Prachtige roman over de mystieke wereld van de Kelten
Dochter van Albion is de debuutroman van Ilka Tampke (1969, Sydney) en het eerste deel van een trilogie over Zuidwest Engeland in de eerste eeuw voor Christus, voor de invasie van de Romeinen. Dit is een roman waarin we de hoofdpersoon volgen tijdens haar zoektocht naar haar kracht en identiteit.
In de -in onze moderne ogen- gruwelijke openingsscène ontmoeten we hoofdpersoon Ailia. Ze is dan een meisje van zeven jaar oud, dat opgroeit bij de Kookvuurmoeder. Als baby is Ailia op haar stoep te vondeling gelegd. Het feit dat ze haar ouders en daarmee haar stamziel niet kent, heeft grote gevolgen voor haar leven. De stamziel verbindt de dorpelingen met elkaar en met de aarde waarop ze leven en de natuur om hen heen. Ailia mist die verbondenheid en zal daarom een buitenstaander blijven. Het moeilijkst voor haar is dat ze niets mag leren, terwijl ze zo vreselijk nieuwsgierig is naar de de dingen om haar heen; ze wil bijvoorbeeld ook leren zwemmen en de samenhang en verbondenheid in de natuur leren kennen.
De verhaallijn is niet het sterkste punt van deze roman. Die is weinig verrassend, zeker voor de lezer die enigszins bekend is met de Europese geschiedenis voor de komst van de Romeinen. De zaadjes die Tampke aan het begin van haar roman plant, groeien uit tot de verwachte planten.
Dochter van Albion blinkt uit in het scheppen van de wereld en tijd waarin Ailia leeft: de Keltische IJzertijd. Tampke heeft zich duidelijk behoorlijk verdiept in die periode. Het dorp waar Ailia woont is bijvoorbeeld gebaseerd op de archeologische vondsten uit Cadbury Castle. Hoewel die wereld anders was dan onze moderne wereld, kost het de lezer geen enkele moeite om de wereld van Ailia te betreden. Dit komt door Tampkes moderne schrijfstijl:
“Ik woonde in een nederzetting die in plateaus tegen de heuvel van Cad was gebouwd, Caer Cad, een van de grootste heuvelforten van Durotriga. De verdedigingswallen en diep uitgegraven greppels die de nederzetting omringden waren aan het afbrokkelen, aangezien de stam al vele seizoenen in vrede leefde.”
Tampke beschrijft op prachtige wijze wat de dreiging van de Romeinen met het dorp doet. Aan de ene kant is er Ruther, die in Rome is geweest en hun luxueuze levensstijl kent en zich aan hen wil onderwerpen. Aan de andere kant staat de traditionele wereld, die van de oude gebruiken en gewoontes.
Bijzonder is ook de manier waarop Tampke de druïden en hun religie weet te recreëren. Uit archeologische en schriftelijke bronnen is over hen vrijwel niets bekend. Tampke maakt van de geestreizigers, zoals de druïden in de roman genoemd worden, wijze mannen en vrouwen die een mystieke kennis bezitten. Die mystieke kennis wordt verkregen door reizen te maken naar andere werelden. Tampke leent hiervoor elementen uit het genre fantasy:
“Nu kon mijn geest zich bevrijden van mijn lichaam. De hitte omhulde mijn lijf terwijl de kruidenbrouwsels hun werk vanbinnen deden. Het zweet liep in straaltjes over mijn rug omlaag maar mijn geest zweefde omhoog, verliet mijn lichaam en de grot.”
Tampkes debuut is een prachtige roman die de Keltische IJzertijd tot leven weet te wekken. Een aanrader!
Reageer op deze recensie