IJzersterke schrijfstijl
Het einde van de oceaan is het tweede deel van het klimaatkwartet dat de Noorse auteur Maja Lunde aan het schrijven is. De romans zijn los van elkaar te lezen; zowel de personages als de setting zijn verschillend, voorkennis is niet nodig. Waar de aandacht in het eerste deel De geschiedenis van de bijen lag op het verdwijnen van insecten, verschuift Lunde deze keer de focus naar de gevolgen van watertekort. De toon is bitser, maar wat wel hetzelfde blijft, is de afwisseling van verschillende verhaallijnen. Net als in haar eerste roman werkt deze opbouw goed om de hoogdringendheid van Lundes boodschap kenbaar te maken.
Als eerste komt Signe aan bod. Zij keert in 2017 na vijftig jaar afwezigheid terug naar haar geboortedorp. Ze is onmiddellijk weer één met het Noorse landschap. De eerste pagina’s beschrijven het water, de bergen en ‘haar’ gletsjer, maar vertellen tussen de regels door even veel over Signe. Hoewel ze zegt dat ze te oud is om zich nog langer boos te maken, is één blik op de gehavende gletsjer voldoende om het vuur opnieuw te ontsteken. Haar oude jeugdliefde is volgens haar verantwoordelijk voor de ijswinning op de gletsjer en ze onderneemt een gewaagde zeiltocht naar Frankrijk om hem ter verantwoording te roepen.
Eenentwintig jaar later wordt haar boot gevonden door David en zijn zesjarige dochter Lou. De boot biedt hen een welkome afleiding van het leven in een Frans vluchtelingenkamp en het verlies van de rest van hun gezin. Het heeft al vijf jaar niet meer geregend en de landen in het Noorden, waar wel nog water voorhanden is, hebben hun grenzen gesloten. Het aantal vluchtelingen stijgt dramatisch en het drinkwater raakt op. Deze verhaallijn is angstaanjagend doeltreffend omdat het zich zowel qua tijd als locatie dicht bij ons afspeelt.
Samen vormen deze hoofdpersonages drie generaties die de overgang van waterovervloed tot schaarste tot het totaal ontbreken ervan op een geloofwaardige manier weergeven. Ze zijn bovendien complex met dagdagelijkse zorgen en dromen. Het getuigt van durf dat Signe neergezet wordt als een cynisch, onsympathiek personage en dat David niet steeds weet wat hij met Lou moet aanvangen. Onder meer door die kleinmenselijke aspecten krijgt het verhaal diepgang.
Waar de eerste roman vooral plotgedreven is, komt het leesplezier nu in grote mate voort uit de schrijfstijl en de ontwikkeling van de personages. Er zijn tal van kleine ingrepen die in eerste instantie niet opvallen, maar toch een impact hebben op het geheel. Zo wordt in de verhaallijn van 2017 de tegenwoordige tijd gebruikt, en in die van 2041 de verleden tijd. Hierdoor worden de gevolgen van de droogte als een feit voorgesteld.
Lunde speelt continue met taal. Water slingert zowel in letterlijke als figuurlijke betekenis door het verhaal heen en verbindt alles met elkaar. Het is een immense prestatie dat dit in de vertaling van Lammie Post-Oostenbrink op een natuurlijke manier overeind blijft. Hetzelfde geldt voor het ritme van het verhaal. Herhalingen van bepaalde zinsconstructies en lange opsommingen zorgen voor een cadans die de lezer gevangen houdt.
Het einde van de oceaan is veel meer dan een roman over het klimaat. Het is een verhaal over overleven, over volwassen worden en keuzes maken. Hoop en wanhoop wisselen elkaar af, net zoals liefde en verlies, vriendschap en zelfgekozen eenzaamheid. Wanneer de verhalen samenkomen is het aan de lezer om in te vullen of het einde tragisch dan wel hoopvol is. Nog een bewijs van Lundes vakmanschap.
Reageer op deze recensie