Lezersrecensie
In prachtige zinnen beleef je de gedachten en gevoelens van een verkrachter, een moordenaar.
In deze roman neemt Peter Middendorp (1971) de verdwijning, verkrachting en moord op Marianne Vaatstra als uitgangspunt voor een verhaal gebaseerd op de werkelijkheid. Maar het is veel meer dan dat, het is geschreven vanuit het perspectief van de dader, waarbij de gedachten en gevoelens van de dader geheel door Middendorp zelf zijn geconstrueerd. Middendorp won met dit boek de Groninger Boekenprijs en stond op de shortlist voor de Bookspot Literatuurprijs.
De naargeestige roman opent met een verhaal uit het verleden van Tille Storkema. Hij ziet als tiener hoe zijn vader in de maaidorser terecht komt en zijn been verliest. Het is de eerste keer dat Tille de controle over zichzelf verliest, totaal verstijft en zich niet gezien voelt door zijn omgeving.
"Hij bloedde als een rund - het leven gutste over het warme stoppelveld. Ik wist dat ik te jong was voor het schouwspel, veel te jong, ik had nog geen verdediging. Toch kon ik alleen maar kijken. Kijken en blijven kijken, terwijl ik mijn vader haatte omdat hij een toeschouwer van mij had gemaakt."
Middendorp zoeft vanaf deze gebeurtenis via het heden naar het verleden en terug. Als lezer ga je door het ik-perspectief mee in de gedachten en gevoelens van Tille; in kleine stapjes ervaar je wat er precies gebeurd is in aanloop naar, tijdens en na de verkrachting van en moord op de zestienjarige Rosalinde. De gruwelijke details worden niet geschuwd.
"Hij keek naar haar, hij zag dat ze het zwaar had gehad. Langzaam liet hij zich op de grond zakken, zette hij zich naast haar neer. Hij streelde haar gezicht, pakte een hand.'Lieverd,' zei hij, 'wat ben je koud.'"
Middendorp geeft elegant een helder beeld van Tille: een enerzijds simpele boer die geniet van eenvoud en anderzijds een dwingende man bij wie zijn wil wet is. Als Tille op een dag zijn zin niet krijgt bij zijn vrouw Ada verliest hij voor de tweede keer de controle in zijn leven.
De karakters van de vrouw en kinderen van Tille heeft Middendorp summier in woorden uitgewerkt. Een knappe stilistische uitwerking waardoor je als lezer écht in het karakter van Tille wordt getrokken en je tussen de regels door toch een beeld krijgt van de andere belangrijke personen in het boek. Toch ontstaat tijdens het lezen regelmatig een gevoel van onbegrip naar Ada, de vrouw van Tille. Ze lijkt alles te weten, maar niets te doen. In interviews benoemt Middendorp dit als bewuste keuze. Hij beschrijft het perspectief van Ada in een aparte roman, 'De kant van Ada', die drie jaar na de uitgave van 'Jij bent van mij' verschijnt.
Tijdens het lezen van 'Jij bent van mij' ontstaat het verlangen de auteur te dwingen meer op te schrijven over de gedachten en gevoelens van Tille. Het is aan de lezer om te bedenken wat de fascinatie voor het ontwikkelende lijf van zijn dochter betekent, om in te schatten of er na het plegen van een moord echt dagen voorbij kunnen gaan zonder daaraan terug te denken.
De naargeestige roman opent met een verhaal uit het verleden van Tille Storkema. Hij ziet als tiener hoe zijn vader in de maaidorser terecht komt en zijn been verliest. Het is de eerste keer dat Tille de controle over zichzelf verliest, totaal verstijft en zich niet gezien voelt door zijn omgeving.
"Hij bloedde als een rund - het leven gutste over het warme stoppelveld. Ik wist dat ik te jong was voor het schouwspel, veel te jong, ik had nog geen verdediging. Toch kon ik alleen maar kijken. Kijken en blijven kijken, terwijl ik mijn vader haatte omdat hij een toeschouwer van mij had gemaakt."
Middendorp zoeft vanaf deze gebeurtenis via het heden naar het verleden en terug. Als lezer ga je door het ik-perspectief mee in de gedachten en gevoelens van Tille; in kleine stapjes ervaar je wat er precies gebeurd is in aanloop naar, tijdens en na de verkrachting van en moord op de zestienjarige Rosalinde. De gruwelijke details worden niet geschuwd.
"Hij keek naar haar, hij zag dat ze het zwaar had gehad. Langzaam liet hij zich op de grond zakken, zette hij zich naast haar neer. Hij streelde haar gezicht, pakte een hand.'Lieverd,' zei hij, 'wat ben je koud.'"
Middendorp geeft elegant een helder beeld van Tille: een enerzijds simpele boer die geniet van eenvoud en anderzijds een dwingende man bij wie zijn wil wet is. Als Tille op een dag zijn zin niet krijgt bij zijn vrouw Ada verliest hij voor de tweede keer de controle in zijn leven.
De karakters van de vrouw en kinderen van Tille heeft Middendorp summier in woorden uitgewerkt. Een knappe stilistische uitwerking waardoor je als lezer écht in het karakter van Tille wordt getrokken en je tussen de regels door toch een beeld krijgt van de andere belangrijke personen in het boek. Toch ontstaat tijdens het lezen regelmatig een gevoel van onbegrip naar Ada, de vrouw van Tille. Ze lijkt alles te weten, maar niets te doen. In interviews benoemt Middendorp dit als bewuste keuze. Hij beschrijft het perspectief van Ada in een aparte roman, 'De kant van Ada', die drie jaar na de uitgave van 'Jij bent van mij' verschijnt.
Tijdens het lezen van 'Jij bent van mij' ontstaat het verlangen de auteur te dwingen meer op te schrijven over de gedachten en gevoelens van Tille. Het is aan de lezer om te bedenken wat de fascinatie voor het ontwikkelende lijf van zijn dochter betekent, om in te schatten of er na het plegen van een moord echt dagen voorbij kunnen gaan zonder daaraan terug te denken.
2
Reageer op deze recensie