Lezersrecensie
Het dienstmeisje en de professor
Een huis, een stad, een land, een wereld. Door dit decor buitelen de woorden van de Kroatische schrijver Slobodan Šnajder: over de intimiteit van een woning, de verdeeldheid van een stad, een verscheurd land en een wereld die niet zonder oorlog kan.
De reparatie van de wereld is de titel van Šnajder’s vorige roman: over een man die dwars door de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog trekt om terug naar huis te keren. Een indrukwekkend staaltje van schrijven waarin het een komen en gaan is van allerlei deelnemende partijen: joden, fascisten, partizanen, arme boeren, vluchtelingen, boeven en soldaten. Over de rijke mélange waaruit een oorlog is opgebouwd.
Een ode aan Zagreb
In De engel van het verdwijnen heeft Šnajder de slagvelden ingeruild voor de Kroatische hoofdstad Zagreb. De verteller is een huis aan de Ilica. Het volgt met name één bewoner: het dienstmeisje Anđa Berilo.
Het verhaal vangt echter aan met de visioenen van Magus, ‘een vondeling van de duisternis’, als weesjongetje opgegroeid in een houten huisje even buiten de toenmalige stadswallen, waar later de Ilica zou komen. Zijn pleegmoeder is een heks, die ten tijden van de pest in 1563 met huis en al naar de Sljeme (berg bij Zagreb) verdween, Magus achterlatend, net zoals zijn jongere pleegzusje, die in een juten zak met gaten bij de nonnen werd afgeleverd.
In 1941 werd er op die plek een nieuw huis gebouwd, met twee verdiepingen, vier appartementen, een souterrain met appartement en twee zolderkamertjes: volgens ‘een zekere schrijver’ Krleza*, weer zo’n lelijke nieuwbouw. De straat waaraan het pand stond kwam bekend te staan als de Ilica en hier vangt het verhaal aan over zijn bewoners, waaronder Anđa, de hoofdpersoon, die als baby in een juten zak werd afgeleverd bij de nonnen, opgroeide bij pleegouders en nu elders in de in stad werkt als dienstmeisje.
Een onschuldig dienstmeisje
Anđa is jong, mooi en onschuldig. Woelige tijden en uiteenlopende personen zullen haar vormen tot een strijdlustige en later in zichzelf gekeerde vrouw. Zo was er een meneer van de politie die zo’n mooie bloem wel wilde plukken, meldde zich een revolutionair die de bloem uiteindelijk plukte, nam Anđa een pleegkind onder haar hoede, kruisten de partizanen haar pad, sliep Josip Broz Tito eens in haar bed en leerde ze over Plato dankzij professor Marko Gavranić, een huisgenoot en dierbare vriend die haar bekend maakte met schrijvers en filosofen.
Geschiedenis van Midden-Europa
Het is via Anđa en het huis dat we een deel van de geschiedenis van Kroatië volgen, beginnende in de Tweede Wereldoorlog, toen Kroatië een fascistische vazalstaat van Duitsland werd, waar niet alleen jacht op joden, maar ook op Serviërs werd gemaakt. Na de oorlog en de overwinning van de communisten verenigde partizanenleider Tito meerdere slavische landen in Joegoslavië. Tot zijn dood in 1980 bleef het er relatief rustig, waarna het nationalisme weer begon op te spelen. In 1991 verklaarde Kroatië zich onafhankelijk en brak de Kroatische onafhankelijkheidsoorlog uit, die meer dan vier jaar zou duren.
Dit is de woelige tijd waarin Anđa leefde, een fictief karakter gekneed naar verhalen van echt bestaande personen, te midden van historische figuren en een stukje woelige geschiedenis van Midden Europa.
Geen geschiedenis zonder oorlog
Het is slechts het kader waartussen Slobodan Šnajder een majestueus verhaal heeft gewoven. Met een woordenschat die zinnen creëerde die heel veel zeggen over hoe de schrijver over de geschiedenis denkt, waarin vooral onschuldige burgers aan hun haren werden meegesleept door oorlogszuchtige leiders. Via een huis waarin allerlei mensen wonen: Joden, Serviërs, een Duitser, leden van de Ustaša, maar ook een professor, een dienstmeisje en een waarzegster. Via hen en de band die er tussen sommige buren ontstaan, becommentarieert hij de tijden waarin verschillende leiders aan de macht kwamen, er partijen kwamen en gingen en de tijd voortschreed, zoals altijd, zich niets van massaslachtingen of bloederige veldslagen aantrok: er is geen geschiedenis zonder oorlog.
