Het venijn in de staart
De Zweedse auteur Alex Schulman haalde zich met zijn autobiografische boeken de woede van een aantal familieleden op de hals. Om deze keer niemand voor het hoofd te stoten benoemt hij De overlevenden als een roman. In Zweden, waar Schulman immens populair is, zullen lezers desondanks veel elementen uit het leven van de auteur herkennen. Dat je niet precies weet welke elementen echt of verzonnen zijn, zorgt voor extra kippenvel en vergroot de interesse in zijn eerder werken.
De openingsscène zorgt onmiddellijk voor een mysterie: drie volwassen broers staan met de urn van hun moeder aan hun oude vakantiehuisje terwijl de zwaailichten van een politiewagen de omgeving blauw kleuren. Het is de plek waar Benjamins leven als negenjarige tot stilstand kwam en die het slechtste in zijn broers lijkt op te roepen. Waarom dat zo is, is niet meteen duidelijk, maar de suggestie van agressie en machteloosheid is vanaf de eerste pagina tastbaar aanwezig en pulseert doorheen het volledige verhaal.
Benjamin, die net als de auteur de middelste van de broers is, neemt de lezer afwisselend mee naar het heden en verleden. Het verleden lijkt aanvankelijk idyllisch. De eerste herinnering die opgeroepen wordt is die van het clichébeeld van een Zweedse zomervakantie; een typisch roodgeschilderd houten huis omgeven door een bos, een meer, een hangmat ... Er is tijd om zonsondergangen te aanschouwen en avonturen te beleven:
'Verzamelen op het strand. Het was een gouden moment. Papa met die speciale blik in zijn ogen waar de broers zo van hielden, een fonkeling die dolle pret beloofde, en altijd dezelfde plechtigheid in zijn stem als hij een nieuwe wedstrijd ging voorstellen; doodserieus, met een glimlach die in zijn mondhoek verstopt zat.'
De goede herinneringen zetten Benjamin gevangen in een sterke loyaliteit ten opzichte van zijn ouders, terwijl de werkelijkheid een stuk minder rooskleurig was. Naarmate het verhaal vordert neigt de ruimte en tijd die de kinderen kregen meer naar verwaarlozing dan naar vrijheid. Verschillende aspecten – te dunne winterjasjes, gevaarlijke zwemwedstrijden, het eeuwige getik van ijsblokjes in vodkaglazen – schetsen het beeld van een toxische kindertijd. Voeg daar een totaal gebrek aan communicatie aan toe en het gevoel van beklemming is compleet.
Hoewel de destructieve opvoeding systematisch tot kleine en grote drama’s leidt, is de verteltoon eerder ingehouden dan sensationeel. Hierdoor komen de gebeurtenissen zeer waarachtig binnen, wat een grote indruk nalaat. De sfeer die opgeroepen wordt, doet soms denken aan Een klein leven van Hanya Yanagihara, al heeft Schulman een pak minder woorden nodig om een groeiend gevoel van onbehagen op te wekken.
Dat gevoel wordt verder in de hand gewerkt door de opbouw van het boek. De hoofdstukken die zich afspelen in het heden tellen af in de tijd, waardoor je als lezer meer inzicht krijgt in wat zich net voor de openingsscène heeft afgespeeld. Ondertussen komt het verleden steeds dichterbij, zodat valse en echte herinneringen onherroepelijk tot botsing komen. Het is een intense tocht die je aan een hoog tempo van verwondering over verbijstering naar afschuw slingert.
De ondertoon van dreiging doet al vermoeden dat er van een catharsis geen sprake kan zijn, maar de mokerslag die op het einde wordt uitgedeeld doet je alsnog naar adem happen en meteen terugbladeren naar alles wat je hebt gemist.
De overlevenden is een krachtig boek over trauma en vergeving, waarbij het venijn in de staart zit. Door de vlotte vertaling van Angélique de Kroon zullen Nederlandstalige lezers Alex Schulman niet snel vergeten.
Reageer op deze recensie