Taal is de ziel van een volk
'Queen bee, bee [bijenkoningin, bij] – darribun, ngaraang. De ngaraang is tegenwoordig in gevaar, hele kolonies sterven en de bijenkoningin darribun blijft achter, zoals op een schaakbord zonder pionnen, nu alle werkbijen doodgaan. […] Dat leidt weer tot een heel snelle, te vroege volwassenwording van volgende generaties bijen, die de korf voortijdig verlaten, voordat ze eraan toe zijn, en daarna stort de hele kolonie in. Zo was het ook met de Gondiwindi, uiteengedreven kinderen zonder iets wat hen voedt, zonder kompas om weer thuis te kunnen komen.'
Dit is een van de vele uittreksels uit het woordenboek van Albert Gondiwindi. Zijn poging om de Wiradjuritaal en -traditie te redden van vergetelheid vormt de kern van Tara June Winch’ nieuwe roman Het spiegelwoordenboek. Aan de hand van drie verhaallijnen en haar eigen creatieve woordenspel toont ze aan dat er achter elke taal een hele cultuur en geschiedenis schuilgaan.
Deze roman over de Britse kolonisatie van Australië won meerdere literaire prijzen en daar zal de unieke stijl en inhoud zeker iets mee te maken hebben. Al is het even wennen aan een verhaal dat deels in woordenboekstijl geschreven is. De vertaling van Gitte Postel en Rob van der Veer is indrukwekkend. Soms kunnen woorden immers niet vertaald worden, en is de omschrijving zo omslachtig dat duidelijk is dat er in de Westerse cultuur geen aandacht is voor bepaalde onderwerpen die voor Albert meer dan normaal zijn.
De stijl waarin August, Alberts kleindochter, haar verhaal vertelt is klassieker. Het leest daarom vlotter, al is de inhoud even schrijnend. August keert vanuit Engeland terug naar Australië voor de begrafenis van Albert. Daar treft ze haar grootmoeder aan die op het punt staat om haar huis te verliezen aan een tinmijn. Als ze kan aantonen dat de Gondiwindi altijd al op het land hebben gewoond, maken ze een kans om het te behouden. Op zoek naar Alberts woordenboek, breekt de dam aan herinneringen die August tien jaar lang van haar familie gescheiden hield.
De opbouw van Augusts verhaallijn is weinig verrassend, maar het taalgebruik is zo rijk dat er tussen de regels een ingewikkelde geschiedenis schuilgaat. De schrijfstijl verplicht de lezer om de zintuigelijke ervaring van de omgeving volledig te ondergaan: de zon die met vlakke hand op de barre aarde slaat, het haar van de tantes dat aan een reis naar het zilver begint, een hart dat als een kauwgumdraad werd opgerekt totdat het knapte (en geknapt bleef)… De woorden vibreren in een toenemende cadans en nodigen uit om het boek luidop te lezen.
De verhaallijnen van Albert en August worden afgewisseld met brieven van een dominee die aan het einde van de 19e eeuw de zendingspost Prosperous oprichtte. In plechtige taal doet hij de 'onfraaie waarheid' van zijn pogingen om de inheemse bevolking te bekeren uit de doeken. Zijn interesse voor hun traditie en taal maken van hem een genuanceerd, geloofwaardig personage. Winch valt niet in de wij-versus-zij valkuil, maar toont de koloniale geschiedenis in alle complexiteit.
Tara June Winch krabt in Het spiegelwoordenboek laag per laag af. Van een universele drang naar macht daal je af naar de cultuur van de Aboriginals, om te belanden in de kern van het familiedrama van de Gondiwindi. Alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Net als bijen zwermen ze ver uit, maar vinden ze vroeg of laat hun weg naar de korf terug. Nog meer dan de inhoud is het Winch’ virtuoze schrijfstijl die de lezer laat voelen hoe hoog de prijs is die ze daarvoor betalen.
Reageer op deze recensie