Hoe een forensische wetenschap onbekende doden identificeert
Cold cases spreken tot de verbeelding. Denk maar aan al die films en tv-series waarin rechercheurs zaken van dertig jaar oud tevoorschijn halen. Al het bewijsmateriaal is nog aanwezig, opgeslagen in een archief in een smetteloos witte doos en in perfecte staat. De zaak wordt in vijftig minuten opgelost. In het echt bestaat die witte doos niet en is het bewijsmateriaal niet meer bruikbaar, of zelfs helemaal niet aanwezig. Iedere zaak is een nieuwe uitdaging en zo nog moeilijkere puzzel dan de vorige.
Als forensisch rechercheur is Carina van Leeuwen sinds 2006 bezig met onopgeloste zaken waarbij het slachtoffer onbekend is gebleven. Deze slachtoffers, die om het leven kwamen door een ongeluk, zelfmoord of moord, worden te ruste gelegd op begraafplaats Sint Barbara in Amsterdam, op een speciaal daar voor ingerichte plek.
Carina van Leeuwen onderzoekt wie deze onbekende doden zijn; zij kon ze niet vergeten. Wie zijn deze mensen? Wat heeft ertoe geleid dat ze eindigen zonder naam? Er moet toch iemand zijn die op hen wacht? Veel van deze zaken gaan soms wel twintig jaar terug, maar hoe lastig het ook is om de onderste steen boven te krijgen, rechercheur Van Leeuwen geeft niet op. Soms met succes en soms blijft de onbekende dode onbekend.
Het voorwoord van burgemeester Femke Halsema is kort en duidelijk. Zij is de beschermvrouwe van de zogenaamde Nomen Nescio’s (de naamlozen) en prijst het coldcaseteam voor hun inzet, dankzij wie inmiddels een groot aantal NN’ers hun naam hebben teruggekregen.
In de inleiding komen beide auteurs, de rechercheur en de journaliste, aan het woord. Ze schrijven over hun overtuiging en beweegredenen. Journaliste Sybilla Claus stelt dat dit boek niet gezien moet worden als een true crime, maar dat is het eigenlijk wel. Niet dat het er veel toe doet; iedereen zal dit boek anders interpreteren.
Het boek gaat vervolgens van start en is opgedeeld in hoofdstukken. Enerzijds behandelen zij forensische werkwijzen zoals DNA, vingerafdrukken, isotopenonderzoek, gezichtsreconstructie en, last but not least, die soms oneindig lijkende zoektocht naar vermiste dossiers en zoekgeraakt bewijsmateriaal. Anderzijds zijn er de hoofdstukken waarbij we een inkijk krijgen in het leven van de slachtoffers. De lezer maakt kennis met de nog levende familieleden die soms al wel 20 jaar op zoek zijn naar een man, broer of neef, moeder, zus of tante. Hoe kwam het slachtoffer ertoe om de reis naar Amsterdam te maken en zich daar van het leven te beroven? Soms is het duidelijk dat het slachtoffer is vermoord en is de kans dat de dader nog gepakt wordt nihil, maar daar draait dit boek overduidelijk ook niet om.
De verhalen van de familieleden van de slachtoffers zijn aandoenlijk, emotioneel, mooi, verbazingwekkend en vaak verdrietig. Een enkele keer wil de familie niet meewerken aan een reconstructie van het leven van het slachtoffer; begrijpelijk. Een kleine terzijde is het verhaal van de treinmachinist die zich de dag kan herinneren dat de jonge Piotr Matlek zelfmoord pleegde door voor zijn aanstormde trein de rails op te lopen. Van welke kant je het ook bekijkt, dit verhaal doet je wat en is voor alle betrokken partijen in- en intriest.
Onbekend maar niet vergeten geeft een goed en fascinerend inzicht in hoe de forensische wetenschap in elkaar steekt en de vooruitgang van deze wetenschap. Een mooie bijkomstigheid is de schrijfstijl. In duidelijke en eenvoudige taal wordt de werkwijze van specifieke onderzoeken uit de doeken gedaan, waardoor het behapbaar blijft en de lezer niet afhaakt vanwege te veel vakjargon of onnodige diepgang.
Van vergeten dossiers op een stoffige zolder, tot de soms moeizame samenwerking tussen instanties in binnen- en buitenland. Het steekt allemaal iets ingewikkelder in elkaar dan we wellicht denken.
Reageer op deze recensie