Positief gezinde slenteraar
Flaneur. Ik loop een café binnen en lees de krant. Aan de overkant zijn nieuwsgierigen getuige van een spectaculaire redding van een drenkeling uit de Seine. De straat trilt door de taxi en de trams die nu en dan voorbij komen. De avond valt. Langzaam strooit de apotheek zijn groene en gele licht op het asfalt. Tevreden maak ik aanstalte om naar huis te gaan. Flaneur.
Parijs heeft de flaneur uitgevonden en blijft alle ongehaaste en opmerkzame wandelaars aansporen zich over te geven aan het flaneurschap, wat een actieve en betrokken vorm van interactie met de stad is, een vorm die de concentratie aanscherpt en verbeeldingsvolle empathie verbreedt en zuiver toerisme overstijgt.
Luc Sante, oorspronkelijk geboren in Verviers, België, heeft Parijs tot in het verre verleden uitgepluisd. Door oude boeken en pamfletten, de expertise van verschillende gidsen maar bovenal de gastvrijheid en hartelijkheid van de gewone mensen heeft hij een memorabel beeld van de stad en in het bijzonder de sfeer van de stad kunnen schetsen.
Bladzijde voor bladzijde zweef je mee naar een andere tijd. Die tijd hoeft niet altijd aangenaam te zijn. Sante ontkent de soms onaangename en onheilspellende perioden van geschiedenis niet. Toch slaagt hij erin het verhaal met zoveel warmte te schrijven, dat zelfs de meest duistere en ongure tijden van Parijs als een noodzakelijk kwaad gezien kunnen worden. Op het puntje van je stoel, smachtend naar meer informatie, word je met betoverende zinnen verder meegenomen in het verleden alsof het allemaal een sprookje is. Het geeft een gevoel alsof grootmoeder haar verhaal vertelt over haar oude belevingen. De tijd die, ondanks alle vroegere gebreken, altijd beter was dan nu.
Het andere Parijs behandelt elk hoofdstuk een ander onderwerp. Uit alles blijkt dat Parijs altijd al een ander speelveld is geweest. Je wordt meegenomen in de ontwikkeling van de stad. Langzaam dringt het verhaal van het ‘normale’ volk door, de overgrote menigte die door de highlights van het huidige Parijs bijna vergeten wordt. Zo komt de dronkenlap op de hoek van de straat aan bod, maar ook de beruchte schurk die de winkels leegrooft. Welomschreven wordt er een hoofdstuk gewijd aan de jarenlang door zowel man als vrouw geaccepteerde prostitutie. Enkele hoofdstukken later komt de buitengewone drang van de Parijzenaars tot protest tegen de autoriteiten aan bod. Niets wordt onder het tapijt geveegd, maar ook wordt er niet te veel gezegd. Parijs is een andere plek, vrijgesteld van de geboden opgelegd door werk, familie en vaderland.
De flaneur is een drentelaar, niet alleen op zoek naar de hoogtepunten zoals we die vandaag kennen. De Notre-Dame, Centre Pompidou, het Louvre en de Eiffeltoren. Sante schetst een portret van een bewuste en scherpe voorbijganger, die zoveel meer opmerkt dan hetgeen een gewone toerist in zich opneemt. Parijs met haar rijke geschiedenis is als perfect voorbeeld te nemen voor deze aparte vorm van waarnemen. De boodschap die te halen valt uit dit verhaal, gaat echter verder dan de dynamische en levendige stad Parijs. Het andere Parijs leert je openstaan naar het verleden van een stad. Het is de kunst dit verleden nog in de kleinste dingen terug te zien. Wanneer dit lukt, valt er nog zoveel meer te ontdekken en te genieten.
Reageer op deze recensie