Confronterend tijdsbeeld als slotstuk van trilogie
De dood is het derde deel van Jonas Gardells trilogie Een verhaal van liefde, ziekte en dood. Dit laatste deel speelt zich af in Stockholm, jaren 80. In die jaren sterven plotseling vele jonge en homoseksuele mannen aan een nieuwe, mysterieuze ziekte. Pas tegen het einde van de roman vallen de puzzelstukjes voor de medische wereld in elkaar en krijgt de ziekte een naam. De dood beschrijft hoe de homogemeenschap van Stockholm omgaat met de ziekte en het verliezen van zovelen van hen. Daarnaast worden de eerste stappen gezet op het gebied van de emancipatie en acceptatie van homoseksuelen in de Zweedse samenleving.
In De dood ontmoeten we een vriendengroep: Bengt, Benjamin, Lars-Ake, Rasmus en Paul. Stukje bij beetje leren we ieder van hen wat beter kennen. Bengt kwam als tiener naar Stockholm in het kielzog van een toneelregisseur die een dubieuze relatie met Bengt onderhield. Benjamin is Jehova’s getuige en citeert af en toe uit de Bijbel. De liefdes- en vriendschapsrelaties die deze mannen met elkaar onderhouden, wordt door Gardell teder en in simpele woorden en korte zinnen beschreven. Het is jammer dat deze zinnen te veel uitleggen en te weinig aan de interpretatie van de lezer overlaten:
“Benjamin, altijd even moederlijk en bezorgd, zegt dat Rasmus een trui moet meenemen, want het feest wordt op de binnenplaats gehouden, en zo tegen de avond kan het weleens koud worden.”
Gardell schetst in zijn roman een zeer confronterend beeld van de jaren 80. Hij doet dit allereerst door op een knappe manier teksten uit krantenartikelen en wetenschappelijke literatuur in het proza van zijn roman te verweven. Deze citaten laten heel sec zien hoe buitenstaanders, heteroseksuele artsen, wetenschappers, politici, etc. omgaan met homoseksuelen in hun omgeving. De meningen en oordelen waren hard en tegenwoordig onvoorstelbaar.
“Het tijdschrift Proletären schrijft in 1983 (…): ‘Als aids alleen een kwestie voor homoseksuelen was geweest, konden we die dodelijke ziekte gerust haar gang laten gaan’.”
De indrukwekkendste momenten uit het boek zijn de scènes waarin homoseksualiteit wordt ontkend door de omgeving, bijvoorbeeld tijdens begrafenissen. Dan blijken de jonge mannen gestorven te zijn aan ‘kanker’, worden homoseksuele liefdesrelaties niet erkend door de familie en blijkt de gestorvene soms zelfs een ‘vriendinnetje’ te hebben. Gardell geeft al deze jongens, jongens die in de jaren 80 niet mochten zijn wie ze waren en die jong gestorven zijn aan de gevolgen van aids, een gezicht.
Jonas Gardell is in Zweden een bekende stand-upcomedian en maakt zich al sinds de jaren 80 hard voor rechten van homoseksuelen. Hij werd uitgeroepen tot LGTB-persoonlijkheid en Zweed van het jaar in 2013 vanwege zijn geëngageerde werk en won de Zweedse ‘Grote Lezersprijs’. De BBC heeft van het eerste deel van deze trilogie een tv-serie gemaakt die in 2012 is uitgezonden.
Reageer op deze recensie