Lezersrecensie
Roadtrip door de kosmos
Ter ere van 90 jaar Boekenweek was het Boekenweekgeschenk dit jaar het resultaat van een wedstrijd met wel 149 inzendingen. Gerwin van der Werf was hiervan de winnaar met zijn novelle De krater.
De krater is een roadtrip waarbij de drie adolescenten van het gezin Reiziger er op initiatief van Eden op uit trekken met de auto van oudste broer Johnny in een poging om de jongste van de drie, Benjamin, van zijn somberheid en zwaarmoedigheid te genezen. Benjamin is gefascineerd door de ruimte, meteorieten, planeten, … dus trekken ze naar een plek in Duitsland waar een meteoriet is ingeslagen miljoenen jaren geleden. De roadtrip verloopt niet zo vlekkeloos als Eden dat graag zou willen.
Het betreft hier uiteraard een heel dun boek en toch probeert de auteur om zijn personages enigszins uit te werken. Hoewel er heel veel over hun persoonlijkheid onbesproken blijft, helpen volgende observaties de lezer toch een beeld te krijgen. Zo wordt over Benji gezegd dat hij alles wist van het universum. ‘Alles van het universum maar niks van het echte leven.’ Over Eden: ‘Het klonk als mijn eigen stem, hoewel ik die niet goed ken.’ Ook leren we onder meer dat Eden non-binair is. En over Johnny dat die ‘wereldkampioen-in-de-eigen-voet-schieten is.
Het hoofdonderwerp is niet goed in je vel zitten. Eden probeert Benji te redden, maar zelf zit hun ook niet goed in diens vel. Er is twijfel of hun nu een jongen of een meisje is, maar Eden heeft een hekel aan die vraag: Eden is gewoon Eden punt. Benji heeft voor een veertienjarige al een heel duidelijk beeld in zijn hoofd over hoe je het best zelfmoord pleegt. ‘Hij klonk vlak, onaangedaan, alsof hij in zijn hoofd al honderd keer gesprongen was, van honderd verschillende gebouwen, kliffen, bergen.’
Toch is het niet al zwaarte. Zo staat het boek bol van de humor. Zo verzamelt Johnny verkeersborden. ‘Nou ja, verzamelen is een groot woord, hij steelt ze ’s nachts als hij dronken is.’ En ‘Voor dankbaarheid moet je niet bij Johnny zijn. Als ik heel eerlijk ben heb ik geen idee waarvoor je wél bij Johnny zou moeten zijn, behalve voor zijn auto.’
Er zitten een paar mooie beelden en citaten in het boek. Zo is Johnny ‘een en al pistool maar geen kogels.’ Het is een beeld dat regelmatig opnieuw gebruikt wordt.
Al bij al is De krater een goed boek, hoewel het me niet helemaal duidelijk was wat de twee ‘psychedelische’ stukjes exact betekenen, maar misschien is het ook niet de bedoeling dat je die honderd procent kan duiden.
De krater is een roadtrip waarbij de drie adolescenten van het gezin Reiziger er op initiatief van Eden op uit trekken met de auto van oudste broer Johnny in een poging om de jongste van de drie, Benjamin, van zijn somberheid en zwaarmoedigheid te genezen. Benjamin is gefascineerd door de ruimte, meteorieten, planeten, … dus trekken ze naar een plek in Duitsland waar een meteoriet is ingeslagen miljoenen jaren geleden. De roadtrip verloopt niet zo vlekkeloos als Eden dat graag zou willen.
Het betreft hier uiteraard een heel dun boek en toch probeert de auteur om zijn personages enigszins uit te werken. Hoewel er heel veel over hun persoonlijkheid onbesproken blijft, helpen volgende observaties de lezer toch een beeld te krijgen. Zo wordt over Benji gezegd dat hij alles wist van het universum. ‘Alles van het universum maar niks van het echte leven.’ Over Eden: ‘Het klonk als mijn eigen stem, hoewel ik die niet goed ken.’ Ook leren we onder meer dat Eden non-binair is. En over Johnny dat die ‘wereldkampioen-in-de-eigen-voet-schieten is.
Het hoofdonderwerp is niet goed in je vel zitten. Eden probeert Benji te redden, maar zelf zit hun ook niet goed in diens vel. Er is twijfel of hun nu een jongen of een meisje is, maar Eden heeft een hekel aan die vraag: Eden is gewoon Eden punt. Benji heeft voor een veertienjarige al een heel duidelijk beeld in zijn hoofd over hoe je het best zelfmoord pleegt. ‘Hij klonk vlak, onaangedaan, alsof hij in zijn hoofd al honderd keer gesprongen was, van honderd verschillende gebouwen, kliffen, bergen.’
Toch is het niet al zwaarte. Zo staat het boek bol van de humor. Zo verzamelt Johnny verkeersborden. ‘Nou ja, verzamelen is een groot woord, hij steelt ze ’s nachts als hij dronken is.’ En ‘Voor dankbaarheid moet je niet bij Johnny zijn. Als ik heel eerlijk ben heb ik geen idee waarvoor je wél bij Johnny zou moeten zijn, behalve voor zijn auto.’
Er zitten een paar mooie beelden en citaten in het boek. Zo is Johnny ‘een en al pistool maar geen kogels.’ Het is een beeld dat regelmatig opnieuw gebruikt wordt.
Al bij al is De krater een goed boek, hoewel het me niet helemaal duidelijk was wat de twee ‘psychedelische’ stukjes exact betekenen, maar misschien is het ook niet de bedoeling dat je die honderd procent kan duiden.
1
Reageer op deze recensie