De rauwe werkelijkheid van Michael Bijnens’ Cinderella
Michael Bijnens (1990) maakte na zijn afstuderen aan de Brusselse toneelschool snel naam als theaterschrijver. Cinderella is zijn debuut als romanschrijver. Bijnens groeide zelf op als zoon van een Antwerpse prostituee en deze roman is dan ook deels autobiografisch.
Cinderella is een schelmenroman over een jongeman die samen met zijn moeder een bordeel besluit te gaan runnen. Hij wordt de pooier van zijn eigen moeder in de hoop haar van de ondergang te kunnen redden. Maar in die wereld van criminelen, drugs en hoeren dreigt hij zichzelf en zijn moeder te verliezen.
Als de verteller van het boek, Michael geheten, een jaar of 15 is, besluit zijn moeder om prostituee te worden om op die manier uit de financiële problemen te komen. Dit moet een eind maken aan het nomadische bestaan van het gezin, waarin moeder en haar twee zoons telkens bij een andere man intrekken, in de hoop dat deze man hun schulden kan afbetalen. Wanneer al die mannen haar niet kunnen helpen, besluiten Michael en zijn moeder zelf een bordeel te gaan runnen. Dit is geen succesvolle onderneming:
“De Cinderella was geen succesvol bedrijf maar een carrousel die alleen maar bleef draaien als de boekhouding even wetteloos bleef als onze voornaamste activiteiten. Wij waren een onbeduidende achterkamer in een internationaal radarwerk van verhandelbaar vrouwelijk vlees. Een grenzeloos Ponzi-schema waarin het een verwees naar het ander en het ander opnieuw naar het een.”
Bijnens beschrijft anekdotisch de vele criminelen die de Cinderella bezoeken en de vrouwen die er werken. Het taalgebruik is hard en grof en doorspekt met Vlaamse uitdrukkingen en woorden:
“ ‘Het is al goed,’ zei Evangeline in haar gsm, kom maar af. Er is hier trouwens vers vlees in de kuip.’ Mijn moeder schoot direct in paniek. ‘Het is mijn verlofdag, van zaterdag op zondag blijft deze beenhouwerij schoon dicht. Ik heb genoeg venten gezien deze week. Ik ben nog altijd niet goed van die zot van daarstraks.’ "
De rauwheid van de taal past uitstekend bij de werkelijkheid van de Cinderella; die is krankzinnig, smerig, triest, hard en grof. Echter, regelmatig wordt die hoeveelheid rauwe werkelijkheid te veel. Bijnens gaat dan over de rand van het literaire heen en het verhaal heeft dan wat weg van een smerige, slechte pornofilm.
Een element dat Bijnens knap in zijn roman heeft weten te verweven is dat van de onbetrouwbare verteller. Gaandeweg de roman zijn er steeds vaker situaties waarin de visie van de verteller afwijkt van die van andere personages. Een goed voorbeeld daarvan zijn de scenes waarin de verteller met prostituees slaapt. Wat hij ons vertelt over wat hij gedaan heeft, blijkt later niet overeen te komen met wat andere personages hebben gezien. Op die manier verwordt de verteller niet tot de held van het verhaal, de redder van zijn moeder, maar blijft hij een mens van vlees en bloed, een mens dat door zijn verleden getekend is.
Cinderella is een debuut waarin Bijnens zijn vertelkunst laat zien en dat doet uitzien naar zijn volgende romans.
Reageer op deze recensie