Een geestdriftig verslag over een passieloos huwelijk
Jane Gardam (1928) mag dan al meermaals bekroond zijn voor haar literaire werk, de internationale aandacht die er kwam naar aanleiding van Een onberispelijke man was onverwachts groot. Maandenlang stond het eerste deel van de trilogie rond Edward Feathers in bestsellerlijstjes en de lezers waren het er unaniem over eens dat de vertaling van het tweede deel niet snel genoeg uitgebracht kon worden. Acht jaar na de publicatie van het origineel is het ook voor Vlaanderen en Nederland zo ver: Een trouwe vrouw ligt in de rekken en bevestigt opnieuw Gardams uitzonderlijke talent.
In het eerste deel van de trilogie blikt Edward Feathers uitvoerig terug op zijn leven. Hij heeft zijn jeugdervaringen altijd angstvallig verborgen gehouden voor de buitenwereld én voor zijn vrouw Betty, die in zijn ogen niets meer dan een brave modelvrouw is. In deze roman krijgen we de keerzijde van de medaille, want het is Betty’s beurt om uit de biecht te klappen – en dat doet ze met meer geestdrift dan haar echtgenoot ooit voor mogelijk had kunnen houden.
Op het moment dat ze ten huwelijk gevraagd wordt – per brief op papier van Feathers’ werk – stemt ze vrolijk in, waarna onmiddellijk de twijfel toeslaat. Waarom zou ze trouwen met een man die ze amper kent en over wie ze niets weet? En wat moet ze denken van de enige voorwaarde die haar verloofde aan het huwelijk stelt, nl. dat ze nooit bij hem weg mag gaan? Tijdens een bizarre plechtigheid stappen ze met open ogen in een verstandshuwelijk waarvan ze allebei weten dat het de verwachtingen nooit zal kunnen inlossen. Dat Feathers’ concurrent Terry Veneering een doorslaggevende rol in hun leven speelt, wordt snel duidelijk. Of hij dat bewust doet, blijft echter vaag. Daar zal het slot van de trilogie, Laatste vrienden, hopelijk verandering in brengen. Voorlopig moet de lezer het doen met de tegenstrijdige versies van Edward en Betty.
Groteske personages verlenen aan alledaagse situaties een sprookjesachtige sfeer die balanceert tussen droom en nachtmerrie. Noch Betty noch Edward speelt open kaart. Hij vlucht in zijn werk en waait in en uit haar leven, waardoor het onmogelijk is om een echte band op te bouwen. De vele opmerkingen dat ze wel degelijk van elkaar houden, beklemtonen enkel de wederzijdse eenzaamheid. Betty zwalpt tussen gelatenheid, depressie en opstandigheid tot ze een manier vindt om tevreden te zijn. En net op dat moment roept het verleden haar luidkeels tot orde.
Gardam beschrijft op een typisch Britse, tragikomische manier een huwelijk zonder passie en romantiek. Ze brengt het verhaal op geheel eigen wijze, wars van traditionele verhaaltechnieken. Wie denkt dat enkel Betty het woord zal voeren, komt bedrogen uit. Het verhaal springt niet alleen heen en weer in tijd en ruimte, maar biedt ook een ruim palet aan vertelperspectieven. Omdat elk van de vijf delen een eigen stijl heeft, maakt de structuur aanvankelijk een rommelige indruk. Maar het geheel werkt wel degelijk, al moet je het boek helemaal uitlezen om daar achter te komen. Ongeduldige lezers zouden vroegtijdig kunnen afhaken, maar missen dan een boek waarbij de structuur, de schrijfstijl en het onderwerp prachtig samenvallen.
De manier waarop Gardam scènes uit Een onberispelijke man schijnbaar identiek, maar toch volkomen anders in deze verhaallijn verstopt is subliem. Een trouwe vrouw kan als afzonderlijk boek gelezen worden, maar doe dat vooral niet. Beide boeken zijn uitstekend geschreven en zorgen in combinatie met elkaar voor een memorabele leeservaring die je niet wilt mislopen. In januari 2018 publiceert Uitgeverij Cossee het derde deel, dat een daverende finale beloofd te worden.
Reageer op deze recensie