Lezersrecensie
Een duister verhaal in soepele taal, warm aanbevolen voor leesclubs!
In een vallei ligt een dorpje. Dat dorpje heeft een vreemd folkloristisch gebruik. En dit jaar gaat het ritueel dat daarbij hoort gigantisch mis. Dit boek is haast een sprookje, maar het is zeker niet sprookjesachtig: het heeft een bloedserieuze thematiek.
Belangrijk hoofdthema van het verhaal is de angst voor ‘de ander’, dat wat vreemd is. Of zoals hoofdpersoon Grietje het verwoordt: ‘Er zijn wolven in schaapskleren op komst. En ze lusten ons rauw.’ Angst is een slechte raadgever en ook in dit verhaal leidt angst ertoe dat mensen hele rare dingen gaan doen met onherroepelijk slachtoffers ten gevolg.
Grote attractie van het boek is de taal waarin het geschreven is: mooi, toegankelijk en een heel prettig ritme. Dat maakt het licht om te lezen en bij vlagen zelfs grappig, ondanks de zware thematiek. Dit verhaal begon zijn leven als toneeltekst. Dat kun je nog zien aan de manier waarop scenes opgebouwd zijn: het is heel beeldend geschreven, makkelijk om een plaatje bij in je hoofd te maken. Veel korte, staccato zinnetjes, afgewisseld met langere, meer bloemrijke beschrijvingen. Die korte zinnetjes geven het iets ingehoudens, alsof er meer is dan er letterlijk staat, wat goed bij het verhaal past. Het heeft ook het effect dat je ervan gaat glimlachen. De langere zinnen hebben een prachtig ritme en zijn raak en mooi. Lees deze bijvoorbeeld maar eens hardop:
- (pg 11) De dorpsbewoners gaan in en uit, slepen met spullen, vergelijken leed en druipen weer af, naar binnen met droge doeken in een poging om dat wat nat is droger en schoon te krijgen in de hoop schimmelvorming voor te zijn.
In de loop van het verhaal leren we een aantal dorpsbewoners beter kennen. Zo is er Grietje, de fragiele dochter van Emme van boekwinkel Libris Lilly. Het is tijd voor Grietje om volwassen te worden, maar Emme heeft er moeite mee. Er zijn Harold en Hank, respectievelijk de dorpsdokter en zijn broer de oorlogsveteraan die in een rolstoel zit. Beide min of meer met de ziel onder de arm op zoek naar betekenis in het leven. Madeleine is de eigenaresse van hotel De Vallei, waarvan de letters niet meer heel goed vastzitten, zodat er eigenlijk …e Valle… staat, en haar man Navîn, die ooit als vluchteling naar het dorp kwam en gespecialiseerd is in ‘niemand’ zijn. De mensen in het dorp hebben een duidelijke positie, opgehangen aan hun nering: Doris van ’t café, Berend van de bakker, Alma van de apotheek. En eigenlijk geldt voor alle dorpsbewoners wel dat ze elk op hun eigen manier medelijden opwekken.
Er zitten veel meer thema’s in dan de angst voor de ander. Het gaat ook over volwassen worden, over een bestaan in een afgesloten gemeenschap met benauwende tradities, over hoe vrouwen kunnen lijden onder agressie en lust van mannen. Over hoe sommige mensen gewoon niet gehoord en gezien worden, ook al is het nog zo relevant wat ze te melden hebben. Het boek is daarmee behoorlijk vol. Er komen flarden van sprookjes langs om deze thema’s aan te tikken en af en toe een magisch realistische wending (of is Grietje aan het hallucineren?), maar het exacte duiden daarvan, is nog best ingewikkeld. De flarden van de sprookjes, die niet altijd even goed aanhaken bij het verhaal, en het feit dat het verhaal een stuk grimmiger is dan de frisse buitenkant van het boek en de soepele stijl doen vermoeden, zijn de kritiekpunten die ik heb. Verder heb ik enorm van het boek genoten.
