, is dit boek minder geschikt. Ook mensen die al regelmatig tekenen en al weten welk materiaal of welke onderwerpen hen het beste liggen, zullen minder aan dit boek hebben. Wel kunnen zij er misschien wat tips uithalen over het werken met licht en donker, aangezien Woldhek hier telkens op terugkomt. Dit boek is vooral geschikt voor mensen die lang niet hebben getekend en dat wel weer willen gaan doen, maar niet precies weten hoe ze daar het beste mee kunnen beginnen. Het is geen boek waarin je leert hoe je bijvoorbeeld stap-voor-stap een hand of gezicht moet tekenen. Bijna elke opdracht geeft de richting aan voor een gehele tekening, meer op een sfeerbeschrijvende manier dan op een technische manier.
Het boek sluit af met een interview, waaruit je meer achtergrondinformatie krijgt over de auteur: waarom hij op deze manier tekent, hoe hij tekenaar werd, hoe hij leeft en wat hij nog meer doet naast het tekenen. Door de lessen in het boek krijg je wel een idee over hoe Woldhek zijn tekeningen maakt en opbouwt, maar het interview voegt net dat beetje extra toe.
Reageer op deze recensie