Lezersrecensie
Heel heftig en tóch moest ik soms hardop lachen
“Papa danst niet, hij lacht nooit en praat nauwelijks. Hij rookt en hij werkt en hij zit aan mij.”
Ik wilde Lieveling al heel lang lezen, omdat ik fan van Kim van Kooten ben. Ik hoopte dat haar manier van praten zou worden weerspiegeld in haar debuutroman, en dat bleek inderdaad het geval. Scherp, vol humor, krachtig… echt een hele fijne schrijfstijl. En misschien ook wel de enige schrijfstijl waarin je dit onderwerp bespreekbaar kunt maken zonder dat mensen hun handen voor hun oren willen houden.
Het verhaal van Lieveling:
Puck woont met haar moeder in een achterstandswijk in Rotterdam. Op haar vijfde verjaardag verhuizen ze naar een kapitale villa in Zwijndrecht, waar de nieuwe man van haar moeder woont. Deze al wat oudere man (de opa van Pucks klasgenootje Guusje) werpt zich op als suikerpapa van Puck en overlaadt haar met cadeautjes en aandacht. Te veel aandacht. Drie keer per week wast hij Pucks haren, waarna hij haar met zijn handen afdroogt. Elke week moet ze naakt op de foto zodat hij kan zien hoe ze groeit. Samen maken ze lange tochten in zijn auto. En hij gaat steeds een stapje verder. Puck trekt zich steeds verder terug. Ze vertelt niets aan haar moeder. Want het is een geheim. En haar moeder is alleen maar met zichzelf bezig. Maar soms worden geheimen te groot om te bewaren.
Mijn mening over dit boek:
Ik vond Lieveling een bizar mooi boek. Zó’n verschrikkelijk verhaal, maar zó mooi beschreven! De simpele moeder die alleen maar met zichzelf bezig is, de volkse oma die de dingen scherper ziet, maar die Puck óók niet echt ziet staan… het is allemaal heel heftig en toch moest ik af en toe hardop lachen. Om de onnozelheid van moeder (‘Whoehoe Puck, kijk es wat een knappe gozert daar, wat, is dat je biologieleraar? Nou, die mag mij zo onder zo’n professionele verrekijker leggen hoor, ken-ie me van top tot teen onderzoeken’).
Om de ‘levenswijsheden’ van oma (‘Als, als,’ zegt oma Crooswijk. ‘Als de ene Chinees de andere niet had gekeesd, hadden er niet zoveel Chinezen geweest.’)
En om de manier waarop de horror van kindermisbruik wordt afgewisseld met enorme banaliteiten. Dat zorgt ervoor dat het luchtig blijft én extra binnenkomt. Een voorbeeld, van een situatie waarin Puck van haar vader een tampon moet inbrengen, ‘zodat ze weet hoe ze die eruit moet halen’:
“Hij zit er met zijn neus bovenop. Hij hijgt en voelt aan zijn piemel. Als ik de tampon eruit heb getrokken stopt hij zijn piemel in mijn mond. Mama ligt op de bank televisie te kijken met een schaaltje Smarties voor de schrik.”
Zoals gezegd vind ik de manier waarop het verhaal is opgeschreven echt fantastisch. Ik zíe het Kim van Kooten gewoon zeggen; een beetje ‘staccato’, kort en puntig, en zeer recht voor zijn raap.
Wat ik een minpunt van het boek vind, is het einde. Het is natuurlijk gebaseerd op een waargebeurd verhaal, maar ik had Puck een andere einde aan het boek gegund.
Fragmenten die dit boek typeren:
Hij moet me op wel tien verschillende manieren vasthouden en optillen om erachter te komen wat de handigste manier is [om me in bad te tillen.] ‘Potverdikkie,’ zegt hij na elke mislukte poging. Ik lach bij iedere potverdikkie harder. Als hij de handigste manier heeft gevonden – met één hand onder mijn billen door – zwiept hij me over de rand het water in, tussen de eendjes en de bootjes. Allemaal nieuw en allemaal voor mij. Maar ik mag er niet te lang mee spelen, want ik moet ook nog gewassen worden. Het water wordt langzaam koud. Als ik er eindelijk uit mag krijg ik het nog kouder, omdat er geen handdoeken zijn. Hij droogt me af met zijn handen. In de verte hoor ik Conny Vandenbos.
Hij parkeerde auto en zette de motor uit. Daarna boog hij zich over me heen om de gordel los te maken. Hij deed het weer heel onhandig. Met zijn ene hand pakte hij de gordel en met zijn andere hand ging hij in mijn broek. Op de stoep stond een vrouw met een hondje. Ze glimlachte naar me. Ik glimlachte terug.
‘Er staat een mevrouw met een hondje,’ zei ik.
Hij haalde zijn hand weg. Het openmaken van de veiligheidsriem ging meteen beter.
Mijn moeder heeft iets te lang doorgesmeerd met de bruine zalf, haar lijf is er oranje van geworden. ‘Kijk dan, Puck, ik lijk goddomme wel een Papoea,’ zegt ze. ‘Gelukkig maar dat ik voor de rest zo knap ben.’
Aanrader of niet?
