De boze oude man is terug
Boeken met hoogbejaarde mannen in de hoofdrol zijn de laatste jaren bijzonder populair. Net wanneer je denkt dat er nog weinig nieuws aan het genre kan worden toegevoegd, wordt een boek als Hart tegen hard op de markt gebracht. Aurélie Valognes (1983) weet te verrassen met een roman die begint met een behoorlijk harde angry old man-verhaallijn, maar eindigt met een op en top feel good finale.
Lezers die houden van Hendrik Groen (Pogingen iets van het leven te maken) zullen even moeten slikken bij het personage van Ferdinand Brun. Aan deze tachtiger is absoluut niets sympathiek. Al in de allereerste paragraaf wordt hij beschreven als “Hij die verhuizen haat. Hij die samenwonen haat. Hij die mensen haat.” Zijn slechte humeur valt op dat moment nog te verklaren: hij wordt – door zijn eigen dochter nota bene – gedwongen om zijn appartementje te verlaten.
Met een aandoenlijke vrolijkheid wordt beschreven hoe Ferdinand haat en wrok tot in de puntjes verfijnd heeft. Desondanks weet de auteur ook mededogen op te wekken. Enerzijds doet ze dat door er een personage tegenover te plaatsen dat al even door en door slecht is. De spanning tussen Ferdinand en de conciërge van het appartementsgebouw zorgt meteen voor een interessante verhaallijn: wat ligt aan de basis van het conflict? Wie van hen krijgt de bovenhand?
Anderzijds wordt Ferdinands zwakte ook in beeld gebracht wanneer zijn hond Daisy – zijn enige reden van leven – niet naar huis komt. De passage waarin de boze oude man door de regen loopt, zich onbewust van tijd en ruimte omdat het gemis van zijn hond alle plaats in zijn hoofd inneemt, kan alleen maar raken. In de daaropvolgende scènes wordt het medelijden echter prompt de kop ingedrukt. Pas wanneer zijn buren zich echt met hem gaan bemoeien, wordt hij uitgedaagd om tegen wil en dank normale menselijke contacten aan te gaan. Het spel tussen empathie en antipathie voor het hoofdpersonage wordt vooral in het eerste deel van het boek erg goed gespeeld. Welk gevoel uiteindelijk de overhand krijgt, zal afhankelijk zijn van lezer tot lezer.
Vertalingen uit het Frans hebben vaak een lyrische stijl die in het Nederlands geforceerd kan overkomen. Daar heeft dit boek geen last van. Het gebruik van klare taal en korte zinnen doet je zelfs regelmatig vergeten dat het om een vertaling gaat. In combinatie met de korte hoofdstukken zorgt deze stijl voor een bijzonder vlotte leesbaarheid.
Ook inhoudelijk vraagt het boek weinig inspanning van de lezer. Dit boek zou vergeleken kunnen worden met Een man die Ove heet, maar mist de subtiliteit van Fredrik Backmans roman. Valognes legt alles duidelijk uit, wat een grote voorspelbaarheid tot gevolg heeft. Naar het einde toe laat de geloofwaardigheid het afweten, maar de afwisseling tussen grappige, brutale en ontroerende hoofdstukken zorgt wel tot de laatste pagina voor een ontspannende leeservaring.
In Frankrijk werd dit debuut van Valognes onmiddellijk door lezers opgepikt en werd het vooral door mond-aan-mond reclame een echte hype. Met haar drie volgende – nog niet vertaalde – romans weet de auteur haar succes keer op keer te bevestigen. Hoewel Hart tegen Hard geen literair meesterwerk is, is het wel een ideaal boek voor wie op zoek is naar pure ontspanning. De kans dat de Nederlandstalige vertaling deze zomer een groot succes wordt is dan ook reëel.
Reageer op deze recensie