De druk van het geluk
Esther Gerritsen is met Gebied 19 niet aan haar proefstuk toe. Naast acht romans en een verhalenbundel, schreef ze reeds theaterteksten, het boekenweekgeschenk Broer en columns. In de sciencefictionroman Gebied 19 wordt de 51-jarige Tomas wakker op de ochtend na zijn tweede huwelijk en zijn vrouw Suzanne blijkt verdwenen. Wanneer hij de hond uitlaat, merkt hij dat er meer mensen weg zijn, véél meer. De samengestroomde overblijvers lijken allemaal enigszins verwacht te hebben dat dit eraan zat te komen. Alleen voor Tomas valt het totaal uit de lucht.
‘Er was niet per se iets heel vreemds, er was vooral allerlei gewoons dat ontbrak, een steeds groter wordend gemis.’
In dit vlot geschreven verhaal val je er als lezer middenin. Iedereen lijkt in min of meerdere mate wel iets te weten, behalve Tomas. Hoewel zijn absolute onwetendheid enigszins ongeloofwaardig overkomt, doet de schrijfster moeite om dit te duiden vanuit zijn karakter als teruggetrokken workaholic. Samen met Tomas gaat de lezer op zoek naar de ware toedracht. Dat creëert vanzelfsprekend enige spanning in een verhaal met een zekere originaliteit.
'Dat zijn heel interessante en pertinente vragen waar dit boek een boeiend verhaal rond weeft dat boeit tot het einde.' - recensent Sofie
Meer dan om het scifi-aspect, draait het in dit boek echter om de kritische en vaak zeer behoudensgezinde blik van Tomas, vanuit wiens perspectief we het hele boek lang alles beleven. Hij zeult enige emotionele bagage mee en worstelt met zwaarmoedigheid. Na één enkele poging tot contact met een vriend die ook verdwenen blijkt, blijft Tomas dralen en besluit hij geen anderen te contacteren. De angst dat zijn zogenaamde vrienden zelfs in deze barre tijden eenzaamheid zouden prefereren boven contact met hem is te groot. Liever weet hij niet of ze er nog zijn. Zijn eenzaamheid en ontreddering zijn enorm. Hij gaat naar het buurthuis waar hij vroeger nooit kwam, want daar wordt hij bij naam genoemd nu. ‘Hij zag ertegen op om thuis te zijn waar het zo vol was met mensen die er niet waren.’ De lezer kan zich dan ook afvragen of de bril waardoor alles beschreven wordt voldoende objectief is. Toch heeft dit volledig focussen op Tomas als voordeel dat je je als lezer kan blijven afvragen in hoeverre Tomas gelijk heeft, of dat hij de zaken verkeerd ziet. Dat is op zich een boeiend gegeven.
In deel twee werkt de auteur een vorm van leven uit waar hardnekkig in het nu geleefd wordt. Geschiedenis wordt afgeschaft als vak, als mensen overlijden zijn er geen foto’s, graven of gesprekken meer om hen te gedenken en voor mensen met zwaar depressieve klachten is er geen plaats. Hoewel iedereen er tevreden en blij is, grijpt het je als lezer naar de keel en voelt deze manier van in het leven staan heel erg fout.
Verwacht in dit boek geen grote emoties, want het is vaak moeilijk om voeling te krijgen met de personages die je alleen via de ogen van de sociaal onhandige hoofdpersoon leert kennen. Ook de spanning blijft beperkt, evenals de summiere beschrijvingen van de scifi-elementen. Gerritsen vertrekt van een leuk scifi-gedachtenexperiment en werkt van daaruit uit in hoeverre geluk afgedwongen kan en màg worden, of het maakbaar is en of dat wel wenselijk is en wat er gebeurt met een maatschappij waar lijden er niet meer mag zijn. Dat zijn heel interessante en pertinente vragen waar dit boek een boeiend verhaal rond weeft dat boeit tot het einde.
Reageer op deze recensie