Knausgård beschrijft geen nieuwe werelden
De 'Mijn kamp'-reeks van Karl Ove Knausgård beschrijft in tot dusver vijf lijvige volumes het leven van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård. De reeks kwam in de publiciteit omdat met naam en toenaam beschreven familieleden boos de publiciteit zochten. Ook de voor de reeks gekozen naam ‘Mijn kamp’ maakte reacties in de media los. Schrijver is het vijfde deel in deze reeks van Knausgård. Het boek gaat over de twintiger Karl Ove die de volwassenheid ontdekt als hij studeert in Bergen, Noorwegen. De autobiografische roman is los te lezen van de voorgaande delen: Vader, Liefde, Zoon en Nacht.
De grote controverse rond de 'Mijn strijd'-serie is niet de aan Hitler herinnerende titel of het naakt in de publiciteit gooien van familie en bekenden. Wat bijt is dat de 'Mijn kamp'-romans autobiografisch zijn. Tot voor kort was het voor een schrijver uit den boze om daar voor uit te komen. Literatuur gaat, of ging, immers over verbeelding met een grote V. Journalisten die een auteur vroegen naar overeenkomsten tussen schrijver en personage konden onverrichter zake terugkeren naar hun schoolkrant. Karl Ove komt echter weg met over zichzelf te schrijven en is wellicht de voorman van een nieuwe literaire stroming.
Knausgård is wereldberoemd geworden met zijn autobiografische boeken. Dat gunt de lezer hem, want dat is alles wat hij wil. In Schrijver lezen we immers: “Het voelde of ik bereikt had wat ik wilde. Ik zat op een Grieks eilandje in de Middellandse Zee aan mijn eerste roman te werken.”
De auteur vertelt in detail zijn weinig verrassende levensverhaal. Niets dat hij beschrijft onderscheidt hem van andere twintigers of dertigers waar ook ter wereld. Die zijn ook allemaal met vallen en opstaan bezig hun weg in liefde en loopbaan te vinden. Denken in eerste instantie de wijsheid in pacht te hebben en verkeren in de illusie dat het leven maakbaar is, tot zij de realiteit op hun weg vinden. Dat het ordinaire, alledaagse leven een publiek kan trekken bewijzen allerlei reality-programma's op televisie. In de literatuur is het echter nieuw.
Knausgård beschrijft geen nieuwe werelden, choqueert niet, maakt niet met een virtuoze stijl het gebrek aan inhoud goed. Toch maakt hij één emotie los in de lezer: ‘Laat me lachen, huilen, huiveren of geef me een verbale klap voor mijn smoel. Ik ben een boek van 636 bladzijden van je aan het lezen. Wat is de point?' Waarschijnlijk dat er geen point is, maar misschien is dat wel onvermijdelijk in een autobiografische roman.
Reageer op deze recensie