Een grappig, droevig debuut
Stel je voor: je grabbelt al je spullen samen en springt nog net op tijd uit de trein voor die jouw bestemming voorbij rijdt. Maar dan blijkt jouw boek nog in de trein te liggen. Op zich is dat al een nachtmerrie voor elke lezer, maar het wordt nog erger. In dat boek zitten drieëntwintig liefdesbrieven, aan niemand anders gericht dan aan jou en geschreven door iemand die erg belangrijk voor je is. Het overkwam Zita Theunynck en werd het uitgangspunt van haar debuut Het wordt spectaculair. Beloofd.
Het boek start met Anna die met tranen op de wangen toekijkt hoe de trein weg dendert. Een passagier vindt de brieven en kan de lokroep om ze te lezen niet weerstaan. De gevoelige openingsscène wordt tastbaar gemaakt door de prachtige cover, waarvan het reliëf de illusie vergroot dat je werkelijk een zachtroze envelop vasthoudt. Wie vreest een zoetsappig liefdesromannetje in handen te hebben wordt op de eerste pagina al gerustgesteld: “Dit is het verhaal van twee mensen. Het is een liefdesverhaal. En het is er geen.”
De drieëntwintig brieven worden een na een volledig afgedrukt, wat een heerlijk gevoel van voyeurisme oplevert. Ze zijn gedateerd van 1 juli tot en met 1 oktober en geven op een vlotte, maar vooral grappige manier een inkijk in de relatie tussen Anna en Leonard. Na de emotionele openingsscène vormt dit een rustpunt en wordt gelijktijdig de spanning opgebouwd. Je merkt immers al gauw dat de relatie tussen Anna en Leonard in niets op een romantisch sprookje lijkt. Het einde van de allerlaatste brief zindert de rest van de roman na: “De vraag is dan ook niet of ik van jou hou. En de vraag is ook niet of je van mij houdt. De vraag is of jij durft te kiezen voor mij.” De nieuwsgierigheid is op dat moment al zo groot dat je niet anders kunt dan zo snel mogelijk doorlezen.
De nuchtere schrijfstijl en Vlaamse woordenschat doen sterk denken aan de romans van Griet Op de Beeck, die eveneens complexe personages op een sterke manier in beeld zet. Anna is zo’n personage dat je stevig in je armen wilt houden en tegelijk hard wilt wegduwen. Zowel zij als Leonard komen iets te jong en naïef over om geloofwaardig voor twintigers door te gaan, maar dat heeft tegelijk ook iets aandoenlijks. De vele clichés doen echter wel afbreuk aan de kracht van het verhaal; picknicks in het park, maanlicht op haren, samen naar de sterren kijken… Ze staan in schril contrast met de ontelbaar mooie, originele beelden die Theunynck gebruikt en waarmee ze meer dan eens een mokerslag uitdeelt.
Over de opbouw en de lay-out is met zorg nagedacht en dat werpt z’n vruchten af. Door vreemde associaties springt het verhaal van de hak op de tak, maar onsamenhangend wordt het nooit. Korte, ritmische stukjes tekst zijn duidelijk de expertise van de auteur, die het in dit stadium van haar schrijverschap nog een beetje moeilijk lijkt te hebben met het uitwerken van dynamische dialogen. Een sterkte is de luchtige humor die ze gedurende het hele verhaal weet vol te houden en die, ondanks de ernstige thematiek, op zowat elke pagina een glimlach oplevert.
Het debuut van Zita Theunynck is wel degelijk een liefdesverhaal, niet het spectaculaire dat in de titel wordt beloofd, maar eerder een ingetogen verhaal over liefde in de puurste vorm. Die liefde kruipt zo onder je huid dat je de kleine gebreken die dit debuut heeft al meteen na de laatste pagina vergeten bent.
Reageer op deze recensie