Een spirituele zoektocht naar geluk
De Braziliaanse auteur Paulo Coelho (1947) is wereldwijd bekend vanwege zijn romans, maar zet in zijn laatste boek, Maktub, het staat geschreven een ander genre in de kijker. Maktub wordt aangekondigd als een bundel kortverhalen. In het voorwoord nuanceert Coelho dat het eerder gaat om een selectie van zijn columns die verschenen tussen 1993 en 1994.
Coelho’s literaire reis begon nadat hij een pelgrimstocht naar Santiago de Compostela ondernam. Die ervaring verwerkte hij in zijn romandebuut De Pelgrimstocht naar Santiago (1987). Hoewel zijn grote internationale doorbraak pas kwam na zijn tweede boek De Alchemist (1988), zet het eerste boek al de toon voor zijn verdere oeuvre. Coelho’s stijl en thema’s bevinden zich op het kruispunt tussen religie, spiritualiteit en filosofie en komen in gecondenseerde vorm terug in Maktub. De stukjes tekst variëren van een (kleine) pagina tot een paar regels. Het zijn bedenkingen over het leven, korte wijsheden en mijmeringen over verhalen en ervaringen die de auteur heeft meegemaakt of hem werden verteld.
Coelho benadrukt in zijn inleiding dat de insteek en thematiek van de columns erg divers is. Afwisselend komen verhalen aan bod over Jezus, over reizigers, over een leerling en meester, over kluizenaars en monniken, maar ook over een brandweerman in LA en de songwriter Nelson Motta. Ondanks de uiteenlopende en los van elkaar staande onderwerpen, is er een duidelijke rode draad te onderscheiden. Net zoals in zijn romans becommentarieert Coelho de manier waarop mensen al dan niet bewust in het leven staan vanuit verschillende invalshoeken.
Wie Coelho’s werk kent weet dat hij verrassend, ontroerend en zelfs grappig uit de hoek kan komen. Al deze elementen zijn ook in dit boek terug te vinden. Filosofische gedachten over het leven leiden evenwel ook bij een groot auteur niet altijd tot vernieuwende inzichten. Maktub is op z’n best inspirerend en rustgevend, maar eveneens moraliserend en zelfs aanmatigend. Door het gebruik van clichés trapt de auteur regelmatig open deuren in:
“Gelukkig zijn is op geen enkele manier zonde. Er steekt niets verkeerds in om af en toe tijd de regels over eten, slapen en blijdschap aan je laars te lappen. Voel je niet schuldig als je af en toe tijd verdoet aan nonsens. Juist van de kleine geneugtes gaat de grootste stimulans uit.”
Wie van concrete, nuchtere commentaren over het leven en de maatschappij houdt, zal snel afhaken. Coelho hanteert namelijk een zweverige stijl waarvoor je je moet kunnen openstellen. Alle columns zijn beladen met symboliek, gemaakt om langzaam te lezen en vooral om bij stil te staan. Belangrijker dan de woorden zijn immers de achterliggende ideeën die tussen de regels door gesuggereerd worden.
Coelho roept de lezer op om bewust te leven, om aandacht te hebben voor kleine dingen en te genieten van het gewone. Een voor de hand liggende boodschap, die gegoten in Coelho’s taal toch tot nadenken stemt. Het geheel mag dan niet baanbrekend zijn, voor fans is dit boek vast en zeker een fijne aanvulling op zijn werk.
Reageer op deze recensie