De verdorven vrijheid
De fruitplukkers is de tweede roman van Catherine Poulain. Net als in haar debuut Open zee gebruikt ze elementen uit haar eigen leven. Deze keer put ze vooral uit haar ervaringen als landarbeider in de Provence en de omzwervingen die ze als vrouw alleen maakte. Het boek werd vertaald door Prescilla van Zoest.
Poulains vrouwelijke personages zijn wel sterk maar geen heldinnen, daarvoor zijn ze zich te veel bewust van hun beperkingen en de gevaren om zich heen. Ook in haar tweede roman zorgt dat voor een frictie die door de auteur gedetailleerd wordt geanalyseerd. Het streven naar vrijheid – en de prijs die vooral vrouwen daarvoor betalen – ligt de auteur duidelijk nauw aan het hart. Die verbondenheid blijkt echter ook een valkuil te zijn, waardoor het plot soms implodeert en niet in balans is met de grootse apotheose.
Ondanks het autobiografische karakter is de schrijfstijl afstandelijk. Vanaf de eerste pagina worden duidelijke beschrijvingen met verrassende details in staccato op de lezer afgevuurd. De soms poëtische beschrijvingen van de personages en het landschap kunnen niet verhullen dat er amper emotie aan te pas komt – alsof een verteller op afstand en zonder waardeoordeel de gebeurtenissen waarneemt. Dat werkt bevreemdend, maar geeft ook ruimte om het verhaal zelf te interpreteren.
Via een wisselend perspectief krijgen een aantal seizoenarbeiders het woord. Ze vertellen over zichzelf en het werk. Het zijn verhalen die het geheel soms kleurrijker, maar meestal grauwer maken. Hoewel in het begin ontroering nog om de hoek loert, mag je geen romantische taferelen verwachten. De arbeiders leveren hard werk, in slechte omstandigheden en voor weinig geld. Na het werk volgt een bezeten vlucht in alcohol, drugs en seks.
Rosalinde is de kern, een sneeuwwitje met haren zo rood als vuur, achterna gezeten door wolven – of honden die denken dat ze wolven zijn. Ze lijkt ongenaakbaar, maar wordt in een vingerknip een onderdanig wezen dat zich laat mishandelen, een bang klein meisje op de vlucht of een hoogmoedige koningin die de mannen vinnig van zich afslaat. Haar complexiteit is intrigerend: is ze door en door verdorven, of is ze zo vrij dat ze los staat van alle waarden en normen?
Steeds wanneer je meer over haar denkt te weten te komen, wisselt het perspectief en ben je haar opnieuw kwijt. Als lezer moet je je overleveren aan sprongen in tijd en ruimte. Je moet meebuigen met de grillen van de auteur, zoals de fruitplukkers overgeleverd zijn aan de wind en regen. Dit kat-en-muis spel wekt frustratie op, en op die momenten leiden de vele details af van de hoofdplot.
Het realisme van het begin verwatert tot een groteske fantasiewereld. De beschrijvingen worden aan de kant geschoven voor eindeloze conversaties die zich steeds weer herhalen. Of ze abrikozen of kersen plukken, lavendel sorteren of asperges uit de grond halen, de uitzichtloosheid achtervolgt de fruitplukkers allemaal en overal. Er wordt gestaag toegewerkt naar een uitspatting van bandeloosheid. Die neerwaartse spiraal stuwt het verhaal vooruit, maar de cirkels van hopeloosheid remmen het tegelijk af.
Hoewel De fruitplukkers beloftevol begint, lijkt Poulain zich meermaals te verliezen in de verschillende verhalen die ze tegelijk wil vertellen. De prachtige passages redden het geheel, maar kunnen het onwezenlijke gevoel aan het einde niet volledig wegvegen.
Reageer op deze recensie