Kleine en grote, fictieve en non-fictieve verhalen heeft hij aaneengesmeed tot opnieuw een meesterwerk waarin oorlog en politiek uiteindelijk de leidraad zijn, en verschillende bevolkingsgroepen het aanmaakhout voor het vuur vormen. In dit geval zijn het geen familiebanden die de personages bij elkaar houden, maar een huis dat zorgde voor vriendschappen die zelfs werden voortgezet toen de bewoners geen buren meer waren.
Woorden als verslavende chocolaatjes
Šnajder’s zinnen zijn zwaarbeladen, maar trippelen niettemin van pagina naar pagina zonder de lezer te vermoeien. Ze zijn soms zelfs gepeperd met een vleugje magisch realisme. Ze rollen over de bladzijden alsof het geen vertaling is: complimenten voor vertaler Roeland Schuyt.
Het is een boek waarin je al snel van voren af aan wilt beginnen, om te zien wat de geest des tijds met iemand doet. Actueel doordat keer op keer gemeenschappen uiteenvallen en mensen telkens weer tegenover elkaar komen te staan. Zoals nu de kemphanen zich weer hergroeperen.
Dat Slobodan Šnajder op het einde wat lang doordendert als een losgebroken locomotief, dat is hem vergeven: zijn woorden zijn verslavende chocolaatjes die je achter elkaar op zou willen eten. De engel van het verdwijnen is een nieuw meesterwerk uit Kroatië.
Slobodan Šnajder – De engel van het verdwijnen (Anđeo nestajanja, vert. Roeland Schuyt), Wereldbibliotheek 2024
Deze bespreking is ook geplaatst in Smitakis Boekenlust, mét leestips: https://smitakisboekenlust.com/slobodan-snajder-de-engel-van-het-verdwijnen/
De reparatie van de wereld is de titel van Šnajder’s vorige roman: over een man die dwars door de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog trekt om terug naar huis te keren. Een indrukwekkend staaltje van schrijven waarin het een komen en gaan is van allerlei deelnemende partijen: joden, fascisten, partizanen, arme boeren, vluchtelingen, boeven en soldaten. Over de rijke mélange waaruit een oorlog is opgebouwd.
Een ode aan Zagreb
In De engel van het verdwijnen heeft Šnajder de slagvelden ingeruild voor de Kroatische hoofdstad Zagreb. De verteller is een huis aan de Ilica. Het volgt met name één bewoner: het dienstmeisje Anđa Berilo.
Het verhaal vangt echter aan met de visioenen van Magus, ‘een vondeling van de duisternis’, als weesjongetje opgegroeid in een houten huisje even buiten de toenmalige stadswallen, waar later de Ilica zou komen. Zijn pleegmoeder is een heks, die ten tijden van de pest in 1563 met huis en al naar de Sljeme (berg bij Zagreb) verdween, Magus achterlatend, net zoals zijn jongere pleegzusje, die in een juten zak met gaten bij de nonnen werd afgeleverd.
In 1941 werd er op die plek een nieuw huis gebouwd, met twee verdiepingen, vier appartementen, een souterrain met appartement en twee zolderkamertjes: volgens ‘een zekere schrijver’ Krleza*, weer zo’n lelijke nieuwbouw. De straat waaraan het pand stond kwam bekend te staan als de Ilica en hier vangt het verhaal aan over zijn bewoners, waaronder Anđa, de hoofdpersoon, die als baby in een juten zak werd afgeleverd bij de nonnen, opgroeide bij pleegouders en nu elders in de in stad werkt als dienstmeisje.
