De essentie van het leven
Agathe is het debuut van de Deense Anne Cathrine Bomann. Ze gebruikt haar achtergrond als psycholoog om een ingetogen roman over ouder worden en de zin van het bestaan te schrijven. Dat de vertaalrechten meteen internationaal verkocht werden, hoeft niet te verbazen. Dit is een parel van een boek.
De sobere, aantrekkelijke cover geeft perfect de sfeer van het verhaal weer. Bomann laat zich niet verleiden tot onnodige opsmuk, grote dramatische gebeurtenissen of sensationele plotwendingen. De roman speelt zich op een kleine oppervlakte af met een minimum aan personages. Hoewel de plaats en tijd vastgepind worden op het Parijs van de jaren veertig is dit een universeel verhaal dat zich overal en altijd zou kunnen afspelen.
Centraal staat een naamloze 71-jarige psychiater die met een grimmige vastberadenheid de laatste maanden tot zijn pensioen aftelt:
‘De eerste patiënt, een oersaaie vrouw met de naam madame Gainsbourg, was net aangekomen en zat in een van de tijdschriften te bladeren die madame Surrugue af en toe meenam. Ik zuchtte iets te diep en herinnerde mezelf eraan dat ik na haar nog slecht 753 behandelsessies te gaan had.’
Nauwgezet telt hij af naar het allerlaatste gesprek, en met elk uur dat verstrijkt lonkt de grote vrijheid. Nieuwe patiënten aannemen behoort dus absoluut niet tot de opties. Maar dat is buiten madame Surrugue, zijn secretaresse, gerekend. Voor hij goed en wel kan protesteren zit de Duitse Agathe Zimmerman in zijn divan en gaat behalve zijn vastberadenheid ook zijn levenshouding aan het wankelen.
Bomann heeft amper 100 pagina’s nodig om de kwetsbaarheid en eenzaamheid van deze grumpy old man bloot te leggen. In korte hoofdstukken – vaak maar een paar pagina’s – volgt de lezer de groeiende paniek en vertwijfeling bij de psychiater. Steeds meer heeft hij het gevoel vast te zitten in ‘de verraderlijke grijze gevangenis’ die zijn lichaam geworden is. Wat staat hem te wachten na zijn pensioen, waar verlangt hij werkelijk naar? Verwonderd stelt hij vast dat hij gaandeweg zijn gedrevenheid om de beste in zijn vak te zijn, heeft verloren. Zowel de patiënten als madame Surrugue zijn decorstukken geworden die nog weinig te betekenen hebben. De kunst om hen tijdens het luisteren ook werkelijk te zien is hem zomaar uit de vingers geglipt.
Wat de personages bindt is de angst om voluit te leven, een angst die hen uitvlakt tot er amper een schaduw overblijft: ‘Ik ben bang geworden om muziek te maken, bang om het niet te doen, bang om dicht bij iemand te komen, bang om alleen te zijn. Er is nergens plek voor me!’ Kan de psychiater Agathe – en zichzelf – redden als hij erin slaagt om de juiste woorden te vinden? Bomanns woorden raken alleszins wel een gevoelige snaar. Het precieze, minimalistische taalgebruik en rustige ritme creëren een gedistingeerde toon die perfect bij het hoofdpersonage past. Ook de wrange humor, perfect overgebracht door vertaler Ingrid Hilwerda, is een plezier om te lezen.
Over elk van de patiënten die het hoofdpersonage ontvangt zouden meerdere pagina’s kunnen gevuld worden, maar Bomann beperkt zich tot de essentie en bereikt zo een perfect evenwicht tussen een intriest en hoopvol verhaal. Het duurt niet lang om haar debuutroman Agathe te lezen, maar des te langer om het boek nadien uit je hoofd te krijgen.
Reageer op deze recensie