'Begin eraan. Begin te lopen. Begin met een stap.'
Voor vele lopers is Klaas Boomsma (1974) geen onbekende. Als mede-hoofdredacteur van ‘Losse Veter’, en looptrainer met verschillende marathons op zijn palmares heeft hij zijn kennis van de loopsport meer dan bewezen. Nu komt hij ook met zijn eigen verhaal; over wat hem ertoe bracht om te beginnen met hardlopen en over zijn motivatie om dat te blijven doen.
Vanaf de eerste pagina wordt duidelijk dat Ren voor je leven geen standaardverhaal is dat louter en alleen het hardlopen verheerlijkt. Over Boomsma’s aanleiding om te gaan lopen wordt niet flauw gedaan: hij was verslaafd aan alcohol en drugs en begon tijdens het afkicken eerder bij toeval te lopen. In het eerste deel van het boek doet hij in heldere taal zijn leven als verslaafde uit de doeken. Waar hij als tiener nog in toom gehouden wordt door zijn ouders, ontspoort hij helemaal wanneer hij in Utrecht gaat studeren. Drinkend en blowend werkt hij zich doorheen negen jaar studententijd – en bouwt hij een behoorlijke schuldenberg op.
Omdat hij een ogenschijnlijk normaal leven leidt – werk, vriendin, huis, sociaal leven – kunnen zowel hijzelf als zijn omgeving lange tijd ontkennen dat hij tot zijn nek in de drank, drugs en schulden zit. Boomsma maakt heel bevattelijk hoe het mogelijk is dat het tot 2011 duurt voor het doek werkelijk valt. Hij zoekt daarbij geen valse excuses en neemt de volledige verantwoordelijkheid voor zijn daden. Die laconieke houding zorgt ervoor dat de lezer hem als held noch slachtoffer ziet, wat een knappe prestatie is bij een verhaal dat zo persoonlijk is.
Hij ontsnapt aan zijn leven in Amsterdam door zich te laten opnemen in een afkickcentrum in Zuid-Afrika. Daar op het strand stelt hij zichzelf tot doel 10 kilometer te lopen, een afstand die hij als dertienjarige een paar keer had gelopen, maar die als 37-jarige onmogelijk lijkt. Het verhaal verschuift van het leven met een verslaving, over het ontwennen, naar het leven als hardloper. Ondanks de uitdagingen en uitschuivers die met al deze fasen gepaard gaan vermijdt Boomsma sentimentele anekdotes. Zijn achtergrond als journalist schemert door in de kalme manier waarop hij de mechanismen van een verslaving analyseert, net als de mogelijke instrumenten om ertegen te vechten. Hij benoemt de dingen zoals ze zijn zonder ze mooier te maken met poëtische ingrepen of net dramatischer door stoer of bombastisch taalgebruik. Dit maakt het boek erg toegankelijk en laat er geen twijfel over bestaan dat dit een non-fictieverhaal is.
Door open over die eerste loopmaanden te vertellen, geeft hij heel wat tips waar beginnende lopers veel aan zullen hebben. Naarmate de loopjes ware trainingen worden en hij zichzelf steeds snellere en langere runs oplegt krijgt zijn nieuwe passie een obsessief karakter. Pas wanneer lopen een automatisme wordt en geen doel meer dient, vindt hij een balans in zijn leven. Ervaren lopers zullen zich herkennen in de sensatie van het lopen om het lopen zelf. Boomsma beschrijft dat gevoel op zo’n manier dat je meteen het boek wilt dichtslaan om zelf te gaan lopen, maar houdt je toch op de bank door het intrigerende van zijn verhaal.
Ren voor je leven is een krachtig en inspirerend boek. Uiteraard biedt het geen magische oplossingen. Boomsma maakt heel expliciet dat problemen niet als bij wonder verdwijnen wanneer je loopschoenen aantrekt. Wat hij wél aantoont is dat hardlopen hem geholpen heeft om nuchter en clean te blijven, om een uitweg voor zijn gepieker te vinden en bovenal om een balans in zijn leven te vinden. Met deze boodschap krijgt hij ongetwijfeld een heleboel mensen aan het lezen, nadenken én hardlopen.
Reageer op deze recensie