Lezersrecensie
een zwarte pagina in de Belgische geschiedenis
Christian Meadow is een Belgische auteur afkomstig uit Duffel, maar hij groeide op in Duitsland. In 2020 won hij met het eerste deel van zijn trilogie Deus Vult, wat bovendien zijn debuut was, de publieksprijs van ‘Boekgoud’. Hij is een veelbelovend auteur die vooral historische fictie schrijft. Met Het zwarte goud neemt hij zijn lezers mee naar een nogal zwarte pagina uit de Belgische geschiedenis: het koloniaal verleden.
Albert is een uitgebluste ambtenaar. Maar niet alleen op zijn werk loopt alles wat op een dood spoor, ook zijn familiale situatie is niet ideaal. Zijn echtgenote Maria vindt haar man maar saai en ze schuwt het niet om een scheve schaats te rijden. Wanneer er dan ook nog eens een conflict ontstaat tussen Maria en hun dochter Lieve heeft Albert het helemaal gehad. Hij beslist om te gaan werken in Belgisch-Kongo en neemt zijn hele familie mee.
Eenmaal aangekomen wil Maria maar één ding: in rijkdom leven. Maar Albert en Lieve zijn vooral verwonderd, het gaat er namelijk niet zo aan toe zoals ze hadden verwacht. Ze hebben het beiden moeilijk met de onderdrukking van de inheemse bevolking. Hierop beslist Albert om de zaken anders aan te pakken dan zijn voorgangers. Hij buit de Congolese bevolking niet uit en heeft respect voor hun harde werk. Zijn leidinggevenden zijn hier echter niet zo mee opgezet.
Het zwarte verdriet is een krachtige roman over het Belgisch koloniaal verleden. De auteur heeft er een sterk document van gemaakt en weet duidelijk waarover hij het heeft. Hier is heel wat vooronderzoek aan vooraf gegaan. Door gebruik te maken van specifiek taalgebruik weet hij de sfeer van de jaren dertig op een authentieke wijze weer te geven. Frans, Brussels, West-Vlaams worden verweven doorheen het verhaal. Op deze manier waren de conversaties tussen de personen, afkomstig van de verschillende Belgische provincies, precies levensecht. Ik huiver van films en boeken waarbij de personages de ‘verkeerde’ taal spreken. Er zijn voorbeelden genoeg van films of boeken waarbij een Duits of een Frans personage Engels spreekt. Voor mij is dit al een reden om af te haken. Christian Meadow heeft met Het zwarte verdriet het ultieme bewijs geleverd dat het wel mogelijk is om de personages de juiste taal of dialect te laten spreken. Hiernaast houdt hij zich ook vast aan het koloniaal taalgebruik, zonder racistisch te worden. In een korte inleiding zal hij dit ook wat toelichten wat zeker een meerwaarde biedt bij het lezen.
De personages zelf zijn stereotyperend: Albert de te brave echtgenoot die onder het juk van zijn vrouw leeft, Maria de bazige echtgenote en de lieve dochter Lieve. Albert vond ik een uiterst sterk personage en boeide mij enorm, gezien hij uitgroeit van een braaf sulletje tot een intelligente, sterke man, door zijn ervaringen in het koloniaal gebied.
Maar niet alleen de personages worden knap neergezet, ook wist de auteur dankzij zijn beeldende omschrijving de omgevingen van het Afrikaanse landschap goed weer te geven. Het leek alsof ik mijn oom hoorde vertellen over zijn persoonlijke ervaringen in Congo.
De eerste twee hoofdstukken moest ik wel even wennen aan de schrijfstijl van de auteur. Maar eenmaal je helemaal in het verhaal zit, went het en vond ik hem toch een aangename schrijfstijl hebben.
In een epiloog zal de auteur wat verder inpikken op de geschiedenis van het Belgisch koloniaal verleden. Dit samen met het verhaal van Albert en zijn familie kan voor veel mensen een eyeopener zijn.
Dit was voor mij een zeer positieve kennismaking met het werk van Christian Meadow en smaakt zeker naar meer. Daarom een dik verdiende 4 sterren.
Albert is een uitgebluste ambtenaar. Maar niet alleen op zijn werk loopt alles wat op een dood spoor, ook zijn familiale situatie is niet ideaal. Zijn echtgenote Maria vindt haar man maar saai en ze schuwt het niet om een scheve schaats te rijden. Wanneer er dan ook nog eens een conflict ontstaat tussen Maria en hun dochter Lieve heeft Albert het helemaal gehad. Hij beslist om te gaan werken in Belgisch-Kongo en neemt zijn hele familie mee.
Eenmaal aangekomen wil Maria maar één ding: in rijkdom leven. Maar Albert en Lieve zijn vooral verwonderd, het gaat er namelijk niet zo aan toe zoals ze hadden verwacht. Ze hebben het beiden moeilijk met de onderdrukking van de inheemse bevolking. Hierop beslist Albert om de zaken anders aan te pakken dan zijn voorgangers. Hij buit de Congolese bevolking niet uit en heeft respect voor hun harde werk. Zijn leidinggevenden zijn hier echter niet zo mee opgezet.
Het zwarte verdriet is een krachtige roman over het Belgisch koloniaal verleden. De auteur heeft er een sterk document van gemaakt en weet duidelijk waarover hij het heeft. Hier is heel wat vooronderzoek aan vooraf gegaan. Door gebruik te maken van specifiek taalgebruik weet hij de sfeer van de jaren dertig op een authentieke wijze weer te geven. Frans, Brussels, West-Vlaams worden verweven doorheen het verhaal. Op deze manier waren de conversaties tussen de personen, afkomstig van de verschillende Belgische provincies, precies levensecht. Ik huiver van films en boeken waarbij de personages de ‘verkeerde’ taal spreken. Er zijn voorbeelden genoeg van films of boeken waarbij een Duits of een Frans personage Engels spreekt. Voor mij is dit al een reden om af te haken. Christian Meadow heeft met Het zwarte verdriet het ultieme bewijs geleverd dat het wel mogelijk is om de personages de juiste taal of dialect te laten spreken. Hiernaast houdt hij zich ook vast aan het koloniaal taalgebruik, zonder racistisch te worden. In een korte inleiding zal hij dit ook wat toelichten wat zeker een meerwaarde biedt bij het lezen.
De personages zelf zijn stereotyperend: Albert de te brave echtgenoot die onder het juk van zijn vrouw leeft, Maria de bazige echtgenote en de lieve dochter Lieve. Albert vond ik een uiterst sterk personage en boeide mij enorm, gezien hij uitgroeit van een braaf sulletje tot een intelligente, sterke man, door zijn ervaringen in het koloniaal gebied.
Maar niet alleen de personages worden knap neergezet, ook wist de auteur dankzij zijn beeldende omschrijving de omgevingen van het Afrikaanse landschap goed weer te geven. Het leek alsof ik mijn oom hoorde vertellen over zijn persoonlijke ervaringen in Congo.
De eerste twee hoofdstukken moest ik wel even wennen aan de schrijfstijl van de auteur. Maar eenmaal je helemaal in het verhaal zit, went het en vond ik hem toch een aangename schrijfstijl hebben.
In een epiloog zal de auteur wat verder inpikken op de geschiedenis van het Belgisch koloniaal verleden. Dit samen met het verhaal van Albert en zijn familie kan voor veel mensen een eyeopener zijn.
Dit was voor mij een zeer positieve kennismaking met het werk van Christian Meadow en smaakt zeker naar meer. Daarom een dik verdiende 4 sterren.
1
Reageer op deze recensie