Een onschuldig dienstmeisje
Anđa is jong, mooi en onschuldig. Woelige tijden en uiteenlopende personen zullen haar vormen tot een strijdlustige en later in zichzelf gekeerde vrouw. Zo was er een meneer van de politie die zo’n mooie bloem wel wilde plukken, meldde zich een revolutionair die de bloem uiteindelijk plukte, nam Anđa een pleegkind onder haar hoede, kruisten de partizanen haar pad, sliep Josip Broz Tito eens in haar bed en leerde ze over Plato dankzij professor Marko Gavranić, een huisgenoot en dierbare vriend die haar bekend maakte met schrijvers en filosofen.
Geschiedenis van Midden-Europa
Het is via Anđa en het huis dat we een deel van de geschiedenis van Kroatië volgen, beginnende in de Tweede Wereldoorlog, toen Kroatië een fascistische vazalstaat van Duitsland werd, waar niet alleen jacht op joden, maar ook op Serviërs werd gemaakt. Na de oorlog en de overwinning van de communisten verenigde partizanenleider Tito meerdere slavische landen in Joegoslavië. Tot zijn dood in 1980 bleef het er relatief rustig, waarna het nationalisme weer begon op te spelen. In 1991 verklaarde Kroatië zich onafhankelijk en brak de Kroatische onafhankelijkheidsoorlog uit, die meer dan vier jaar zou duren.
Dit is de woelige tijd waarin Anđa leefde, een fictief karakter gekneed naar verhalen van echt bestaande personen, te midden van historische figuren en een stukje woelige geschiedenis van Midden Europa.
Geen geschiedenis zonder oorlog
Het is slechts het kader waartussen Slobodan Šnajder een majestueus verhaal heeft gewoven. Met een woordenschat die zinnen creëerde die heel veel zeggen over hoe de schrijver over de geschiedenis denkt, waarin vooral onschuldige burgers aan hun haren werden meegesleept door oorlogszuchtige leiders. Via een huis waarin allerlei mensen wonen: Joden, Serviërs, een Duitser, leden van de Ustaša, maar ook een professor, een dienstmeisje en een waarzegster. Via hen en de band die er tussen sommige buren ontstaan, becommentarieert hij de tijden waarin verschillende leiders aan de macht kwamen, er partijen kwamen en gingen en de tijd voortschreed, zoals altijd, zich niets van massaslachtingen of bloederige veldslagen aantrok: er is geen geschiedenis zonder oorlog.
Kleine en grote, fictieve en non-fictieve verhalen heeft hij aaneengesmeed tot opnieuw een meesterwerk waarin oorlog en politiek uiteindelijk de leidraad zijn, en verschillende bevolkingsgroepen het aanmaakhout voor het vuur vormen. In dit geval zijn het geen familiebanden die de personages bij elkaar houden, maar een huis dat zorgde voor vriendschappen die zelfs werden voortgezet toen de bewoners geen buren meer waren.
Woorden als verslavende chocolaatjes
Šnajder’s zinnen zijn zwaarbeladen, maar trippelen niettemin van pagina naar pagina zonder de lezer te vermoeien. Ze zijn soms zelfs gepeperd met een vleugje magisch realisme. Ze rollen over de bladzijden alsof het geen vertaling is: complimenten voor vertaler Roeland Schuyt.
Het is een boek waarin je al snel van voren af aan wilt beginnen, om te zien wat de geest des tijds met iemand doet. Actueel doordat keer op keer gemeenschappen uiteenvallen en mensen telkens weer tegenover elkaar komen te staan. Zoals nu de kemphanen zich weer hergroeperen.
Dat Slobodan Šnajder op het einde wat lang doordendert als een losgebroken locomotief, dat is hem vergeven: zijn woorden zijn verslavende chocolaatjes die je achter elkaar op zou willen eten. De engel van het verdwijnen is een nieuw meesterwerk uit Kroatië.
Slobodan Šnajder – De engel van het verdwijnen (Anđeo nestajanja, vert. Roeland Schuyt), Wereldbibliotheek 2024
Deze bespreking is ook geplaatst in Smitakis Boekenlust, mét leestips: https://smitakisboekenlust.com/slobodan-snajder-de-engel-van-het-verdwijnen/
1
Reageer op deze recensie