Gestileerde verhalenbundel
Aya Sabi (1995) is een rijzende ster in Vlaanderen. Ze is niet bang om haar – gesproken en geschreven – stem te laten klinken en mengt zich zelfzeker in het maatschappelijke debat. Bij Atlas Contact kreeg ze meteen een contract voor twee boeken. Haar tweede boek zal een roman worden, maar voor haar literair debuut koos ze voor een verhalenbundel die zowel geëngageerde als poëtische klanken brengt.
De bundel bestaat uit vijf kortverhalen die samengeweven worden door een proloog en epiloog die hetzelfde personage opvoeren. De verhalen spelen zich op niet nader genoemde locaties af en ook de personages moeten door de fantasie van de lezer mee vorm gegeven worden. De tijdloosheid loopt als een rode draad doorheen de verhalen en verbindt de meest uiteenlopende thema’s met elkaar. Hoewel machtsvertoon en jaloezie duidelijk aangekaart worden, is de algemene toon voorzichtig optimistisch. Er is hoop voor de mensheid, hoe wankel de positie van de personages ook mag zijn.
Het ongrijpbare wordt versterkt door de mysterieuze, bloemrijke taal. Het is een barokke stijl die de lezer verplicht om uiterst langzaam doorheen de zinnen te gaan om zo de beelden en symboliek te ontcijferen, wat vaak aangrijpende taferelen oplevert. Zo is er de krachtige, maar ook overweldigende passage in 'Opdwarrelend stof':
“Ik wist niet dat ik spoedig zou sterven en het was ook nooit bij mij opgekomen, want er is sterven en er is doodgaan en ik stierf. Ik werd een lichaam zonder ziel, een gedaante zonder wil, hoop, geloof of dromen. Ik bestond uit een ruïne van opgekropte angst en onderdrukte kreten. Ik leefde op afgeknabbelde pilaren van pijn. Ik wist wat leven was omdat ik erna stierf en leefde in mijn herinnering.”
Het overdadige heeft echter ook een negatieve kant. Eén rake metafoor is immers zinvoller dan een paragraaf vol bewust gezochte beelden die niet allemaal even goed werken. Veel zinsconstructies lijken te vergezocht, waardoor de schrijfstijl regelmatig geforceerd, zelfs kitscherig wordt:
“Wij verlangden ernaar onze ziel te verstenen in het diepste van het woud. We waren bevangen door schoonheid. Het dichte woud ving ons in de nachtelijke hemel op, omhelsde ons en bijna stikten wij in haar warmte, nadat we onder de beschermende ogen van onze moeders weggeglipt waren.”
Net wanneer de toon te melodramatisch dreigt te worden, komt het verhaal 'Naamlozen' aan bod. Door de sobere schrijfstijl komt dat verhaal meer tot de kern en toont de auteur dat ze niet zomaar met taal goochelt, maar die ook gericht kan inzetten. Waar in de overige verhalen de personages in de schaduw van de te bloemrijke stijl komen te staan, treedt in dit verhaal de schilderes wel op de voorgrond en wordt een figuur van vlees en bloed.
Verkruimeld land is een dun boekje, amper 120 pagina’s met behoorlijk wat witruimte, maar het bevat voldoende stof tot nadenken om de liefhebbers van het genre te bekoren. Door het trage ritme en de afwezigheid van actie, zal deze bundel lezers die houden van plotgedreven verhalen niet van begin tot einde kunnen boeien. Dat we nog meer van Aya Sabi zullen horen, staat evenwel buiten kijf. Met haar debuut toont ze aan dat ze verschillende registers durft open te trekken. Het maakt haar alvast een boeiende auteur om in de gaten te houden.
Reageer op deze recensie