Zeker een aanrader. Een heftig verhaal, maar fenomenaal opgeschreven. Een dikke 9!
Ik wilde Lieveling al heel lang lezen, omdat ik fan van Kim van Kooten ben. Ik hoopte dat haar manier van praten zou worden weerspiegeld in haar debuutroman, en dat bleek inderdaad het geval. Scherp, vol humor, krachtig… echt een hele fijne schrijfstijl. En misschien ook wel de enige schrijfstijl waarin je dit onderwerp bespreekbaar kunt maken zonder dat mensen hun handen voor hun oren willen houden.
Het verhaal van Lieveling:
Puck woont met haar moeder in een achterstandswijk in Rotterdam. Op haar vijfde verjaardag verhuizen ze naar een kapitale villa in Zwijndrecht, waar de nieuwe man van haar moeder woont. Deze al wat oudere man (de opa van Pucks klasgenootje Guusje) werpt zich op als suikerpapa van Puck en overlaadt haar met cadeautjes en aandacht. Te veel aandacht. Drie keer per week wast hij Pucks haren, waarna hij haar met zijn handen afdroogt. Elke week moet ze naakt op de foto zodat hij kan zien hoe ze groeit. Samen maken ze lange tochten in zijn auto. En hij gaat steeds een stapje verder. Puck trekt zich steeds verder terug. Ze vertelt niets aan haar moeder. Want het is een geheim. En haar moeder is alleen maar met zichzelf bezig. Maar soms worden geheimen te groot om te bewaren.
Mijn mening over dit boek:
Ik vond Lieveling een bizar mooi boek. Zó’n verschrikkelijk verhaal, maar zó mooi beschreven! De simpele moeder die alleen maar met zichzelf bezig is, de volkse oma die de dingen scherper ziet, maar die Puck óók niet echt ziet staan… het is allemaal heel heftig en toch moest ik af en toe hardop lachen. Om de onnozelheid van moeder (‘Whoehoe Puck, kijk es wat een knappe gozert daar, wat, is dat je biologieleraar? Nou, die mag mij zo onder zo’n professionele verrekijker leggen hoor, ken-ie me van top tot teen onderzoeken’).
Om de ‘levenswijsheden’ van oma (‘Als, als,’ zegt oma Crooswijk. ‘Als de ene Chinees de andere niet had gekeesd, hadden er niet zoveel Chinezen geweest.’)
En om de manier waarop de horror van kindermisbruik wordt afgewisseld met enorme banaliteiten. Dat zorgt ervoor dat het luchtig blijft én extra binnenkomt. Een voorbeeld, van een situatie waarin Puck van haar vader een tampon moet inbrengen, ‘zodat ze weet hoe ze die eruit moet halen’:
“Hij zit er met zijn neus bovenop. Hij hijgt en voelt aan zijn piemel. Als ik de tampon eruit heb getrokken stopt hij zijn piemel in mijn mond. Mama ligt op de bank televisie te kijken met een schaaltje Smarties voor de schrik.”
Zoals gezegd vind ik de manier waarop het verhaal is opgeschreven echt fantastisch. Ik zíe het Kim van Kooten gewoon zeggen; een beetje ‘staccato’, kort en puntig, en zeer recht voor zijn raap.
Wat ik een minpunt van het boek vind, is het einde. Het is natuurlijk gebaseerd op een waargebeurd verhaal, maar ik had Puck een andere einde aan het boek gegund.
Fragmenten die dit boek typeren:
Hij moet me op wel tien verschillende manieren vasthouden en optillen om erachter te komen wat de handigste manier is [om me in bad te tillen.] ‘Potverdikkie,’ zegt hij na elke mislukte poging. Ik lach bij iedere potverdikkie harder. Als hij de handigste manier heeft gevonden – met één hand onder mijn billen door – zwiept hij me over de rand het water in, tussen de eendjes en de bootjes. Allemaal nieuw en allemaal voor mij. Maar ik mag er niet te lang mee spelen, want ik moet ook nog gewassen worden. Het water wordt langzaam koud. Als ik er eindelijk uit mag krijg ik het nog kouder, omdat er geen handdoeken zijn. Hij droogt me af met zijn handen. In de verte hoor ik Conny Vandenbos.
Hij parkeerde auto en zette de motor uit. Daarna boog hij zich over me heen om de gordel los te maken. Hij deed het weer heel onhandig. Met zijn ene hand pakte hij de gordel en met zijn andere hand ging hij in mijn broek. Op de stoep stond een vrouw met een hondje. Ze glimlachte naar me. Ik glimlachte terug.
‘Er staat een mevrouw met een hondje,’ zei ik.
Hij haalde zijn hand weg. Het openmaken van de veiligheidsriem ging meteen beter.
Mijn moeder heeft iets te lang doorgesmeerd met de bruine zalf, haar lijf is er oranje van geworden. ‘Kijk dan, Puck, ik lijk goddomme wel een Papoea,’ zegt ze. ‘Gelukkig maar dat ik voor de rest zo knap ben.’
Aanrader of niet?
Zeker een aanrader. Een heftig verhaal, maar fenomenaal opgeschreven. Een dikke 9!
1
Reageer op deze recensie