Ik heb deelgenomen aan de Hebban-leesclub over dit boek (met een eigen exemplaar). Dat was echt heel erg leuk, dit boek leent zich bijzonder goed voor bespreking in zo’n setting.
Belangrijk hoofdthema van het verhaal is de angst voor ‘de ander’, dat wat vreemd is. Of zoals hoofdpersoon Grietje het verwoordt: ‘Er zijn wolven in schaapskleren op komst. En ze lusten ons rauw.’ Angst is een slechte raadgever en ook in dit verhaal leidt angst ertoe dat mensen hele rare dingen gaan doen met onherroepelijk slachtoffers ten gevolg.
Grote attractie van het boek is de taal waarin het geschreven is: mooi, toegankelijk en een heel prettig ritme. Dat maakt het licht om te lezen en bij vlagen zelfs grappig, ondanks de zware thematiek. Dit verhaal begon zijn leven als toneeltekst. Dat kun je nog zien aan de manier waarop scenes opgebouwd zijn: het is heel beeldend geschreven, makkelijk om een plaatje bij in je hoofd te maken. Veel korte, staccato zinnetjes, afgewisseld met langere, meer bloemrijke beschrijvingen. Die korte zinnetjes geven het iets ingehoudens, alsof er meer is dan er letterlijk staat, wat goed bij het verhaal past. Het heeft ook het effect dat je ervan gaat glimlachen. De langere zinnen hebben een prachtig ritme en zijn raak en mooi. Lees deze bijvoorbeeld maar eens hardop:
- (pg 11) De dorpsbewoners gaan in en uit, slepen met spullen, vergelijken leed en druipen weer af, naar binnen met droge doeken in een poging om dat wat nat is droger en schoon te krijgen in de hoop schimmelvorming voor te zijn.
In de loop van het verhaal leren we een aantal dorpsbewoners beter kennen. Zo is er Grietje, de fragiele dochter van Emme van boekwinkel Libris Lilly. Het is tijd voor Grietje om volwassen te worden, maar Emme heeft er moeite mee. Er zijn Harold en Hank, respectievelijk de dorpsdokter en zijn broer de oorlogsveteraan die in een rolstoel zit. Beide min of meer met de ziel onder de arm op zoek naar betekenis in het leven. Madeleine is de eigenaresse van hotel De Vallei, waarvan de letters niet meer heel goed vastzitten, zodat er eigenlijk …e Valle… staat, en haar man Navîn, die ooit als vluchteling naar het dorp kwam en gespecialiseerd is in ‘niemand’ zijn. De mensen in het dorp hebben een duidelijke positie, opgehangen aan hun nering: Doris van ’t café, Berend van de bakker, Alma van de apotheek. En eigenlijk geldt voor alle dorpsbewoners wel dat ze elk op hun eigen manier medelijden opwekken.
Er zitten veel meer thema’s in dan de angst voor de ander. Het gaat ook over volwassen worden, over een bestaan in een afgesloten gemeenschap met benauwende tradities, over hoe vrouwen kunnen lijden onder agressie en lust van mannen. Over hoe sommige mensen gewoon niet gehoord en gezien worden, ook al is het nog zo relevant wat ze te melden hebben. Het boek is daarmee behoorlijk vol. Er komen flarden van sprookjes langs om deze thema’s aan te tikken en af en toe een magisch realistische wending (of is Grietje aan het hallucineren?), maar het exacte duiden daarvan, is nog best ingewikkeld. De flarden van de sprookjes, die niet altijd even goed aanhaken bij het verhaal, en het feit dat het verhaal een stuk grimmiger is dan de frisse buitenkant van het boek en de soepele stijl doen vermoeden, zijn de kritiekpunten die ik heb. Verder heb ik enorm van het boek genoten.
Ik heb deelgenomen aan de Hebban-leesclub over dit boek (met een eigen exemplaar). Dat was echt heel erg leuk, dit boek leent zich bijzonder goed voor bespreking in zo’n setting.
2
2
Reageer op deze recensie