Tien jaar gevangen - Een boek over hoop
Tien jaar gevangen bevat de memoires van Amanda Berry en Gina DeJesus. Zij beschrijven de tien lange jaren die zij - samen met Michelle Knight - doorbrachten als gevangenen van Ariel Castro in zijn huis in de Amerikaanse stad Cleveland, Ohio. "We willen dat iedereen de waarheid hoort, het echte verhaal van ons decennium als gevangenen van Casto ..."
Amanda Berry begon met het schrijven van haar verhaal zes dagen nadat Ariel Castro haar ontvoerde en opsloot in zijn huis. Het was daags voor haar zeventiende verjaardag. De eerste vermelding is gedateerd 27 april 2003. Gedurende de tien jaren die volgden schreef Berry in kladblokjes die ze kreeg van Castro, op servetten van McDonald's, op papieren zakken en lege kartonnen dozen. Ze schreef nooit-verzonden brieven aan haar familie, gedichten en dagboekaantekeningen. Ze schreef aan haar dochter, Jocelyn, die werd geboren in het huis op kerstdag 2006. Ze schreef om te onthouden wat er allemaal gebeurde en om hiervan te leren. Toen Berry eindelijk ontsnapte aan de nachtmerrie die Castro had gecreëerd, had ze meer dan 1200 pagina's volgeschreven.
Tien jaar gevangen, geschreven in samenwerking met journalisten Mary Jordan en Kevin Sullivan, is grotendeels gebaseerd op Berry’s dagboeken, samen met de brieven die haar ‘huisgenootje’ Gina DeJesus schreef aan haar familie, en hun beider herinneringen aan de lange beproeving. Verteld in de eerste persoon wisselen de dagboekachtige fragmenten van de twee vrouwen elkaar af. Jordan en Sullivan hebben hier onder meer informatie over Castro’s jeugd en over de politie- en FBI-onderzoeken naar de vermissingen van beide meisjes aan toegevoegd.
Beide vrouwen schrijven dat Castro hen vier tot vijf keer per dag verkrachtte, waarbij de sociopaat geloofde dat zijn gevangenen gewillig seks met hem hadden en dat ze samen een gelukkig gezin vormden. Hij gaf ze echter ook zo weinig te eten dat ze altijd honger hadden, en allebei enorm afvielen. Tot de laatste twee jaar hield hij de vrouwen te allen tijde geketend en opgesloten in hun kamers, behalve wanneer hij hen naar een andere kamer bracht om hen te verkrachten. De zware kettingen en hangsloten deden pijn, en beperkten de meisjes in hun bewegingsvrijheid in de toch al kleine kamers. Castro kleineerde de vrouwen en zette de drie vaak tegen elkaar op. Toch slaagden de vrouwen er in om op momenten nader tot elkaar te komen, hun angsten even te vergeten en zelfs af en toe momenten van geluk te delen.
De geboorte van Jocelyn vormde een keerpunt. Castro was onmiddellijk tot over zijn oren verliefd op de baby en bleek een goede vader te zijn, waardoor Berry’s gevoelens voor Castro veranderden. Ze was jaloers als hij seks had met de andere twee vrouwen en ontzet over haar eigen jaloezie. Ze verlangde ineens naar zijn knuffels, maar fantaseerde er tevens over om hem te doden. “Als je een boek schrijft, ga je dan de waarheid vertellen? Ga je dan vertellen dat je ook iets voor mij voelde?” vroeg Castro op een gegeven moment. ''Ik ga de waarheid vertellen”, zei Berry. En dat deed ze, net als Gina DeJesus. Met de hulp van Jordan en Sullivan, vertellen ze de waarheid in deze ontroerende en mooie memoires. Wat echter een gruwelijk verhaal had kunnen worden van twee slachtoffers die een ondraaglijk leven hebben moeten leiden in het huis van een monster, is in plaats daarvan het prachtige relaas geworden van twee jonge, bange meisjes die tegen alle verwachtingen in opgroeien tot krachtige, zelfbewuste vrouwen die een mensenkennis en mededogen bezitten dat veel volwassenen nooit zullen kennen. “Wij zijn sterker gebleken dan Ariel Castro.”
Reageer op deze recensie